ROTTERDAM – De BREEAM-certificering is in Europa de meest gebruikte systematiek om de duurzaamheid van gebouwen te meten en te beoordelen. Dit blijkt uit cijfers van IVG Research LAB. 63% Van alle gecertificeerde gebouwen is voorzien van dit Britse keurmerk, dat in Nederland wordt beheerd door Dutch Green Building Council (DGBC). Daarmee blijft het de Amerikaanse variant LEED, de Duitse DGNB en de Franse HQE ver voor.
Vooral in de afgelopen anderhalf jaar heeft het BREEAM-certificaat fors aan populariteit gewonnen. Stond de teller in 2011 nog op 725 uitgegeven certificaten, in februari 2013 is dat aantal bijna verdriedubbeld naar 2947. Vooral in Groot-Brittannië, Polen, België en Nederland is BREEAM absolute marktleider. IVG Research LAB verwacht dat deze sterke stijging de komende jaren nog doorzet.
Volgens Maarten Dansen, manager projecten bij DGBC is de BREEAM-certificering zo succesvol door de lokale vertaling ervan. “Per land wordt het internationale keurmerk aangepast aan de regelgeving en de bouwpraktijk van het land. Voor Nederland doet DGBC dit, gesteund door marktpartijen. Hierdoor houden we de kwaliteit hoog en blijven de kosten laag, terwijl we tegelijkertijd de internationale vergelijkbaarheid borgen”, vertelt Dansen. Op dit moment bestaan al BREEAM-UK, BREEAM-NL, BREEAM-ES, BREEAM-NOR en BREEAM-DE. Landen zonder eigen variant gebruiken BREEAM International.
Van de andere duurzaamheidskeurmerken telt het Amerikaanse LEED in totaal 296 uitgegeven certificaten. Daarmee heeft LEED een Europees marktaandeel van 6%. Vooral in Zweden, Finland en Italië is dit Amerikaanse certificaat populair. Het Franse HQE (marktaandeel van 21%) en het Duitse keurmerk DGNB (9%) zijn vooral landelijk gevoerde duurzaamheidskeurmerken.