Nederland is een belangrijk distributieland. Er is dan ook een toenemende vraag naar distributiecentra en logistieke panden, ook door de vlucht die het online winkelen heeft genomen. Er blijven dus meer en steeds grotere logistieke bedrijfshallen bijkomen.
De opstellers van het rapport Martanalyse Logistiek van Savills verwachten dat de totale oppervlakte van logistieke gebouwen in Nederland tot 2050 zal verdubbelen. De marktanalyse is een onderdeel van de routekaart die de Paris Proof-werkgroep Logistiek dit najaar publiceert.
Logistieke panden vallen onder de gebouwen met een (lichte) industriefunctie. In het rapport van Savills is dat een bedrijfshal van tenminste 8 meter hoog, groter dan 5.000 m2 en met een substantieel aantal laaddeuren.
Duurzaamheid
Bij het ontwikkelen van nieuwe logistieke gebouwen wordt helaas niet altijd naar de duurzaamheid gekeken. Er is geen labelplicht voor logistieke gebouwen, hoogstens de inpandige of aangebouwde kantoren moeten een energielabel hebben. Uit de analyse van Savills blijkt dat liefst 64% geen energielabel heeft. Van de overige 36% van de logistieke panden die wel een energielabel heeft, is 20% voorzien van het label A. Maar zelfs dan betreft het alleen een label voor het kantoorgedeelte van het gebouw, in verhouding maar een klein aantal vierkante meters. DGBC en de Paris Proof-werkgroep Logistiek spannen zich in om deze aantallen verder omhoog te brengen. Maar eigenlijk kijken zij verder dan de labels, want Paris Proof-methode baseert zich niet op labels, maar op het meten van het werkelijk verbruik. En daar ligt meteen een kans om de zogenoemde ‘verdozing’ een positieve draai te geven: benut de gebouwen optimaal om groene stroom op te wekken.