Een kantooreigenaar wil niet opdraaien voor de kosten voor verduurzaming van het gebouw als alleen de huurder daarvan profiteert. En een huurder op zijn beurt is te veel gefixeerd op een zo een laag mogelijke huur. Dit vingerwijzen richting de ander staat verduurzaming van de gebouwde omgeving in de weg.
Het gevolg: een kerkhof vol lege kantoren. En nauwelijks duurzame panden ouder dan twintig jaar. In 2013 is er al een extra miljoen vierkante meter leeggeraakt. In 2014 lijkt het kerkhof alleen maar voller te worden. Ook voor de retail lijkt dit scenario zich te gaan voltrekken.
Hoe kan deze impasse worden doorbroken? Ga vooral door met vingerwijzen, maar dan richting jezelf. Wat kun je zelf doen om panden te verduurzamen? Hoe zorg ervoor dat je als verhuurder voldoende kwaliteit levert aan de huurder? En wat doe je als huurder aan om goed te benoemen wat nodig is om gezamenlijk een gebouw te verbeteren? Ga eens dat gesprek aan. Een vlucht naar nieuwbouw is niet altijd de oplossing.
Werk maken van duurzaamheid
De verduurzamingsimpasse tussen eigenaren en huurders is op zichzelf best bijzonder. Er zijn namelijk genoeg redenen om wél werk te maken van duurzaamheid. Onafhankelijke onderzoeken geven vastgoedeigenaren duidelijke hints: groene kantoren zijn goed voor hogere huren, transactieprijzen en bezettingsgraden. Ook bij de consument wordt duurzaamheid meer en meer gemeengoed. Een man als Paul Polman (CEO bij Unilever) wrijft zijn publiek regelmatig in: “Wie nu niet aan duurzaamheid werkt, heeft als bedrijf over 15 jaar geen bestaansrecht meer.”
Genoeg positieve prikkels voor elke vastgoedeigenaar om te gaan verduurzamen, zou je zeggen. Naast deze economische prikkels, zijn er ook andere redenen waarom verduurzaming meer dan ooit noodzakelijk is. Wat te denken van de te snelle opwarming van de aarde, met klimaatverandering tot gevolg. Of strengere wetgeving vanuit Europa en de Rijksoverheid. In het Energieakkoord tussen de markt en de rijksoverheid staat niet voor niets dat de Wet Milieubeheer strenger gehandhaafd gaat worden. Eigenaren, huurders en vastgoedmanagers moeten niet raar opkijken als er ineens iemand van de Omgevingsdienst op de stoep staat.
Bedrijven zijn nu eenmaal al sinds 1 januari 2008 verplicht om energiebesparende maatregelen door te voeren die een kortere terugverdientijd vergen dan 5 jaar. De maatregelen voor kantoren, scholen en zorg zijn afgelopen augustus in samenwerking met het platform gepubliceerd. Let op, zowel huurder als verhuurder kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor het doorvoeren van de maatregelen.
Neem zelf initiatief
Maar waarom gebeurt er dan niets om de leegstand een halt toe te roepen en bestaande panden te verbeteren? Of veel te weinig? De oplossing moet echt worden gezocht in het gesprek met elkaar. Tussen huurder en verhuurder. Neem zelf het initiatief, wijs dus niet naar de ander, maar vooral ook naar jezelf! Iedereen is eindgebruiker. Bel je verhuurder of huurder op en zeg dat je een gesprek wilt om het gebouw beter te maken. Heb het niet over zware contracten, start laagdrempelig, creëer draagvlak en vertrouwen.
Slimme oplossingen
Stel daarbij voor om te starten met het monitoren van de bestaande situatie en om informatie te delen. Van daaruit kunnen gezamenlijke doelen worden opgesteld. Probeer daarna lichte Green Lease-afspraken maken. En zoek naar slimme effectieve oplossingen. Bijvoorbeeld: de huurder verlengt het contract met een paar jaar, de verhuurder plaatst zonnepanelen. Of de besparingen ten opzichte van de voorgaande jaren worden samen gedeeld. Er bestaan voldoende handige tools om gezamenlijk de impasse te doorbreken, het gesprek aan te gaan en werk te maken van het verduurzamen van bestaand vastgoed. Mijn afspraak met onze verhuurder staat al!