Laatst bewerkt: 4 maart 2025
Gepubliceerd: 15 april 2024
Leestijd: 3 minuten

Definitief groen licht voor EPBD IV

De Europese Raad heeft vrijdag 12 april de herziening van de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV) goedgekeurd. Vorig jaar was het Europees Parlement al akkoord gegaan. Het akkoord van de Raad betekent een aanscherping van het doel om emissies en het energieverbruik van gebouwen in de hele Europese Unie te verminderen.

Dit is een belangrijke stap naar een CO2-neutrale gebouwde omgeving. De herziene Richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (EPBD IV) streeft ernaar een emissievrije gebouwvoorraad te bereiken in 2050. De overeenkomst zorgt voor een verbetering van de levenskwaliteit. Ook verlaagt de richtlijn energierekeningen en stimuleert die energieonafhankelijkheid van Europa.

‘De tijd dringt’

Martin Mooij, programmamanger bij Dutch Green Building Council (DGBC), is blij met de goedkeuring. ‘Het is fijn dat de richtlijn na vertraging nu toch is goedgekeurd. De implementatie zal nog enkele jaren duren en discussie opleveren. Maar laten we daar niet op wachten, de tijd dringt! Met Paris Proof heeft DGBC al een reductiepad met concrete doelen opgesteld, waar de markt gelukkig al veel mee werkt.’

Belangrijkste onderdelen

In december 2023 berichtte DGBC al over de inhoud van de toen bijna finale versie. De belangrijkste onderdelen van de richtlijn zijn:

Materiaalgebonden energie

DGBC en de andere Europese Green Building Councils waren nauw betrokken bij de totstandkoming van de herziening van de EPBD. Zij hebben onder meer gepleit voor het meenemen van materiaalgebonden energie en de WLC-berekening.

Aanbevelingen aan ministeries

De komende jaren gaan de lidstaten verder aan de slag met de nationale implementatie. Van veel begrippen uit de EPBD is de invulling nog niet helder. Een Zero Emission Building kan op verschillende manieren worden uitgelegd.

In de DGBC werk- en expertgroepen en in het Building Life-project zijn deze vraagstukken al aan de orde gekomen. Wij zullen ons met deze groepen de komende tijd richten op aanbevelingen aan de ministeries en normcommissies over de definities van deze begrippen en doelen om zo tot een uniforme taal te komen.