Nieuwe beslisboom kantoren toont dat renoveren naar Paris Proof altijd loont

Meer en meer dringt het besef door dat gebouwen niet alleen veel energie gebruiken, maar dat het bouwproces zelf ook een grote bron van CO2-uitstoot is. Er zijn bijvoorbeeld enorm veel bouwmaterialen nodig om bestaande gebouwen te verduurzamen naar Paris Proof-niveau. De vraag is of de uitstoot door zulke ingrijpende renovaties opweegt tegen de energiewinst tijdens het gebruik van het gebouw. In opdracht van Dutch Green Building Council heeft DGMR daarom een beslisboom voor renovatie van kantoren opgesteld. Daaruit blijkt dat het altijd loont om te renoveren naar Paris Proof. 

  • Grootschalige renovaties naar Paris Proof geven een grote energiebesparing, maar vragen veel bouwproducten en installaties uit energie-intensieve processen. 

  • DGBC heeft onderzoek laten doen naar totale CO2-impact van grootschalige renovaties 

  • De conclusie is dat de CO2-impact van het bouwproces ruimschoots wordt terugverdiend door de energiebesparing, zowel met traditionele materialen als - te prefereren - biobased materialen 

Nieuwe gebouwen zouden op jaarbasis geen energie meer mogen gebruiken om de klimaatdoelen te halen. Dat betekent dat alle emissies worden veroorzaakt door het bouwproces. Om ook bestaande gebouwen Paris Proof te maken, zijn gigantisch veel bouwmaterialen nodig. Bijvoorbeeld voor het vernieuwen of upgraden van gevels, installaties en duurzame energieopwekking. Uit onderzoek van het consortium Circulaire Energierenovaties blijkt dat bij energetische renovaties van bestaande gebouwen 129 Mton materiaalgebonden CO2-emissies vrijkomt, terwijl de impact van de huidige nieuwbouwopgave tot 2030 wordt geschat op ongeveer 46 Mton CO2-uitstoot. 

Verduurzamen tot hoger energielabel, Paris Proof of werkelijk energieneutraal 

De renovatieopgave is enorm. Om je op weg te helpen ontwikkelde DGMR een beslisboom voor kantoren. De nieuwe beslisboom borduurt voort op de beslisbomen voor onderwijs, zorg en logistiek. Aan de beslisboom voor kantoren is de CO2-impact van materialen toegevoegd.  

DGMR heeft vier referentiekantoorgebouwen doorgerekend: small, medium, large en extra large. Vervolgens zijn de maatregelen en technieken bepaald om van de labelklassen F, C en A, naar een hoger label of duurzaamheidsniveau te komen. Dit betreft energielabel A of A+++, wat het niveau volgens de Renovatiestandaard is. Daarnaast is uitgewerkt hoe je van label F, C of A naar Paris Proof komt, ofwel 70 kWh/m2 voor kantoren. Of zelfs tot WEii-klasse WENG: werkelijk energieneutraal en dus 0 kWh/m2. Omdat Paris Proof en WENG over het totale energiegebruik gaan, is er verder de keuze om meer of minder energie voor gebruikersenergie mee te nemen. 

Toegepaste energiemaatregelen 

Bij de maatregelen is steeds een business-as-usual maatregelenpakket en een biobased variant doorgerekend. Voor installaties is die tweede variant lastiger te realiseren. Er zijn immers nog geen biobased installaties beschikbaar, maar installaties hebben wel een grote CO2-impact.  

De maatregelpakketten zijn grotendeels gelijk. De gedachte is dat gebouwen eerst klaar moeten worden gemaakt voor de stap om van het gas af te gaan. Dat kan met goede isolatie, warmteterugwinning en een lage temperatuurafgifte-systeem. Een volgende stap is het installeren van een warmtepomp. Daarnaast moet een gebouw voorzien zijn van ledverlichting. Grote gebouwen komen met deze maatregelen tot label A. Bij kleinere gebouwen zijn vaak zonnepanelen nodig om diezelfde labelsprong te maken. De stap naar energielabel A+++, Paris Proof en WENG wordt vervolgens gemaakt door meer zonnepanelen te plaatsen.  

Terugverdientijd zonnepanelen 

De invloed van zonnepanelen op de terugverdientijd is groot. De terugverdientijd van traditionele zonnepanelen is 7,5 jaar, blijkt uit gegevens in de Nationale Milieudatabase en MPG-berekeningen. Dat is langer dan de energetische terugverdientijd van gebouwgebonden maatregelen, zoals van isolatie of het installeren van een warmtepomp. Bij gebouwen die naar Paris Proof en WENG gaan en meer zonnepanelen nodighebben, neemt de terugverdientijd daardoor toe.  

Het energiegebruik van gebouwen verminderen zou het startpunt moeten zijn. En de ontwikkeling van duurzaam en lokaal geproduceerde zonnepanelen helpt om ook de CO2-impact daarvan te verkleinen. 

CO2-impact van maatregelpakketten 

De beslisboom kantoren geeft inzicht in de CO2-impact van verschillende maatregelpakketten voor renovaties.  Bij renovaties is de materiaalimpact sterk afhankelijk van de grootte van het gebouw. Het kleine XS kantoorgebouw heeft per vierkante meter vloeroppervlak meer geveloppervlak dan het grote XL kantoor. De stap naar label A+++ geeft bij het XS kantoor een materiaalimpact van 200 kg CO2/m2. Voor klasse M tot XL kantoren ligt dit tussen de 100 en 50 kg CO2/m2 bij een traditionele renovatie. Met de biobased oplossing verminder je de uitstoot met 25 procent.  

DGBC heeft eerder grenswaarden opgesteld voor de CO2-impact van materialen bij nieuwbouw en renovaties. Het CO2-budget voor renovatie is destijds bepaald aan de hand van de totale renovatieopgave, maar de ene renovatie is de andere niet.Uit het onderzoek van DGMR blijkt dat De huidige energetische situatie van het gebouw een belangrijke factor is en ook de grootteklasse speelt een rol. Vanuit DGBC zullen we dit meenemen in de verdere ontwikkeling van het CO2-budget voor renovaties. 

Biobased oplossingen verkorten terugverdientijd 

De resultaten van de vele berekeningen in het onderzoek laten een heldere lijn zien: ingrijpend renoveren naar Paris Proof kan over de totale CO2-impact gezien, altijd uit. Ondanks de grote impact van bouwmaterialen. Ook bij een kantoorgebouw dat al energielabel C of A heeft, is de stap naar A+++ of Paris Proof verantwoord. Zelfs met nog niet duurzame materialen wordt de CO2-emissie vanuit het bouwproces binnen 4 jaar 'terugverdiend' door het lagere energiegebruik en daarmee minder CO2-uitstoot van het gebouw. Bij biobased materialen is deze terugverdientijd ongeveer een 1,5 tot 2 jaar korter. Naarmate het gebouw groter wordt neemt de terugverdientijd verder af. 

Aan de slag met de beslisboom kantoren

DGBC-partners

DGMR Bouw B.V.

Gerelateerd

Stichting W/E adviseurs

Stichting W/E adviseurs: ‘Verduurzamen van bestaand vastgoed en woningtekort zijn grootste uitdagingen voor komende jaren’

Brigit Gerritse nieuwe algemeen directeur Dutch Green Building Council

Brigit Gerritse wordt nieuwe algemeen directeur van Dutch Green Building Council

Bestaande rijtjeshuizen in woonwijk in Nederland

Meer woonruimte door te verbouwen: ondertekenaars manifest willen actie van minister Keijzer