

Met trots is op 20 maart 2025 de voorlopige Routekaart Circulaire Klimaatinstallaties gepubliceerd tijdens de Nationale Conferentie Circulaire Economie. Het biedt een duidelijke koers richting 2030 en helpt de sector om de milieu-impact van installaties te verminderen en de afhankelijkheid van kritieke en strategische grondstoffen te verkleinen.
Klimaatinstallaties, zoals systemen voor verwarming, koeling en ventilatie, vormen een essentieel onderdeel van gebouwen, maar hebben ook een aanzienlijke milieu-impact. Zo’n 40% procent van de milieu-impact van een gebouw komt voor rekening van installaties (bron: EIB), waarin klimaatinstallaties een groot aandeel hebben. Daarnaast is het van belang om de weerbaarheid van de sector te vergroten door minder afhankelijk te worden van kritieke en strategische grondstoffen.
Voor 2030 zijn in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) specifieke doelen opgenomen voor klimaatinstallaties. In 2030 moet de milieukostenindicator (MKI) met 25% zijn gereduceerd ten opzichte van 2016, de levensduur van installaties met 50% zijn verlengd, en moeten 100% van de componenten en toestellen hoogwaardig worden hergebruikt of gerecycled. Daarnaast richt de routekaart zich op het versterken van de leveringszekerheid en het verminderen van de afhankelijkheid van kritieke grondstoffen, zoals lithium, koper en palladium, die essentieel zijn voor de installatiebranche.
Deze routekaart is een gezamenlijke inspanning van de Circulaire Maakindustrie (CM) en Circulair Bouweconomie en opgesteld vanuit de productgroep van Circulaire Klimaatinstallaties en bestaat uit:
De productgroep wordt ondersteund door Thomas Wellink, senior adviseur Duurzaam & Innovatief Bouwen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
De transitie naar circulaire klimaatinstallaties vereist een gezamenlijke inspanning van de gehele keten. Fabrikanten, installateurs, opdrachtgevers en beleidsmakers worden opgeroepen verantwoordelijkheid te nemen om circulaire principes toe te passen in ontwerp, productie, onderhoud en hergebruik. Dit vraagt om innovatie, samenwerking en concrete actie om materialen efficiënter te gebruiken, installaties slimmer te ontwerpen en hoogwaardige recycling en hergebruik te bevorderen. Door nú in beweging te komen, kan de sector bijdragen aan een toekomstbestendige, circulaire maakindustrie en gebouwde omgeving.