De berekening achter Paris Proof

Een Paris Proof kantoor mag nog maar 70 kWh/m2 aan energie gebruiken, afgelezen op de meter. Voor een grondgebonden woning is dat 35 kWh/m2 en een appartement 45 kWh/m2. Het is de vertaling die DGBC gemaakt heeft om aan het doel van het Klimaatakkoord van Parijs te voldoen: helder en concreet, getallen die in de vastgoedmarkt bekend zijn. Dan is het goed om te weten waar die getallen vandaan komen en waarom het ene gebouw meer mag verbruiken dan het andere.  

Waar komen de Paris Proof grenswaarden vandaan?  

Die waarden zijn natuurlijk niet zomaar uit de lucht komen vallen en gebaseerd op verschillende studies. We hebben bij het tot stand komen ervan gerekend vanuit een tweetal studies: 

  •  De ECN studie Ontwikkeling energiekentallen utiliteitsgebouwen vormt de basis voor de waarden voor de utiliteitsbouw. Voor woningen baseren we de gegevens op het achtergrondartikel WEii woningen. In deze studies staat het gemiddelde energieverbruik van diverse gebouwtypen ten tijde van start van het project vermeld, uniform uitgedrukt in kWh/m2
  • Vervolgens is er onderzoek gedaan naar het duurzame energiepotentieel in 2050. In eerste instantie door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en later door Royal HaskoningDHV

Een simpele rekensom

In 2050 moet het energiesysteem volgens het Klimaatakkoord van Parijs volledig uit duurzame CO2-neutrale bronnen bestaan. Uit de studies naar het duurzame energiepotentieel bleek dat dit potentieel 1/3 van de energiebehoefte van 2015 kan invullen. Meer ruimte is er niet voor zon, wind en andere duurzame bronnen. Als we energieneutraal willen zijn als gebouwde omgeving, wil dat dus zeggen dat er 2/3 aan energie bespaard zou moeten worden. Een simpele rekensom en daarmee krachtig in de communicatie. 

DGBC heeft een tweede berekening uitgevoerd over het reductiepad naar 2050. Om binnen het 1,5 graden CO2-pad te blijven, is het van belang om zo snel mogelijk energie te besparen. Energie die nu bespaard wordt, met een nog niet verduurzaam energiesysteem, levert veel CO2-reductie. Uit die analyse bleek dat de Paris Proof waarden al in 2040 behaald moeten worden, met een reductiepad dat loopt via de WEii klassen Zuinig in 2025 en Zeer Zuinig in 2030.   

Veranderingen in de methode en doelen 

Gedurende de looptijd van het project zijn er een aantal aanpassingen en wijzigingen in de methode en doelen geweest, vanuit terugkoppelingen in de markt. 

WEii-protocol: de rekenmethode achter Paris Proof  

In maart 2021 is de eerste versie van het WEii-rekenprotocol gepubliceerd. De WEii staat voor de Werkelijke Energie intensiteit indicator, oftewel het werkelijke, gemeten energiegebruik. De WEii staat voor de Werkelijke Energie intensiteit indicator, deze tool geeft antwoorden op vragen over het berekenen van de kWh/ m2 waarden. Op deze website staat de laatste versie van het rekenprotocol en FAQ’s.  

Kantoren van 50 naar 70 kWh/m2 

In het begin noemde DGBC de waarde van 50 kWh/m2 voor kantoren. Deze waarde komt men soms nog tegen in stukken. DGBC is met de lancering van de WEii in 2021 overgestapt van bruto vloeroppervlakte (BVO) naar gebruiksoppervlakte (GO). Deze is stap genomen omdat de methode zo uitlijnt met de oppervlakte-eenheid die gebruikt wordt bij het energielabel. Tevens wordt er in de Basis Administratie Gebouwen (BAG), gratis toegankelijk voor iedereen, gebruik gemaakt van GO. GO en BVO verschillen in het algemeen in het aantal m2 van een gebouw. Dit verschil samen met de nieuwe getallen uit de ECN-studie hebben ertoe geleid dat de Paris Proof streefwaarde voor kantoorgebouwen van 50 kWh/m2 naar 70 kWh/m2 is bijgesteld. 

Doel industriegebouwen aangescherpt 

In WEii protocol 3.0 zijn de waarden voor de klassen Paris Proof en WENG (Werkelijk Energieneutraal Gebouw) voor industriegebouwen aangescherpt. Dit omdat uit de analyse van Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor de Sectorale Routekaart Logistiek bleek dat de logistieke sector gemiddeld al Paris Proof was. Logistieke gebouwen kunnen door de plaatsing van PV-panelen energieleverend worden. Vandaar dat de Paris Proof en WENG-klassen van Industriegebouwen zijn bijgesteld naar onder de 0 kWh/m2, dat wil zeggen naar energieleverend. 

Paris Proof Materiaalgebonden 

Gebouwen gebruiken energie, maar het bouwen zelf kost ook energie en CO2. Zeker bij nieuwbouw, dat naar de mening van DGBC de klasse WENG zou moeten behalen, zullen er veel bouwmaterialen nodig zijn om dit doel te behalen. Materialen die vaak nog niet biobased of duurzaam geproduceerd zijn. Om hier inzicht in te geven heeft DGBC een methode opgesteld om de CO2 impact van het bouwen te berekenen. Ook hier zijn streefwaarden aan gesteld, per gebouwfunctie en voor nieuwbouw en renovatie. Deze waarden zijn eveneens de Paris Proof waarden genoemd. 

Gerelateerd

De route naar Paris Proof, oftewel CO2-neutraal, vastgoed is voor beleggers en vastgoedeigenaren een noodzakelijke reis geworden.

De route voor bestaand vastgoed naar Paris Proof met een integrale CO2-aanpak

Het nieuwe kabinet handhaaft de EU-doelen. Dit is niet de versnelling die we zouden willen.

DGBC over regeerakkoord 2024: ‘Duurzame ambitie zal van de markt moeten komen’

Nationale SDG rapportage

Nationale SDG Rapportage roept op tot samenwerking en scherpe toekomstvisie