Waar het jaren geleden de norm was om afval zo snel en goedkoop mogelijk in te zamelen, is de sector zich nu meer bewust van de waarde. Zo ook Renewi, tegenwoordig een waste-to-product bedrijf. Woud licht toe: “Eerst dachten we: weg is weg. Nu willen we materialen steeds beter en schoner van de bouwplaats of uit een sloopproject halen en gaan we er ook echt mee bouwen.” Heyns vult aan: “We maken geen producten, maar grondstoffen.”
Losse eilanden vormen ketens
Om secundaire grondstoffen en materialen te maken is Renewi al in een vroeg stadium betrokken en werkt het bedrijf samen met ontwerpers, leveranciers en bouwers. “Vroeger zat iedereen op een eigen eiland, nu vormen we echt ketens”, vertelt Heyns. Woud beaamt: “Alleen ga je ketens niet schoner maken. Gelukkig snappen producenten, architecten, leveranciers, bouwers en wij als afvalverwerker elkaar steeds beter. We zijn ook steeds eerder in het proces betrokken. In de ontwerpfase kijken we samen met een architect wat er mogelijk is met de producten die vrij komen.”
Ook met producenten gaat Renewi al vroeg om tafel. “Als zij producten en materialen maken waar je na het eerste gebruik niks meer mee kan, hebben we een probleem. Daarom kijken we samen waar we rekening mee moeten houden bij het ontwerp en de productie om het ooit weer in te zamelen en een tweede leven te geven. Door die gesprekken vergroten wij onze kennis. We kunnen wel zuivere grondstoffen produceren, maar materialen moeten ook bepaalde technische eigenschappen hebben”, legt Heyns uit. Daarnaast ziet Renewi dat het helpt als bouwbedrijven en leveranciers met elkaar in gesprek gaan. Beide schakels moeten weten wat recycling bemoeilijkt, maar hebben ook een grote rol bij het opzetten van retoursystemen voor materialen. “Er is strengere regelgeving rondom producentverantwoordelijk nodig. Daarmee komen we ook verder”, benadrukt Woud.
Tomaten als basis voor biobased plaatmateriaal
Die ene bouw- en sloopcontainer verdwijnt in de toekomst, denken Woud en Heyns. Renewi kan al 13 verschillende stromen scheiden en wil dat zo veel mogelijk aan de bron doen. Met Mission75 gaat het bedrijf voor recycling van 75 procent die stromen, in 2022 werd 68 procent van de inkomende afvalstromen gerecycled. Daarnaast experimenteert het bedrijf met de ontwikkeling van biobased materialen en recycling van grondstoffen uit andere sectoren. “Met pilots bewijzen we dat het kan en nemen we de traditionele bouwsector mee in de circulaire transitie”, zegt Woud. Heyns noemt voorbeelden van biobased bouwen: “Lignine uit hout kan een goed alternatief zijn voor bitumen in asfalt. Reststromen van tomaten uit het Westland vormen de basis voor biobased plaatmateriaal. Sommige grondstoffen komen dus van andere afdelingen en niet rechtstreeks uit de bouw, dat maakt het wel complexer. Maar we onderzoeken welke circulaire wegen we nog meer kunnen bewandelen.”
Pilot hergebruikt hout
Houtbouw is hot, maar met hergebruikt hout gaat Renewi nog een stapje verder. Er loopt een pilot om afvalhout opnieuw toe te passen in de bouw. “Hergebruikt hout is nog kleinschalig qua volume. We werken samen met een grote partij die durft te pionieren en ervoor open staat om zoveel mogelijk hout te hergebruiken als niet constructief materiaal. We willen een standaard product maken. De esthetische eigenschappen zijn in dit stadium nog niet zo belangrijk, schaalbaarheid wel”, vertelt Heyns.
Woud stelt dat het nog lastig is om uit afval geproduceerde materialen te laten concurreren met nieuwe materialen. Heyns hoort dezelfde geluiden: “Er is nog geen focus op afvalhout in de markt, omdat houtbouw op zich al als duurzaam wordt beschouwd. ‘Met houtbouw ben ik toch al goed bezig?’, stellen partijen dan.” Woud denkt dat bouwbedrijven wel meegaan als de opdrachtgever de wil toont en ervoor betaalt. De druk op de prijs blijft voorlopig een obstakel, verwacht Heyns. “De prijs is meestal nog doorslaggevend, ook bij overheidsaanbestedingen. Vanuit de bouwsector hoor ik tegelijkertijd dat de overheid vaker vraagt om duurzaam en circulair bouwen.”
Hele verhaal vertellen
Om hergebruikt hout en circulair bouwen de standaard te maken, helpt het volgens Woud om het hele verhaal te vertellen. “We moeten laten zien waar grondstoffen en materialen vandaan komen. Als we weten dat er geen bossen voor gekapt zijn, heeft dat meerwaarde. Maar dat eerlijke verhaal kunnen we niet alleen vertellen, daar hebben we de hele sector bij nodig. Ketens zijn vaak niet transparant en dat maakt het lastig om de herkomst en het proces van materialen en producten inzichtelijk te maken. Maar we moeten juist die hele keten van A tot Z in kaart brengen. Welke chemicaliën er in een product zitten, maar ook hoeveel CO₂ materialen opslaan in een gebouw. Laten zien dat we afval niet op een berg gooien, maar dat boeren bouwplaten maken van tomaten. Die eyeopeners voor de industrie en de hele bouw zijn hard nodig nu we aan de vooravond van een circulaire economie staan.”
Reeks DGBC founding partners
Dit artikel is een aflevering in de serie interviews met de organisaties die vanaf de start bij DGBC betrokken waren, de zogeheten founding partners. DGBC bestaat dit jaar 15 jaar en met de betrokken organisaties van toen, die na vijftien jaar nog steeds partner zijn, kijken we terug op de oprichting, naar de ontwikkelingen die zijn doorgemaakt en werpen we een blik op de toekomst.