Radon komt van nature voor in steenachtige materialen, de bodem, de buitenlucht en het komt (in geringe mate) vrij bij het verbranden van aardgas en het sproeien van water. Bouwmaterialen bevatten ook radon, maar vertonen onderling grote verschillen; het gas ontsnapt uit deze materialen. In gebouwen kan radon zich in de lucht ophopen (vooral in kruipruimten), waardoor de concentratie in de binnenlucht veelal hoger is dan buiten. Door goed ventileren daalt de radonconcentratie.