“Iedereen weet dat je broeikasgas produceert met fossiele brandstoffen voor verwarming en stroomverbruik. Materiaalgebonden emissies vormen ook een enorme bron, maar worden nog vaak vergeten. Het beeld is dus niet compleet, daardoor verandert er te weinig”, zo verklaart Annemarie van Doorn (directeur DGBC) het gebrek aan aandacht tot nu toe. “We willen dat de gebouwde omgeving heel rap van 40 naar nul procent CO₂-uitstoot zakt. Nadrukkelijk kijken we daarom nu naar bouwmaterialen. Daar is heel veel klimaatwinst te boeken.”
Terugblik
Inkoop, productie, innovatie
Producenten, bouwers, architecten, ontwikkelaars, beleggers, investeerders, vastgoedeigenaren, adviseurs en kennispartijen zetten hun handtekening vandaag. Ze bundelen hun krachten om de materiaalgebonden emissies in de bouwkolom sneller te verminderen. Voor elke partij ziet dat proces er anders uit. Het gaat bijvoorbeeld over het anders inregelen van inkoop, of het anders inrichten van productielijnen of nieuwe bouw- en ontwerpconcepten.
Om de effecten in kaart te krijgen, introduceren NIBE en DGBC nu ook een rekenprotocol voor materiaalgebonden emissies, dat aansluit bij de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG). Met de MPG worden de milieueffecten van de hele bouwketen gestuurd.
Lessen in roadmap voor onze sectoren
Deze vorm van CO₂-emissies is vaak nog onbekend. Tijdens het congres benadrukte Jacqueline Cramer als hoogleraar Duurzaam Innoveren daarom dat er beter zicht moet komen op deze emissies, zodat de hele bouw- en vastgoedketen ermee aan de slag kan gaan. Ze verkende de mogelijkheden om CO₂ te reduceren in de productielijnen van de twee grootste CO₂-bronnen in de bouwsector: beton en staal. Cramer deed dat aan de hand van vragen als ‘Hoe komen deze sectoren in beweging, hoe werken ze samen en wat hebben ze nodig?’ Haar conclusie is dat samenwerking en inkoopcriteria hier centraal staan. Deze lessen worden meegenomen in de aanpak van CO2-reductie.
Carbon Budget
Ook kwam het ‘carbon budget’ aan bod, oftewel hoeveel CO₂ een gebouw in z’n hele levensduur mag uitstoten; dus van bouwmaterialen via gebruik tot hergebruik/sloop. Daarom presenteerde DGBC de roadmap ‘Whole Life Carbon’. ‘Rekenmeester’ Mantijn van Leeuwen (NIBE) ziet via de berekeningen dat het nog niet te laat is: "Klimaatdoelen over 10 jaar leiden tot uitstelgedrag. Daarom zetten we een jaarlijks CO₂-budget. Dat rekenen we door tot een budget per vierkante meter gebouw. Verrassing: de bouwsector kan nog binnen CO₂-budget blijven, als we nú overschakelen naar grootschalig biobased bouwen plus urban mining én traditionele bouwmaterialen flink verduurzamen."
Deze roadmap is bedoeld voor marktpartijen, waarmee DGBC nu de volgende stap zet via een intentieverklaring van bedrijven en andere organisaties. In die verklaring wordt het belang onderstreept van het terugdringen van materiaalgebonden emissies. DGBC verwerkt dit jaar de materiaalgebonden emissies in haar Paris Proof Commitment.
Deze partijen hebben nu al de intentieverklaring ondertekend:
- abcnova
- ABN AMRO
- Agrodome
- Alba Concepts
- AM
- Arcadis
- Attiva
- Ballast Nedam Development
- BLOC
- Blueroom Design
- Cityförster
- DWA
- EDGE
- HD Groep
- Heembouw
- HermanDeGroot Ingenieurs en Vastgoedstrategen
- IGG
- J.P. van Eesteren
- Klictet
- Laride
- Lister Buildings
- Merosch
- NIBE
- Nieman raadgevend ingenieurs
- Peutz
- Popma ter Steege architecten
- Savills Nederland
- SPIE
- Superuse
- Synchroon
Ondertekenen ook nu nog mogelijk
Om tot CO₂-reductie te komen in de bouwkolom moeten er nog veel meer bedrijven en andere organisaties aanhaken. Bekijk hier de verklaring voor een gebouwde omgeving zonder materiaalgebonden emissies. De verklaring blijft open voor nieuwe ondertekenaars, zodat wij als bouw- en vastgoedketen gezamenlijk aan de slag kunnen.
Onderdeel van een Europese beweging
Deze intentieverklaring is een onderdeel van een Europese beweging. DGBC werkt samen met 9 andere Green Building Councils in een Europees samenwerkingsverband #BuildingLife toe naar CO₂-doelstellingen voor de bouwsector. “Deze doelstellingen leggen we vast in commitments voor de markt, met als uiteindelijk doel deze ook in beleid op nationaal en internationaal niveau op te nemen.”