Een Energieprestatie op locatie kan zowel voor nieuwbouw- als voor bestaande wijken worden berekend. De EPL wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 t/m 10. De hoogte van de EPL-score wordt bepaald door drie factoren:
- Het verbruik op gebouwniveau.
- De keuze van de energiedrager (gas, elektriciteit of warmte).
- De manier van productie van de energiedrager (efficiëntie van de energievoorziening).
Een EPL-score van 10 geeft aan dat in een wijk netto geen fossiele brandstoffen worden gebruikt. Dit kan bereikt worden door een efficiënte energievoorziening, een hoge mate van isolatie van de gebouwen en/of het gebruik van veel duurzame energie.
Vanaf het jaar 2000 moet tenminste een EPL van 6 worden gerealiseerd. Dit cijfer 6 is al haalbaar als woningen worden gebouwd met een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van 1,0 bij toepassing van individuele gasverwarming en een normale elektriciteitsvoorziening. De aanscherping van de EPC per 1 januari 2006 naar 0,8 heeft tot gevolg dat een nieuwe woonwijk een EPL heeft van 6,6.