BuildingLife Spotlight
Wat motiveerde je om #BuildingLife Ambassadeur te worden?
“CO2-reductie wordt nog te veel als een technische uitdaging beschouwd, terwijl het veel omvangrijker is. Het is een maatschappelijke opgave, een culturele opgave zelfs. Als architect hebben we de taak om techniek en cultuur te verbinden. Om binnen een paar decennia een CO2-neutrale bouwkolom te bereiken, moeten we alles anders gaan doen: hoe we bouwen, hoe we gebouwen gebruiken, maar ook hoe we arbeid waarderen.”
“Als maatschappij komen we alleen in beweging als de transitie naar een circulaire bouweconomie voor iedereen logisch en aantrekkelijk wordt. Het is onze missie als bureau om te helpen zoeken naar die logische en aantrekkelijke aspecten. Zo haal je met hergebruikte materialen bijzondere geschiedenis in een gebouw. Een staalskelet uit een universiteitsgebouw vormt nu bijvoorbeeld de constructie van BioPartner5. Sommige gebruikers studeerden eerder aan die universiteit en werken in het nieuwe gebouw weer naast de hergebruikte kolommen. Een rol als ambassadeur dwingt je om dit soort resultaten te delen. Hopelijk dragen we zo ons steentje bij aan de versnelling van de transitie.”
Op welke manier draagt Popma ter Steege Architecten bij aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving?
“Onze rol wordt steeds breder. We ontwerpen niet meer alleen om te bouwen. Samen met opdrachtgevers zoeken we naar optimale oplossingen met de grondstoffen, materialen, elementen en gebouwen die voorhanden zijn. Niet bouwen kan een hele goede oplossing zijn. Dat bleek ook het geval bij ‘De Stal’, een ontmoetingsgebouw in Leiden. In eerste instantie was de opdracht om het bestaande gebouw te slopen en een nieuw gebouw neer te zetten. We hebben laten zien dat het anders kan door de historische betekenis van de plek bloot te leggen en de functionele wensen onder te brengen in het bestaande gebouw.”
“De laatste jaren hebben we ons als bureau gespecialiseerd in circulair ontwerp. Duurzaamheid is daardoor als vanzelfsprekend in onze projecten verweven. Energieneutraal is voor ons niet bijzonder maar logisch, net als bouwen met minimale materiaalgebonden emissies. Opdrachtgevers zijn zich hiervan bewust als ze ons benaderen.”
Welke ambitie heeft Popma ter Steege Architecten met het oog op Whole Life Carbon?
“Vanuit onze adviesrol hebben we de meeste invloed. Als organisatie willen we onze voetafdruk meetbaar en inzichtelijk maken. In onze ontwerpen zijn operationele en materiaalgebonden emissies een belangrijk speerpunt. Vanaf nu hanteren we de kaders uit de Whole Life Carbon Roadmap om te ontwerpen en bouwen binnen het 1,5 graden scenario van Parijs. Bij BioPartner5 hebben we de richtlijnen voor operationele en materiaalgebonden emissies voor het eerst in de praktijk gebracht. Of onze ambitie realistisch is, gaat blijken bij onze volgende projecten.”
“Het werken met materiaalgebonden emissies is in ons hele ontwerpproces verankerd. Vanaf het begin werken onze ontwerpteams samen met specialisten die globale MPG-berekeningen maken. Tijdens het ontwerpproces worden die berekeningen steeds aangescherpt. De energieprestatie van gebouwen is ook een integrale ontwerpopgave. Samen met installatieadviseurs werken we aan optimale gebouwvolumes, isolatie en voldoende energieopwekking. Verder kijken we hoe we het aantal installaties kunnen verminderen en standaardiseren.”
Welke elementen zijn belangrijk op weg naar een CO2-neutrale bouwkolom in 2040?
“Meer doen met minder. Alles wat al is geproduceerd moeten we veel beter benutten. In eerste instantie zetten we in op grootschalig hergebruik van bouwmaterialen. Houtbouw en biobased oplossingen zijn voor ons de tweede optie.”
Hoe kun je operationele en materiaalgebonden emissies met elkaar verbinden?
