BREEAM-NL is in Nederland hét keurmerk om de duurzaamheidsprestatie van gebouwen te bepalen. Gebouwen worden beoordeeld op een negental onderdelen: Management, Gezondheid, Energie, Transport, Water, Materialen, Afval, Landgebruik & Ecologie en Vervuiling. Deze categorieën zijn weer opgebouwd uit verschillende credits. De scores op de verschillende onderdelen leidt uiteindelijk tot een totaalscore, uitgedrukt in sterren (1 t/m 5 sterren). Deze keer uitgelicht in de categorie Energie: ENE 26.
Op de tekentafel ziet een gebouw er goed geïsoleerd uit. Geen kieren, nissen of wanden waar stiekem warmte door verloren gaat of lucht door naar buiten kan. Dat is de theorie. Maar hoe is dat in de praktijk? Is het gebouw werkelijk zo goed geïsoleerd als de bouwtekeningen doen geloven? Is de CO2-emissie werkelijk zo laag als de berekeningen voor het ontwerp laten zien? Dit laten onderzoeken kan BREEAM-NL punten opleveren.
Thermografisch onderzoek
Met een thermografisch onderzoek krijg je een goed beeld van de thermische kwaliteit van het dak of de gevel. Ook kun je zien of er ergens een lek is in de verwarmingsleidingen. De uitvoering van zo’n onderzoek levert 1 BREEAM-NL punt op, alleen wanneer je daarna ook werk maakt van de gebreken die met het onderzoek zijn aangetoond. Let op: een thermografisch onderzoek kan niet in hartje zomer worden uitgevoerd, omdat dan de buitentemperatuur gemiddeld te hoog is.
Luchtdoorlatendheidsmeting
Een tweede BREEAM-NL punt kun je behalen door een luchtdoorlatendheidsmeting te laten uitvoeren. Met deze meting wordt het gebouw met grote ventilatoren als het ware opgeblazen of leeggezogen. Zo kan bij bepaalde drukverschillen gemeten worden hoeveel lucht het gebouw verlaat, of hoeveel lucht er binnenkomt. Ook hiervoor geldt weer: er moet wel wat met de uitkomsten van de meting worden gedaan om het punt te vergaren.
Toolbox
Wilt u weten wat de invloed is van een thermografisch onderzoek en een luchtdoorlatendheidsmeting op de BREEAM-NL score? Gebruik dan de Nieuwbouw en Renovatie Toolbox.