
In het Verduurzamingsplan maak je onderscheid tussen drie typen maatregelen:
- Quick wins (lage investeringen en terugverdientijden < 2 jaar)
De quick wins zijn vaak te behalen doordat uw gebouw energie ‘lekt’. Denk daarbij aan installaties die verkeerd ingeregeld staan. Maar vaak zijn de quickwins ook te behalen door gewoontes af te leren. Een medewerker die de verwarming altijd onnodig hoog zet, terwijl de ander graag het raam openzet. Bestudeer data van slimme meters en loop schouwrondes om te ontdekken waar je lekkages kunt stoppen.
Vaak is er geen grip op de energiestromen en is het financieel en CO2 lonend om de energiemeetbedrijven te benaderen voor ondersteuning. Zij kunnen ook data per kwartier/ uur aanleveren om de energieprestatie van gebouw actueel te monitoren (en de resultaten te rapporteren, zie stap 6). - Onderhoudsmaatregelen (terugverdientijden < 5 jaar, vaak wettelijk verplicht)
Uit met name de energie audits komen besparingsmaatregelen die ook wettelijk verplicht ingevoerd moeten worden. Dat kan het beste op natuurlijke momenten. De maatregelen moeten daartoe worden opgenomen in het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) dat dan een Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan (DMJOP) wordt. Er moet dan wel extra budget aangevraagd worden voor deze verduurzaming. - Verduurzamingsmaatregelen (grote investeringen, gebouwrenovaties en bij nieuwbouw)
Een klimaatinstallatie anders inregelen is direct toe te passen, maar de installatie vervangen of zonnepanelen aanleggen vergt een grote investering. Dat geldt ook voor isolatiemaatregelen, waarbij grote aanpassingen aan de gevel plaatsvinden en bij nieuwbouw waar meteen een toekomstbestendig gebouw aangelegd moet worden. Dit soort maatregelen vallen onder de noemer verduurzamingsmaatregelen.
Resultaat
Het Verduurzamingsplan maakt voor alle betrokkenen inzichtelijk wat er te gebeuren staat.
Deze stap is onderdeel van
De zes stappen naar Parijs


Inventariseren portefeuille
Om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen zal er flink energie bespaard moeten worden. DGBC stuurt met het programma Paris Proof op inzicht en vermindering van het werkelijk gebruik. Hiermee kunnen we daadwerkelijk de uitstoot van de bestaande gebouwen reduceren.
Gebouwanalyse
Na de inventarisatie op grote lijnen, is het nu zaak om de details boven water te krijgen. Met die details breng je namelijk de mogelijkheden om te verduurzamen in beeld.
Verduurzamingsplan
Nadat het besparingspotentieel bekend is en een eerste selectie gemaakt is van de kansen, ga je een plan opstellen voor de verduurzaming van de gebouwen tot 2030 (49% CO2-reductie) met een doorkijk naar Parijs (2050).
Financiering en exploitatie
Met de vierde stap, het zorgen voor financiën, wordt het plan haalbaar gemaakt. Want ieder voorstel voor een maatregel, buiten de quickwins, brengt investeringen met zich mee.
Realisatie en gebruiksfase
De goedgekeurde plannen zijn er en het is ook nog eens financieel dichtgetimmerd: het is tijd voor de realisatiefase. Dat betekent allereerst dat je de geplande maatregelen en kosten gaat uitzetten bij aannemers en leveranciers.
Monitoring
De eerste set maatregelen is doorgevoerd en je gerenoveerde pand is heropend! Een feestelijk moment. Maar dat betekent niet dat je achterover kunt leunen.