Mantijn van Leeuwen, directeur van NIBE: “Het is essentieel om over te schakelen van reductiedoel-denken naar denken in CO2-budget”

De CO2-impact van een gebouw is meer dan alleen de impact door het energiegebruik. Ook de CO2-impact van materialen telt mee. Het Europese BuildingLife programma zet dit op de agenda en werkt met een maximaal CO2-budget voor gebouwen: Whole Life Carbon. Verschillende ambassadeurs maken zich hard voor deze aanpak. Mantijn van Leeuwen, directeur van NIBE, is er één van. Hij helpt mee de totale bouwopgave (vrijwel) binnen het CO2-budget van het Parijs akkoord van 1,5 graden te laten passen.

BUILDINGLIFE Spotlight #7

Kun je in het kort iets vertellen over wie je bent en wat je doet?

Ik ben opgeleid als Chemisch Technoloog en heb altijd al interesse gehad in de impact van de (chemische) industrie op de leefomgeving en hoe we die kunnen vermijden. Alles kan technologisch denk ik, de beperking zit altijd in de economische kant van ons systeem (open concurrentie). Ik heb ook 3 jaar bedrijfskunde gestudeerd naast mijn technische opleiding en dat heeft me een goed begrip opgeleverd hoe ons economisch systeem functioneert. Dat systeem is goed in optimalisatie vanuit een economisch perspectief, maar het ontbreekt daar in een waardering van maatschappelijke waarde. Dingen die een verborgen impact hebben (verborgen in de zin dat ze niet expliciet gewaardeerd worden in een economische waarde) vallen buiten de boot en laten zich zo niet sturen of optimaliseren. Daarom werken we in de milieutechnische analyse ook met het begrip schaduwkosten. Deze moeten we economisch expliciet maken, anders kunnen we er met ons huidige systeem niet op sturen. Of we moeten ons systeem aanpassen. Bij NIBE werken we hier dagelijks aan.

Wat motiveerde je om #BuildingLife Ambassadeur te worden?

Ons huidige systeem van milieuprestatie bouwwerken (MPG) voldoet niet om op klimaatverandering te sturen. Daar is iets beters voor te bedenken. BuildingLife is een beweging waar dit in past en ik werk daar graag aan mee om dat te realiseren. Het is mijn stellige overtuiging dat we de bouwsector kunnen motiveren zich zo aan te passen dat onze totale bouwopgave (vrijwel) binnen het CO2-budget van het Parijse klimaatakkoord van 1,5 graden kan passen. Dat is een mooi concreet doel en zou een belangrijk maatschappelijk resultaat zijn. Daar wil ik me graag voor inzetten.

Op welke manier draagt NIBE bij aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving?

NIBE helpt bedrijven om betrouwbare data te leveren over hun producten en diensten. We geloven er sterk in dat we betrouwbare milieugegevens nodig hebben. Deze moeten daarnaast dan ook makkelijk voor iedereen te raadplegen zijn, zodat iedereen die wil en kan een duurzame keus kan maken op elk moment. NIBE heeft daar haar eigen NIBE Milieuclassificaties voor gemaakt. Die zijn erg waardevol en gratis door iedereen te raadplegen op www.nibe.info. Maar we moeten verder en er moeten meer data komen.

Welke ambitie heeft je eigen organisatie met het oog op Whole Life Carbon?

NIBE gaat heel bewust om met haar eigen voetafdruk. We reizen bewust en duurzaam, we hebben (sinds kort) een nieuw duurzaam kantoor en we eten bewust. Dit alles helpt om onze eigen impact te verkleinen. Maar de grootste impact hebben wij als organisatie als we anderen weten te overtuigen stappen te nemen. Onze indirecte impact is veel groter dan onze eigen, we houden dat ook bij en impact is het eerste aspect in ons bedrijfkompas.

Welke elementen zijn belangrijk op weg naar Whole Life Carbon?

Het meest essentieel is denk ik dat we van reductiedoel-denken omschakelen naar een denken in budgetten. We weten dat we nog maar een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen mogen emitteren met zijn allen, om binnen een bepaalde range aan klimaatopwarming te blijven. Een budget is net als de inhoud van je portemonnee, op is op. Dat zouden we ook voor broeikasgas emissies moeten hanteren. Op is op en dan kan er niet meer de lucht in. Denken in die voorwaarden maakt (pijnlijk) duidelijk dat we keuzes moeten maken. Als we binnen budget willen blijven, dan moeten we die keuzes ook echt gaan maken. Dit zou denk ik de basis van ons milieubeleid moeten worden.

Hoe reduceer je de materiaalgebonden CO2-impact van producten/projecten/concepten?

