Verduurzamen van kantoren is niet vrijblijvend meer. Platform Duurzame Huisvesting formeerde daarom de Taskforce ‘Toekomstbestendig kantorenvastgoed’ met ruim 25 partijen uit de kantorenmarkt. Doel: bruggen slaan tussen de werelden van eigenaar, beheerder en huurder.
‘De ontwikkeling van duurzaam vastgoed is duidelijk ingezet,’ zegt Thomas Piessens, secretaris Platform Duurzame Huisvesting. ‘Maar dat geldt voor een selecte kopgroep. De vraag hoe we de gehele sector in beweging krijgen baart zorgen.’ Wetgeving als het Activiteitenbesluit en de geïntensiveerde handhaving hierop, en de komende label C-verplichting voor kantoren noopt de sector in actie te komen.
3 kernthema’s
De taskforce kwam vrijdag 31 maart bijeen, waarbij vertegenwoordigers van vastgoedeigenaren, financiers, exploitanten, huurders en taxateurs zich bogen over het vraagstuk van duurzaam bestaand vastgoed. ‘Welke kansen biedt verduurzamen, hoe verleiden we de eigenaar en huurder en welke knelpunten moeten anno 2017 nog opgelost worden,’ zegt Piessens ter inleiding. Er sprake van gescheiden werelden, met verschillende en op dit moment niet gelijkgerichte belangen. Voor de eigenaar is een gebouw een financieel middel, voor de huurder een kostenpost. Drie thema’s staan centraal:
- Vastgoedwaardering.
- Meerwaarde voor gebruiker/huurder.
- Demarcatie; de scheiding bij verduurzaming van rechten, plichten, kosten en baten en de rol- en risicoverdeling tussen eigenaar en huurder.
SWOT-analyse
De kernthema’s zijn naar voren gekomen in interviews met stakeholders uit de sector. Platform Duurzame Huisvesting presenteerde met kwartiermakers Stef Weekers (AT Osborne) en Albert Hulshoff (AHB Consultancy) een uitgebreide analyse. Veel schakels in het proces van eigendom, financiering, beheer en gebruik van gebouwen bemoeilijken besluitvorming. Afspraken over verhuur worden in Nederland voor 90% vastgelegd in de ROZ-modelovereenkomst. Dit model houdt partijen gevangen in de ongewenste ‘split incentive’ door de strikte demarcatie tussen verhuurder en huurder. Getalsmatig laat duurzaamheid zich nog moeilijk vangen in taxatie- en huurwaarde. Maar ook de lage energieprijzen brengen het proces van verduurzamen niet vanzelf op gang.
Ook de huurder is stakeholder
De ruim 25 partijen die bijeenkwamen op de Call 2 Action zijn gemotiveerd om stappen te zetten. Ook omdat het aan urgentie niet ontbreekt. Annemieke de Vries (Min. BZK) zette de toon: ‘Eigenaren van kantoren die per 1 januari 2023 geen label C of hoger hebben zullen eerst een boete ontvangen en – als het gebouw niet wordt verduurzaamd - mag het vervolgens niet meer gebruikt worden als kantoor.’ Daarmee raakt de label C-verplichting niet alleen meer de eigenaar, maar ook de huurder.
Eigen verantwoordelijkheid
De taskforce wist de aangedragen kansen en bedreigingen uit te breiden met concrete mogelijkheden tot verbetering. Het integreren van energieprestatie en duurzaamheidsaspecten in de taxatierapporten kan een hefboom zijn, waardoor financiers eigenaren tegemoet kunnen komen met soepele financieringsvoorwaarden.
Het verduidelijken van het standaard ROZ-huurmodel zorgt dat daadwerkelijk samengewerkt kan worden op het vlak van verduurzaming en het uitvoering geven aan het Activiteitenbesluit. Volgens de deelnemers is voor huurders de grootste benefit van verduurzaming: een comfortabele en gezonde werkomgeving, met een verbeterde arbeidsproductiviteit tot gevolg.
Verduurzamen van bestaand vastgoed is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, is de gedeelde conclusie. Alleen als partijen het belang van duurzame gebouwen als gezamenlijk doel zien, is versnelling mogelijk. Daarbij dient eenieder in de keten een bijdrage te leveren. Binnenkort worden de uitkomsten van de taskforce omgezet in acties.
Voor meer informatie: Platform Duurzame Huisvesting.