“Sociale duurzaamheid gaat met 200 kilometer per uur naar de boardroom”

“Maak je borst maar nat, sociale duurzaamheid gaat met 200 kilometer per uur naar de boardroom”, zegt Michel Scholte van Impact Institute en minister van de nieuwe economie. DGBC-directeur Annemarie van Doorn beaamt: “Straks is het verplicht om aan sociale eisen en doelen te voldoen, maar met onze energie bij elkaar kunnen we nu al grote stappen zetten om vorm te geven aan de S van ESG.” Veel partijen uit de bouw- en vastgoedsector werken al aan sociale duurzaamheid, maar een eenduidige definitie, gemeenschappelijke taal en aanpak ontbreken. Op 4 april hielden Urban Land Institute (ULI) en DGBC een werksessie over het sociale deel binnen Environmental, Social and Governance (ESG).

Tientallen professionals uit de bouw- en vastgoedsector verzamelden zich bij EDGE Stadium in Amsterdam Zuid en gingen in kleine groepen in gesprek over wat sociale duurzaamheid betekent en hoe je dit concreet en meetbaar maakt. Deelnemers deelden ervaringen en ideeën over hoe je een gezonde, leefbare en inclusieve gebouwde omgeving maakt. Nicole Maarsen, voorzitter ULI: “Wegkijken kan niet meer, gebouwen moeten socialer en inclusiever zijn. Losse schakels in de keten doen al wat op dit vlak. Nu is het tijd voor verbinding.” Van Doorn merkt op dat iedereen persoonlijk gemotiveerd is om een bijdrage te leveren aan een mooier en socialer Nederland. “Bij DGBC werken we hieraan met keurmerken, frameworks en programma’s, maar het begint bij ieder individu. Vanuit mijn achtergrond in de verslavingszorg en mijn werkervaring bij een tbs-kliniek is mensen helpen mijn drijfveer.”

Sociale cohesie

Armoede terugdringen is het doel van Marjolijn van Gerven, vanuit het Leger des Heils alliantiecoördinator van SDG 1: Geen armoede. “Dat doel geldt ook voor ons eigen land. Armoede is een belangrijke veroorzaker van maatschappelijke problemen die de overheid als deelonderwerpen beschouwt. In mijn zoektocht naar wat ik daarin kan betekenen kwam ik uit bij de Sustainable Development Goals en het Leger des Heils, waar ik twintig jaar geleden ook werkte.” Kijk niet alleen naar gebouwen, is haar oproep. “Geen dak boven je hoofd hebben is een vorm van armoede."

Van Gerven vervolgt: "Daarom vraag ik aandacht voor deze groeiende groep mensen zonder dak boven hun hoofd in het nadenken over en realiseren van een inclusieve gebouwde omgeving. Met het Nationaal Actieplan Dakloosheid (nov 2022), conform het Finse model Housing First en de Verklaring van Lissabon, stelt de overheid als doel dat iedereen in 2030 een eigen thuis heeft. Dat geldt niet alleen voor mensen die op straat wonen, maar ook voor mensen die bij ons in de maatschappelijke opvang wonen. Hoe zorgen we ervoor dat zij straks allemaal een eigen (t)huis hebben en zich verbonden voelen met de wijk? Dat is de grootste social opgave binnen de S van ESG."

Dit verhaal was het startpunt voor het gesprek aan een van de tafels: “Een netwerk opbouwen is extra belangrijk voor deze mensen”, denkt Dylhan Groenendijk (AM). Breng eerst het bestaande netwerk in kaart en organiseer ontmoeting op een ongedwongen manier, luidt het advies van zijn tafel. Tafelvoorzitter Maarsen deelt het idee om kantoren die in het weekend leegstaan open te stellen voor daklozen en multifunctioneel gebruik van gebouwen te stimuleren. Emile Klep (Woonplus Schiedam) benadrukt namens zijn groep dat sociale cohesie niet alleen gericht moet zijn op mensen met woonproblemen en moeilijke wijken, “verbind smalle en brede schouders.”

