Ontwerpen binnen CO2-budget: 'voor mensen, leefbare steden en een duurzame toekomst’

In de #BuildingLife Spotlight serie gaan we in gesprek met #BuildingLife Ambassadeurs over hun ambities en ervaringen op weg naar een Whole Life Carbon Aanpak. Bij deze aanpak verbinden we operationele en materiaalgebonden emissies en kijken we naar de hele levenscyclus van een gebouw. Van CO2-neutrale gebouwen naar CO2-neutrale productie, bouw, gebruik en sloop/hergebruik!

Samen met World Green Building Council, diverse andere Europese Green Building Councils, private partijen, publieke partijen en de #BuildingLife Ambassadeurs werken we aan het #BuildingLife project. Het doel is om de Whole Life Carbon Aanpak te verankeren in nationale wet- en regelgeving. Verschillende ambassadeurs maken zich hard voor deze aanpak, onder wie Reinoud van der Zijde, senior architect bij LEVS architecten.

BuildingLife Spotlight

Wat motiveerde je om #BuildingLife Ambassadeur te worden?

“Duurzaam bouwen is een van onze speerpunten. Er is veel kennis, ervaring en innovatie binnen de bouwsector, maar ook de neiging om op eilandjes aan oplossingen te werken. We staan voor enorme opgaven, de klimaat- en biodiversiteitscrisis zijn het meest urgent. In het huidige tempo raakt ons CO2-budget - de maximale hoeveelheid CO2 die we mogen gebruiken om onder de 1,5 graden Celsius opwarming te blijven- binnen zeven jaar op. Als architecten voelen we de verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan integrale oplossingen voor de klimaatcrisis. Dat kan alleen als we meer samenwerken, kennis delen en ervaringen uitwisselen. Innoveren doe je in teamverband. Daarom ben ik ambassadeur, niet alleen voor DGBC, maar ook voor onze planeet.”

Op welke manier draagt LEVS bij aan verduurzaming van de gebouwde omgeving?

“De opgave is zo groot en complex dat sommige mensen afhaken of de hoop verliezen. Wij zijn optimistisch ingesteld en ik geloof ook dat verandering begint bij onszelf. Daarom steken we veel energie in meer bewustwording over de klimaatcrisis door intern inspirerende lezingen en discussiereeksen te organiseren. Die kennis nemen we mee naar opdrachtgevers en andere partijen binnen ons vakgebied. Veel opdrachtgevers willen duurzamer bouwen en hebben het daarbij over circulair, houtbouw of Paris Proof, maar weten vaak niet hoe. Wij werken aan inspirerende ontwerpen binnen een CO2-budget, ofwel carbon-based design.”


“We willen voorkomen dat we verzanden in simplistische en eenzijdige oplossingen. Daarom is het belangrijk om te weten aan welke knoppen je kan draaien om de voetafdruk te verkleinen. Momenteel onderzoeken we waar de grootste winst te behalen valt in onze projecten, want meten is weten. Dat levert soms verrassende resultaten op. Bij een workshop met collega’s namen we drie bestaande LEVS projecten als voorbeeld en onderzochten we hoe verschillende CO2-doelstellingen kunnen worden gehaald: 220 kg CO2/m2 in 2022, 139 kg CO2/m2 in 2030 en 50 kg CO2/m2 in 2050. Heel leerzaam en verrassend wat er mogelijk is binnen een beperkt CO2-budget.”

Welke ambitie heeft LEVS met het oog op Whole Life Carbon?

“We ontwerpen voor mensen, voor leefbare steden en voor een duurzame toekomst. We zoeken naar kansen om te innoveren en moeten nog slimmer ontwerpen om hoogwaardige projecten te realiseren binnen het CO2-budget en de streefwaarden die DGBC heeft gedefinieerd.”


“Operationele emissies minimaliseren we vaak al in onze projecten. Het is noodzakelijk dat we binnen een hele korte tijd ook de materiaalgebonden emissies reduceren. Het effect van broeikasgasemissies op het klimaat staat gelijk aan uitstoot vermenigvuldigt met tijd. Hoe langer CO2 in de atmosfeer is, hoe meer schade het aanricht. We kunnen het ons niet veroorloven om nog langer te wachten op een oplossing ergens in de toekomst. De opgave is nu!”

Welke elementen zijn belangrijk op weg naar een CO2-neutrale bouwkolom in 2040?

“We geloven niet in een paar spectaculaire en ambitieuze projecten op het gebied van Whole Life Carbon, terwijl de rest van de bouw op traditionele wijze doorgaat. De grootste invloed heb je als je ambitie vermenigvuldigt met omvang. Dat betekent dat we nadenken over ontwerpoplossingen die toepasbaar zijn op de hele woningbouw in Nederland.”


“De hele keten moet bijdragen om een CO2-neutrale bouwkolom te realiseren. Dat begint bij iets heel praktisch als een Programma van Eisen of kleur- en materiaalstaten die opdrachtgevers opstellen. De overheid moet ambitieuzer worden en sturen op CO2-budgetten.”

Hoe reduceer je de materiaalgebonden emissies van jouw projecten?

“We koppelen onze BIM-modellen aan de gegevens in de Nationale Milieudatabase en rekenen ermee volgens het rekenprotocol van DGBC. Zo kunnen we gericht keuzes maken, in ontwerp en materialisering, om de voetafdruk te verkleinen. We geloven in slim ontwerpen en niet maken wat niet nodig is. Met een integrale aanpak komen we tot ontwerpoplossingen die binnen de bestaande detaillering passen, niet eens zoveel duurder zijn, maar wél CO2 opslaan. Biogene CO2-opslag in biobased materialen biedt ook grote kansen om te compenseren voor delen van het gebouw die we wel in beton of staal moeten uitvoeren.”

