

DGBC-partner BESIX wil uiteindelijk alleen nog maar duurzame projecten realiseren. Dat is de stip op de horizon. De aannemer is actief in infra, water, energie, onderhoud en bouw. De focus ligt op grote, complexe projecten. En daarmee kan BESIX veel positieve impact maken. Duurzaamheidsadviseur Edward Fransen en communicatieadviseur Emmy Albers vertellen hoe BESIX dat doet.
Het duurzaamheidsteam is de afgelopen jaren sterk gegroeid en vervult ook een steeds grotere rol in projecten. Vanuit de internationale BESIX Group zijn 10 Sustainable Development Goals (SDG’s) geselecteerd waarop de organisatie een directe en positieve invloed kan uitoefenen. Daarbij geeft de aannemer prioriteit aan SDG 8: Eerlijk werk en economische groei, SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie, en SDG 13: Klimaatactie. Ondertussen werkt BESIX Nederland aan een herijking van het duurzaamheidsbeleid en brengt de aannemer in kaart welke stappen moeten worden gezet om in de toekomst alleen nog maar duurzame projecten te realiseren. “Duurzaamheid is nu een integraal onderdeel van al onze keuzes. In 2030 willen we onze Scope 1– en Scope 2-emissies hebben teruggebracht naar nul. We zijn ook bezig om onze Scope 3-emissies inzichtelijk te maken en te verminderen”, zegt Fransen.
Voor projecten adviseert BESIX normaliter een duurzaam alternatief. Albers: “We maken de aanbieding zoals die wordt uitgevraagd door de opdrachtgever en zetten daar een duurzamere variant naast. We laten klanten zien hoe het ook kan.”
We vinden het belangrijk om te weten wat er speelt in de markt en om kennis uit te wisselen met ketenpartners
Via het partnerschap met DGBC wil BESIX meer kennis ophalen en duurzame voorbeelden delen. Fransen licht toe: “DGBC heeft veel duurzaamheidskennis in huis, verzorgt interessante trainingen en heeft een groot netwerk. We vinden het belangrijk om te weten wat er speelt in de markt en om kennis uit te wisselen met ketenpartners.”
“Een mooi voorbeeld van hoe we onze duurzaamheidsdoelen in de praktijk brengen, is ons eigen BESIX huis in Dordrecht. We hebben het zelf gebouwd en het is echt ons duurzame visitekaartje. Het kantoor is van het gas af, er zijn heel veel zonnepanelen geplaatst en het gebouw is voorzien van een warmtepomp”, vertelt Albers vol trots.
“We gebruiken ons gebouw om het energienet de flexibiliteit te geven die het nodig heeft om op een goede manier hernieuwbare energiebronnen te integreren. Hiervoor gebruiken we bijvoorbeeld een accu die in ongeveer 75% van onze dagelijkse energiebehoefte voorziet. De accu zorgt er tegelijkertijd voor dat de energie die we via zonnepanelen produceren ook maximaal lokaal wordt gebruikt. Daarmee besparen we jaarlijks zo’n 9 ton CO2”, legt Fransen uit.
Het gebouw is ook slim, de hoeveelheid licht, de luchtkwaliteit en temperatuur worden continu gemeten, zodat dit kan worden geoptimaliseerd. Al deze technieken dragen bij aan het comfort van de medewerkers. Daarnaast is het gebouw zo ontworpen dat er veel daglicht binnenkomt via het atrium. De vele planten dragen bij aan een gezonder binnenklimaat.
Terwijl het eigen kantoor grotendeels zelfvoorzienend is qua energie, is het steeds vaker een uitdaging om de bouwplaats van voldoende stroom te voorzien, ervaart Fransen. “Door netcongestie krijgen we vaak geen grote bouwaansluiting meer en moeten we veel kleine aansluitingen aanvragen voor het opladen van elektrisch materieel. Dat betekent dat we andere creatieve oplossingen moeten bedenken.”
“Zo hebben we voor een project partijen rondom het perceel benaderd. In de buurt van de bouwplaats bleken ook laadplekken beschikbaar te zijn. En waar overcapaciteit is mogen wij daar gebruik van maken. Een alternatief zijn mobiele batterijen, maar dat is op dit moment nog best een dure oplossing.”
Een ander groot thema voor BESIX is circulariteit. Fransen: “Op dit vlak willen we ons verder gaan ontwikkelen door veel kennis en ervaring op te doen. Zeker in de bouw hangt er veel aan: hergebruik van materialen, losmaakbaarheid, modulair bouwen, MPG- en CO2-berekeningen en houtbouw. Bij infra is dat een ander verhaal. Daar ligt de nadruk meer op beton, staal en asfalt en kwaliteitseisen vanuit Rijkswaterstaat. Je kan niet zomaar een houten verkeersbrug bouwen. Daarom is het belangrijk om de productie van beton, staal en asfalt te verduurzamen en transportbewegingen te minimaliseren.”
Het is belangrijk om de productie van beton, staal en asfalt te verduurzamen en transportbewegingen te minimaliseren
“We kunnen sturen op wat we inkopen, waarbij een lage milieu-impact het uitgangspunt is. Er zijn al projecten waarbij het ontwerp aan een specifieke MKI-score moet voldoen. Verder proberen we zoveel mogelijk circulaire principes te introduceren volgens de R-ladder. Een nieuwe voetgangersbrug hebben we bijvoorbeeld losmaakbaar ontworpen met materialen die vrijkomen uit een brug die wordt gesloopt. De stalen liggers moeten nog wel worden bewerkt voor gebruik in de nieuwe brug. Dit soort elementen vind je lang niet altijd in de juiste afmetingen.”
In gebouwen past BESIX vaker circulaire oplossingen toe. “Gebouwen zijn een hele andere tak, waar weer andere regelgeving voor geldt en we bijvoorbeeld BREEAM-NL als instrument kunnen gebruiken. Een voorbeeld van een circulair project is het nieuwe kantoor van DPG Media in Amsterdam: Mediavaert”, zegt Albers.
Mediavaert is één van de grootste hout-hybride kantoren van Europa. BESIX heeft het geconstrueerd en gebouwd. De constructie is voor het overgrote deel houtbouw. In totaal is er maar liefst 7.000 m³ hout toegepast. Verder beschikt het gebouw over een ondergrondse warmte- en koudeopslag, een warmtepomp en zonnepanelen. Ook zijn er veel maatregelen genomen om een gezonde en groene werkomgeving te realiseren. Het totaalplaatje leverde een BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Excellent kwalificatie op.