Betaalbaar en inclusief

“We zijn een klassensamenleving geworden, en dat is heel confronterend”, zegt Scholte. “De Atlas van afgehaakt Nederland laat zien dat we zeven klassen hebben in Nederland die naast elkaar leven. De race om niet tegen planetaire grenzen aan te lopen, moet ook inclusief zijn.” Hoe zorgen we voor meer verbinding en ontmoeting? Via regulering, meer typen mensen en soorten woningen mengen in een gebouw en een buurt kan een oplossing zijn, deelt tafelvoorzitter Jan Noorda (Lister Buildings). “Aparte ingangen voor sociale huur- en koopwoningen in een gebouw kunnen niet meer. Ook moet de semipublieke ruimte ontmoeting stimuleren.” Maarsen is het daarmee eens: “De lift is het mooiste element van een gebouw. Als je elkaar daar tegenkomt, moet iemand toch vragen hoe je heet, wat je doet en wie je bent.”

De tafel van voorzitter Stephan de Bie (Vesteda) ziet deelfaciliteiten ook als oplossing voor meer verbinding en gemeenschapszin. Hij benadrukt dat alle investeringen nu voor de lange termijn zijn. Scholte reageert: “Financieel zijn we best goed in langetermijndenken. Maar als het gaat om sociaal en de natuur, moeten we op de lange termijn meer kijken naar veerkracht, weerbaarheid en leefbaarheid. Daarvoor is een systeemupdate nodig.”

Gezond en leefbaar

Voor inclusiviteit en leefbaarheid wordt ontwerpen vanuit diversiteit en het concept meergeneratiewoningen genoemd door Maarsen. Alleenstaande ouderen, gezinnen en jongeren leven dan samen in een gebouw. “Elkaar kennen en ontmoeten zorgt voor meer burenhulp, een veiliger gevoel, voorkomt eenzaamheid en draagt bij aan meer woongeluk”, stelt Anne van Grinsven, manager strategie en organisatie bij Woonzorg Nederland. “In gebouwen waar activiteiten worden georganiseerd helpen mensen elkaar sneller. Een aantrekkelijke ruimte en een professional die meehelpt zijn daarvoor essentieel.”

Voor een gezonde leefomgeving is ook groen van groot belang. “De link tussen groen en gezondheid is heel sterk. De hoeveelheid antidepressiva die mensen gebruiken heeft bijvoorbeeld een lineair verband met het aantal bomen in de leefomgeving. De positieve invloed van bomen is nog groter in armere buurten dan in welvarende wijken. Een onsje welzijn scheelt een kilo zorg”, zegt Van Grinsven. Bij ieder project is het daarom belangrijk om te beginnen vanuit een duidelijke visie op gezondheid, zegt tafelvoorzitter Patrick de Baat (a.s.r. real estate). “Stel minimumeisen voor gezondheid waaraan ieder gebouw of gebied moet voldoen”, adviseert hij namens zijn groep.

Verdiepen in mensen

“Mensen moeten zich fijn voelen op een plek. Niet alleen de bewoners, maar iedereen in een gebied”, zegt tafelvoorzitter Micha Reusen (Bouwinvest). “Mensen moeten hun thuis groter maken dan hun woning en zich eigenaar voelen van de leefomgeving. Dat is niet iemands bezit, je moet met elkaar voor die omgeving zorgen. Hoe je eigenaarschap en meer leefbaarheid realiseert, is afhankelijk van het gebied. Dat kan topdown of bottom-up functioneren.”

“Op gebouw- en gebiedsniveau moeten we meer feedback vragen aan eindgebruikers. Bij iedere gebiedsontwikkeling moet er een quickscan komen om de wensen van bewoners in kaart te brengen. En maak dat transparant”, vult Paul Wessels (Blue Module) aan namens zijn tafel. Van Doorn knikt instemmend: “We moeten niet voor mensen denken, maar ons verdiepen in mensen. Het is eigenlijk heel dat we dat nog niet zo erg doen.” Scholte beaamt: “Het is hun huis en leefomgeving, dat moeten we erkennen en als uitgangspunt nemen.”

