De markt is aan zet
Om de ambitie van 100.000 woningen per jaar te realiseren wil het kabinet sneller, efficiënter en goedkoper woningen bouwen en realiseren. Om daar invulling aan te geven is het programma STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) in het leven geroepen. Met de komst van dit programma van minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) Mona Keijzer zijn er steeds minder regels die circulair bouwen stimuleren, zoals de aanscherping van de MPG voor woningen die is uitgesteld. “De focus op meer bouwen gaat ten koste van de klimaatdoelen”, vreest Hans Spronken (Rockwool). Om de volgende stappen te zetten richting een circulaire bouweconomie is de markt is dus aan zet, meent de programmaraad.
Tegelijkertijd heeft Europese regelgeving, waaronder de EU Taxonomie en CSRD, wel invloed op de verduurzaming van de sector. Linus Klaassen (Deerns): “Er is steeds meer vraag naar een gehele gebouwbeoordeling die aansluit op Europese wet- en regelgeving. Er wordt gekeken naar de impact van materiaal- en energiegebruik. Levenscyclusanalyses zijn in opmars.” DGBC houdt nauwlettend de ontwikkelingen uit Brussel in de gaten om dit ook te delen met haar netwerk. Zie bijvoorbeeld het overzicht van EU beleid met betrekking op de Nederlandse bouw- en vastgoedsector.
Circulaire restwaarde
Ook gemeenten ervaren de effecten van het beleid uit Den Haag. Er is steeds minder geld beschikbaar vanuit het Rijk om duurzame plannen te realiseren. De NOS sprak vorige week over ‘ravijnjaren’ die gemeenten in het vooruitzicht hebben. De verwachting is dat 75% van de gemeenten hun begroting komende jaren niet rond krijgt, berekende BDO. Gemeenten moeten oplossingen zien te vinden om hun vastgoedportefeuille op orde te houden.
Circulaire restwaarde biedt kansen bij de ontwikkeling van gemeentelijk vastgoed, stelt Jim Teunizen (Alba Concepts): “Dat vergt nauwkeurige terugnamegaranties en meer hoogwaardig hergebruik van bouwmaterialen. Er zijn ook diverse grondstof- en materiaalfondsen in ontwikkeling die garantie kunnen bieden op de circulaire restwaarde in gebouwen.” Er zal een andere manier van waarderen en taxeren doorzetten, onder meer bij gemeenten, is de verwachting.
Minder installaties
De energietransitie creëert een grote vraag naar energiezuinige installaties zoals warmtepompen. Helaas worden deze installaties vaak overgedimensioneerd volgens de huidige normen en ontwerpen, wat leidt tot onnodig materiaalgebruik. Esther Loman (Kuijpers): “We nemen klanten en adviseurs vaker mee in het ontwerpen met kleinere installaties door buiten de kaders van de normen te denken en slimme software te gebruiken. Dit bespaart duizenden kilo's primair materiaal. Om hardware te laten verdwijnen is software nodig!"
Vooralsnog is de focus op circulariteit beperkt als het gaat om installaties. De milieu-impact van installaties is moeilijk in kaart te brengen met de huidige MPG. Circulariteit meenemen vanaf de ontwerpfase van installatiesystemen kan helpen om verandering teweeg te brengen. "Deze uitdaging hebben we al langer op het vizier bij DGBC. Een jaar geleden lanceerden we samen met Techniek Nederland en TVVL de Actieagenda Circulaire Installaties. De agenda bevat acht transitieversnellers met concrete actiepunten. Hier gaan we komende jaren verder invulling aan geven", vult Ruben Zonnevijlle aan.
Data en ketenverantwoordelijkheid
De behoefte aan meer transparantie vanuit producenten en leveranciers is een trend die al langer zichtbaar is. Want wat verstaan zij nou echt onder circulaire producten? En welke garanties bieden ze? De herkomst van grondstoffen, materialen en producten moet inzichtelijk zijn om verantwoorde keuzes te kunnen maken. Daarvoor is de juiste data essentieel, maar die is nog niet altijd beschikbaar.
“De hele keten moet circulariteit adopteren en heldere afspraken maken om verder te komen in circulair bouwen. Een goede ontwikkeling is bijvoorbeeld de terugname van reststromen door fabrikanten”, vindt Timo Stuij (De Vries en Verburg). Ook programma’s voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en digitale track & trace geven de circulaire bouweconomie een impuls.
Transformatie in plaats van nieuwbouw
We noemden het al eerder: in Den Haag luidt het motto ‘bouwen, bouwen, bouwen’. Ondertussen verschuift in de markt haar focus van nieuwbouw naar het verduurzamen en transformeren van bestaande gebouwen. “Deze ontwikkeling zien we duidelijk terug in de utiliteitsbouw. Hergebruik van het bestaande gebouw en casco vormt steeds vaker het uitgangspunt. Daarbij wordt meer gebruik gemaakt van biobased materialen en losmaakbare verbindingen”, signaleren Kevin Battarbee en Pieter Keijzer (INBO).
Waar circulair bouwen eerst met name over nieuwbouw ging, zien we een verbreding naar renovatie, bestaande bouw en installaties. “Daar ligt veel potentieel voor circulariteit”, zegt Zonnevijlle, “Zo blijkt uit onderzoek dat grootschalige energierenovaties altijd lonen, ondanks de grote CO2-impact van bouwmaterialen. Biobased oplossingen verkorten de terugverdientijd aanzienlijk. Kortom, genoeg mooie uitdagingen voor komende jaren.”