Het Klimaatakkoord van Parijs van december 2015 is voor Dutch Green Building Council (DGBC) aanleiding geweest een Deltaplan Duurzame Renovatie te ontwikkelen. Het is een verduurzamingsprogramma; voor commercieel vastgoed (kantoren, retail en logistiek), maatschappelijk vastgoed (zoals scholen en zorg) en woningen. Centraal in het Deltaplan Duurzame Renovatie staat de vraag hoe de gebouwde omgeving aan de klimaatdoelstellingen van Parijs kan voldoen. Met andere woorden: hoe wordt de gebouwde omgeving op tijd ‘Paris Proof’? Bij Paris Proof gaat het om het meten van het werkelijk energieverbruik. Het geeft helder inzicht waar je staat en wat nog gedaan moet worden om aan de klimaatdoelstelling van Parijs te voldoen. Hierdoor is het voor iedereen begrijpelijk en uitlegbaar. Door het stellen van eindnormen per sector wordt er duidelijkheid verschaft waarheen moet worden gewerkt, maar is er tegelijkertijd vrijheid en flexibiliteit welke maatregelen genomen moeten worden en wanneer.
Via Paris Proof wordt CO₂-neutraliteit hanteerbaar gemaakt. Paris Proof staat voor de situatie waarbij alle energie uit duurzame, dus CO2-neutrale bronnen komt. Omdat we in Nederland niet oneindig duurzame energie kunnen opwekken, is een aanzienlijke energiebesparing nodig. In de gebouwde omgeving zijn daarvoor veel mogelijkheden. Als er geen prikkel zou zijn om te besparen, kan het gebeuren dat de schaarse duurzame energie gebruikt wordt zonder eerst aan energiebesparing te werken, en dat daarmee de doelen niet behaald worden.
De EU-Taxonomie lijkt tamelijk tandloos. Het woord betekent zelf zoveel als ‘classificatie’. Het
is in feite niets meer dan een lijst met economische activiteiten en welke daarvan duurzaam
zijn. De Europese Unie verplicht bepaalde financiële instellingen en grote bedrijven daarover
te rapporteren, maar je hoeft er niet (volledig) aan te voldoen. Banken, asset managers en
grote beursgenoteerde bedrijven zullen onder de SFDR (Sustainable Finance Disclosure
Regulation) moeten rapporteren. Asset managers die fondsen onder artikel 8 (fonds met
duurzame kenmerken) of artikel 9 (duurzaam fonds) van de SDFR beheren zijn verplicht over
de EU Taxonomie te rapporteren. Daarbij zal het fonds voor een bepaald aandeel moeten
voldoen aan de EU Taxonomie, om daadwerkelijk als artikel 8 of 9 geclassificeerd te kunnen
worden.
Het antwoord is ja, direct of indirect. De Taxonomie is namelijk een tweetrapsraket. In eerste
instantie raakt dit de investeerders die daadwerkelijk moeten gaan rapporteren. Dus lijkt het
vooral te gaan over verzekeraars, pensioenfondsen, institutionele beleggers, banken en
andere hypotheekverstrekkers.
Maar zij maken wel investeringskeuzes die hele sectoren raken. Ook
binnen de vastgoedsector gaat het dus iedereen aan, bij economische activiteiten die de
Taxonomie definieert, bijvoorbeeld als investeringen in ‘nieuwbouw’, ‘renovatie’ of ‘aan- en
verkopen van gebouwen’. Het heeft dus impact op de 500.000 jaarlijkse hypotheekaanvragen,
op de activiteiten rond 2,3 miljoen sociale huurwoningen en op de 75 miljard euro die jaarlijks
in Nederland belegd wordt.