

Nieuwe handreiking helpt markt op weg bij circulair verduurzamen
Renoveren om energie te besparen is een onderwerp dat al lang op de agenda staat en toch is het vandaag de dag nog een van de grootste uitdagingen in de gebouwde omgeving. Er moet meer gestuurd worden op materiaalgebonden emissies in energetische renovaties. Hoe pak je dit aan? DGBC ontwikkelde een handreiking met 10 marktpartijen om antwoord te geven op deze vraag.
Sommige energiebesparende maatregelen betalen zich al gauw terug, zoals het plaatsen van zonnepanelen en warmtepompen. In deze rekensom wordt de impact die de bouwmaterialenindustrie heeft vaak nog niet meegenomen. Renoveren zelf heeft ook een CO2-impact door toevoeging van materialen, waar we nu nog snel overheen stappen.
Samen met DGBC-partners ontwikkeld
Daarom heeft DGBC samen met 10 DGBC-partners deze handreiking ontwikkeld om meer inzicht en handvatten te geven bij renovaties met aandacht voor zowel de energie- als materialenkant. De betrokken partners zijn Achmea, Altera, Aroundtown, a.s.r. real estate, Bouwinvest, CBRE IM, Colliers, Patrizia, Vesteda en Wereldhave.
Het document gaat onder andere in op het vaststellen van doelstellingen, ontwikkelen van een energetische routekaart, het circulair uitvragen bij energierenovaties en onderwerpen als de terugverdientijd en het bepalen van een interne CO2-prijs.
De markt op weg helpen met circulair verduurzamen
Circulair verduurzamen is nu nog niet de standaard, maar een integrale aanpak kan de markt op weg helpen. Binnenkort een interview met Laetitia Nossek en Karlijn Besse van DGBC, twee van de auteurs van de handreiking, en Jolien de Jongh, manager ESG bij Achmea Real Estate, over het belang van het document en hoe dit in de praktijk gaat helpen.
‘In je verduurzamingsactiviteiten wordt het in de toekomst alleen maar belangrijker om ook te kijken naar materiaalgebruik en CO2-uitstoot’, aldus De Jongh. ‘Verduurzamen mag geen vrijbrief zijn om nieuw materiaal te gebruiken en CO2 uit te stoten. Het is ook in het belang van beleggers dat aannemers een standaard kunnen gebruiken. Uiteindelijk wil je het voor het milieu goed doen en kosten-efficiënter werken. Dit document draagt daaraan bij.’