Dat is eigenlijk verassend eenvoudig. We weten het vrij precies en kunnen het voor elke producent en elk product vrij precies berekenen en inzichtelijk maken (doen we ook dagelijks). Het issue is dat reduceren doorgaans een inspanning vraagt en inspanning kost geld en daar gaan we weer: als het niet expliciet in de prijs zit dan werpt dat een drempel op voor implementatie.

Hoe kun je materiaalgebonden en gebruiksgebonden impact met elkaar verbinden?

Ook dat is vrij eenvoudig. Beide zijn in dezelfde eenheid uit te drukken en bij elkaar op te tellen. Ze beïnvloeden elkaar ook, dat wil zeggen maatregelen om de een te verbeteren leiden vaak tot verslechtering van de ander. We MOETEN het dus wel integraal bekijken. Het echte probleem is dat er nog weinig tot geen software instrumenten zijn die de uitvoering helpt het integraal te modelleren en te berekenen.

Wat verwacht je van de keten om de Whole Life Carbon aanpak vooruit te brengen?

Budgetdenken omarmen. Dat is essentieel. Als we dat doen, dan volgt er automatisch een duidelijke aanpak en het geeft denk ik ook heel concrete doelen, fijn voor organisatie om aan te werken. We moeten ook stoppen met het aftrekken van toekomstige besparingen door recycling en hergebruik op de milieulast van productie (zoals we in MPG doen). Dit verhult de werkelijke impact en is misleidend als we op budget willen sturen. We moeten de toekomstige besparing door recycling en hergebruik een plek geven in circulariteit en het daar waarderen, maar stoppen met doen alsof het negatieve emissies zijn, want dat zijn het niet.

Welke verschillen zie je in de internationale aanpak ten opzichte van nationaal?

Internationaal gaan we allemaal min of meer in dezelfde richting. Maar er zijn verschillen ontstaan door historische keuzes. Zo rekent Nederland de besparing door recycling en hergebruik mee in de totale milieuprestatie, dat doet eigenlijk vrijwel niemand anders in Europa. Dat geeft ook verschillen in resultaten die verwarrend werken. Daarnaast hebben we in Nederland (omdat we milieulast al lang in 1 totaal getal uitdrukken) ervoor gekozen de milieubesparing door energieterugwinning (in een afvalenergiecentrale) voor biobased producten anders te berekenen dan voor fossiele producten. Dat doet ook verder niemand en ook dat geeft verwarrende verschillen in resultaten voor biobased producten.

Van welke ervaringen en praktijkvoorbeelden uit het buitenland kunnen wij nog leren?

We kijken op dit moment naar de “Upfront Carbon” benadering uit Engeland. Dat is een nuttige methode en we hebben de beschrijving daarvan gebruikt om de basis te leggen voor onze Paris Proof embodied aanpak voor DGBC. Verder wordt in veel landen de nationale milieudatabase gratis en openbaar verspreid. Wij hebben het achter een licentie zitten en enkel te krijgen als je een erkend rekeninstrument hebt. Ik denk dat wij ook beter naar open source kunnen gaan, zodat iedereen de data makkelijk en vrij kan gebruiken.

Hoe stimuleren jullie marktpartijen om met de Whole Life Carbon aanpak aan de slag te gaan? Of: Wat heb jij van marktpartijen nodig?

Ik merk dat als ik het verhaal vertel vrijwel iedereen meteen enthousiast is. Het idee van een budget en daar binnen blijven spreekt aan en het feit dat je na je inspanning mag zeggen ‘Ik bouw of ontwikkel Paris Proof’ voelt veel beter dan dat je zegt ‘Ik bouw of ontwikkel onder de MPG plafondeis uit het bouwbesluit’, want dat doet iedereen.

Wat is je advies aan andere partijen die met de Whole Life Carbon aanpak aan de slag willen gaan?

Gewoon doen. Het is niet moeilijk en het geeft een prachtige focus voor je eigen organisatie en een prettig te communiceren doel.

Wat hoop je dat er tijdens de COP26 klimaattop bereikt wordt?

COP conferenties zijn notoir lastig. De hele wereld achter dit zelfde doel krijgen blijkt zeer ingewikkeld. Je ziet wel commitments, maar men voert het vervolgens toch niet uit. Ik denk dat we dicht bij onszelf moeten blijven. Geloven wij dat het nodig is, dan moeten we het uitvoeren en de noodzakelijke randvoorwaarden daarvoor zelf organiseren. In dat opzicht ben ik al hoopvoller over de EU Green Deal en met name het border mechanism dat ons economisch moet beschermen.

Bijdragen aan BuildingLife

Wil je bijdrage leveren aan BuildingLife? Meld je dan aan als Ambassadeur, of lees hier meer over #BuildingLife

DGBC-partners

NIBE bv

Professionals

Mantijn van Leeuwen

Gerelateerd

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Bestaande woningen

DGBC, Platform31 en Platform Woonopgave onderzoeken duurzame en rechtvaardige oplossingen voor woonopgave