Hoe kun je operationele en materiaalgebonden emissies met elkaar verbinden?

“Door de BENG zijn we al goed op weg om operationele emissies te verminderen. Wat betreft materiaalgebonden emissies valt er nog veel te winnen. Biobased- en andere manieren van bouwen zorgen ervoor dat we ook anders moeten nadenken over installaties. Als je dampopen bouwt heb je bijvoorbeeld minder installaties nodig, omdat het gebouw zelf een goed vocht- en warmte regulerend vermogen heeft.”

Wat verwacht je van overheden en marktpartijen om de Whole Life Carbon aanpak vooruit te brengen?

“De huidige MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) is ontoereikend en blijft een abstract getal. Zelfs bij gebouwen met een MPG van 0,5, wat een stuk lager is dan de wettelijke norm, blijkt dat we het helemaal niet zo goed doen als we kijken naar de CO2-voetafdruk. Daarom omarmen we het idee van een MPG-2 die specifiek kijkt naar materiaalgebonden emissies. Daarnaast moet biogene CO2-opslag worden meegenomen. Dan ontstaat er ineens een ander speelveld voor verschillende materialen en wordt biobased bouwen aangemoedigd. Sturen op emissies is concreter dan de MPG, omdat er een duidelijk gedefinieerd CO2-budget is voor onze planeet. Het is aan ons hoe we dit budget gebruiken, maar dan moet wel eerst inzichtelijk zijn hoe we het beschikbare budget nu besteden.”


“Als het laagdrempeliger wordt om inzicht te krijgen in de emissies van een project en wij als ontwerpers actiever gebruikmaken van de Nationale Milieudatabase (NMD), hopen we dat de inhoud van de database verbetert. Producten die heel duurzaam moeten zijn, scoren nu soms slecht, omdat ze niet goed in de NMD staan. Hoe eerder in het ontwerpproces duidelijk is wat de materiaalgebonden emissies van verschillende gebouwonderdelen zijn, hoe beter we kunnen sturen op het CO2-budget.”

Van welke ervaringen uit het buitenland kunnen wij nog leren?

“Wereldwijd zijn er allerlei manieren om emissies in de bouw te reduceren. Elk land heeft zijn eigen methodiek, software en wet- en regelgeving. De voetafdruk uitdrukken in kilogram CO2 per vierkante meter, zoals DGBC dat doet, heeft veel potentie. Ramboll en Henning Larsen uit Denemarken riepen recent heel trots dat zij vanaf nu al hun projecten ontwerpen binnen een budget van 85 kg CO2-equivalent per vierkante meter. Dat is geweldig. Uit nader onderzoek bleek wel dat zij net een andere berekening hanteren en bepaalde onderdelen binnen de levenscyclusanalyse niet meenemen, die wij in Nederland juist wel meerekenen. Een internationale standaard zou helpen om projecten te vergelijken en inzicht te krijgen in hoe goed of slecht we het doen.”

Hoe stimuleren jullie marktpartijen om met de Whole Life Carbon aanpak aan de slag te gaan?

“Door met elkaar in gesprek te gaan en oplossingen te bieden. Materiaalgebonden emissies inzichtelijk maken en verbinden aan een CO2-budget blijkt in de praktijk goed te werken. Zo wordt Paris Proof erg concreet en meetbaar, en maken we duidelijke keuzes. Een opdrachtgever met moed en visie is daarbij essentieel.”

Hoe zorgen we ervoor dat de hele bouwsector in Nederland gaat meedoen?

“In zijn boek ‘Omarm de chaos’ omschrijft Jan Rotmans wat ervoor nodig is om een kanteling teweeg te brengen in een transitie. Blijkbaar heb je 25 procent van de mensen nodig om een omslagpunt te bereiken, daarna volgt de rest. Dat vind ik hoopvol. Een crisis is een uitgelezen kans om daadwerkelijke verandering teweeg te brengen voor een duurzame toekomst. De enige manier waarop je dat bereikt, is om binnen de hele keten met elkaar in gesprek te gaan. En we moeten de moed hebben om onbekende terreinen te betreden.”

Wat is je advies aan andere partijen die met de Whole Life Carbon aanpak aan de slag willen gaan?

“Maak het meetbaar: meten is weten. Maak gebruik van dezelfde methodiek, zodat je resultaten kunt vergelijken. Het rekenprotocol van DGBC is een uitstekend instrument dat gebruikmaakt van de bestaande NMD.”


“En deel kennis en ervaring met elkaar. Dit is niet het moment om kennis voor jezelf te houden. De komende tien jaar moeten we emissies met 75 procent reduceren. Hoe langer we wachten om in actie te komen, hoe ingewikkelder de opgave.”

Doe mee met #BuildingLife

Wil je bijdragen aan een gebouwde omgeving zonder materiaalgebonden emissies? Onderteken dan de intentieverklaring, ga aan de slag met de roadmap Whole Life Carbon of lees meer over het #BuildingLife project.

Professionals

Reinoud van der Zijde

Gerelateerd

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Bestaande woningen

DGBC, Platform31 en Platform Woonopgave onderzoeken duurzame en rechtvaardige oplossingen voor woonopgave