Ketenverantwoordelijkheid

Naast aandacht voor bewoners en gebruikers moeten we meer oog hebben voor mensen in de hele waardeketen. “Een sociale gebouwde omgeving gaat ook over mensenrechten en arbeidsomstandigheden in de hele keten. Het lijkt ver weg, maar ook in Centraal-Europa en Nederland worden werknemers in de bouw blootgesteld aan minder veilige en financieel minderwaardige werkomstandigheden. Dat is lange tijd weggestopt en dat kan niet meer. We moeten een transitie doormaken van groei naar bloei, naar een overzichtelijke keten waarin iedereen wordt gehoord en mensenrechten worden gerespecteerd”, zegt Scholte.

“De gebouwde omgeving heeft een grote invloed op gelijkheid en ongelijkheid”, zegt Van Doorn. “Er is veel nodig om samen meters te maken, zowel voor sociale als milieudoelen. Ik zou het geweldig vinden als we met elkaar tot een plan en acties komen om de gebouwde omgeving mooier te maken. Dat gaat ook over inclusiviteit, betaalbaarheid, gelijkheid, veiligheid, gezondheid en leefbaarheid.”

Sociale duurzaamheid meten

Coen van Oostrom (EDGE Technologies) hoopt dat er na werksessies als deze meer consensus ontstaat over wat sociale duurzaamheid betekent: “De E (Environmental, red.) van ESG is meer wiskundig en makkelijker te vangen in een getal. Bij de S van Social is dat moelijker en we geven daar op verschillende manieren invulling aan. We zitten samen in de verkenningsfase. Het zou mooi zijn als er een framework komt.” Maarsen vult aan: “De E en S zitten dichtbij elkaar. Een paar jaar geleden konden we niet voorspellen dat we nu biodiversiteit zouden meten. Hoe zit het met sociaal? Er zijn ook redenen om niet voor één taal te kiezen, wat werkt is afhankelijk van het gebouw en de context. Toch zou het mooi zijn als we kpi’s kunnen vaststellen en die als mantra de wereld in brengen. Gebruik daarvoor bestaande standaarden en instrumenten, adviseert tafelvoorzitter Wessels. “Neem bijvoorbeeld de leefbarometer als uitgangspunt om de S te meten.”

Volgens Scholte is die gemeenschappelijke taal hard nodig, nu is er collectief sociaal analfabetisme. “We spreken de taal van geld en krijgen steeds meer grip op CO2. Maar dat is veel abstracter dan mensen, alsof je dat kan zien. Daarom moeten we werken aan een nieuw soort alfabetisme op het gebied van sociale duurzaamheid, gezondheid en milieu”, stelt hij. Bovendien is voldoen aan sociale doelen straks verplicht. “Wordt het compliance or die?”, vraagt hij zich hardop af. “De CSRD en andere Europese wet- en regelgeving komen eraan, ook de deadline van 2030 voor de Sustainable Development Goals nadert. Ga je leiderschap nemen vanuit je eigen motivatie of doe je het omdat het moet? Laten we samen een beweging creëren naar een inclusieve, meer menswaardige bouw voor iedereen.”

Bekijk alle foto's van de werksessie

SDG's

Logo voor Geen armoedeGeen armoede | Logo voor Goede gezondheid en welzijnGoede gezondheid en welzijn | Logo voor Betaalbare en duurzame energieBetaalbare en duurzame energie | Logo voor Eerlijk werk en economische groeiEerlijk werk en economische groei | Logo voor Ongelijkheid verminderenOngelijkheid verminderen | Logo voor Duurzame steden en gemeenschappenDuurzame steden en gemeenschappen | Logo voor Verantwoorde consumptie en productieVerantwoorde consumptie en productie

Gerelateerd

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Bestaande woningen

DGBC, Platform31 en Platform Woonopgave onderzoeken duurzame en rechtvaardige oplossingen voor woonopgave