“Door te studeren op een optimaal volume voor een gebouw. Zo kun je voldoende dak- of geveloppervlak realiseren om de energieopwekking van een gebouw te garanderen. Op het eerste gezicht lijkt er een eenvoudig verband te bestaan tussen die twee. In de schoolboeken leerde je dat een compact – bijvoorbeeld vierkant – gebouw optimaal is qua energie- en materiaalgebruik. Een relatief groot dakoppervlak biedt ruimte voor veel zonnepanelen. Dat is positief voor de operationele emissies van een gebouw, maar negatief voor de materiaalgebonden emissies. In tweede instantie is de opgave dus complexer.”
“In onze optiek moet de toekomstbestendigheid van een gebouw ook meewegen. Zo blijkt een compact gebouw op lange termijn lastig aan te passen, terwijl een ondiep gebouw met veel uitzicht wel flexibel is. Daarom worden veel compacte gebouwen na het eerste gebruik gesloopt: ze bleken niet geschikt voor de nieuwe functie. Gebouwen moeten dus iets minder compact en aanpasbaar zijn om sloop op middellange termijn te voorkomen, ook al levert dit in eerste instantie meer operationele en materiaalgebonden emissies op. Reductie van operationele en materiaalgebonden emissies bereik je door beide aspecten continu af te wegen en bij elkaar te brengen in het optimale gebouw. De Whole Life Carbon Aanpak helpt daarbij.”
Wat verwacht je van de overheid en marktpartijen om de Whole Life Carbon aanpak vooruit te brengen?
“Overheden moeten sneller tot strenge wetgeving komen. Denk daarbij aan veel scherpere eisen voor de Milieu Prestatie Gebouwen (MPG). Ook met aanbestedingen waarin de Whole Life Carbon aanpak doorslaggevend is, kan de overheid direct een verschil maken. De overheid kan innoverende partijen op dit gebied actief stimuleren. Grote marktpartijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen en veel transparanter communiceren over hun voetafdruk. Kleinere partijen kunnen met een beetje lef een concurrerende factor worden en grote organisaties dwingen om anders te werken.”
Van welke ervaringen en praktijkvoorbeelden uit het buitenland kunnen wij nog leren?
“Verschillende projecten uit Japan blijven ons inspireren. Denk aan prachtige demontabele houtconstructies uit een ver verleden, maar ook het recente werk van een architect als Shigeru Ban. Twee decennia terug introduceerde Ban karton als bouwmateriaal. De gebouwen die hij met karton en andere materialen realiseert zijn prachtig en hebben ook nog eens een minimale voetafdruk. Zijn onderzoekende houding is motiverend. Hier spiegelen wij ons als architecten aan. In Nederland zijn grootschalige materiaalexperimenten immers schaars.”
“De Franse architecten Lacaton & Vassal zijn ook voorbeelden, met name door hun autonome positie in projecten. Ze adviseren vaak om niet te slopen, maar een gebouw slim aan te vullen. Neem de flatrenovatie in Grand Parc in Bordeaux: een slimme uitbreiding van appartementen met respect voor het bestaande.”
Hoe zorgen we ervoor dat de hele Nederlandse bouwsector mee gaat doen?
“Door voorbeelden te realiseren, te laten zien dat het kan - en dat het aantrekkelijke gebouwen oplevert. Vervolgens kan de overheid meer druk uitoefenen door deze voorbeelden te honoreren in aanbestedingen.”
Wat is je advies aan andere partijen die met de Whole Life Carbon aanpak aan de slag willen gaan?
“Doen! Het is een buitengewoon inspirerende en stimulerende zoektocht. Verbind je aan partijen die deze missie delen en ga samen aan de slag. De Whole Life Carbon aanpak verschaft een helder raamwerk voor de opgave waar we de komende decennia voor staan. Het levert gezonde en onderscheidende gebouwen op.”
Doe mee!
Wil je bijdragen aan een gebouwde omgeving zonder materiaalgebonden emissies? Onderteken dan de intentieverklaring, ga aan de slag met de roadmap Whole Life Carbon of lees meer over het #BuildingLife project.