De warmte kan gebruikt worden voor verwarming van woningen, utiliteitsgebouwen (gebouwen met een andere functie dan wonen) of kassen en ook voor elektriciteitsopwekking. Het warme water wordt gewonnen uit watervoerende lagen in de ondergrond. Per kilometer diepte stijgt de temperatuur met 30°C. Op 1 tot 4 kilometer diepte is die temperatuur opgelopen tussen 40 en 130°C. Daarom wordt ook wel gesproken van 'diepe geothermie' (in tegenstelling tot ondiepe aardwarmte, waarbij warmtepompen nodig zijn).
Voor het winnen van diepe aardwarmte is alleen pompenergie nodig om het water op te pompen. Het afgekoelde water wordt teruggevoerd in de bodem. Geothermie wordt in landen als Duitsland en Frankrijk veel toegepast, in Nederland nog relatief weinig.
Zie ook: aardwarmte.