‘Duurzame maatregelen verdienen zich terug’ is het veelgehoorde argument om met duurzaamheidskeurmerk BREEAM-NL aan de slag te gaan. Maar regelmatig wordt ook gesteld dat certificeren met BREEAM-NL best kostbaar is. Loek Coerver van Rienks Bouwmanagement raadt daarom aan om vroegtijdig en bij het laaghangend fruit te beginnen. Als BREEAM-NL Expert heeft Coerver dit in de praktijk gebracht bij de certificering van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Als eerste hogeschool van Nederland verwierf het AHK een BREEAM-NL Ontwerpcertificaat.
Door M. Timmers
Duurzaamheidskeurmerk BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie bestaat uit een negental categorieën waarop een gebouw wordt beoordeeld. Deze categorieën zijn weer opgedeeld in verschillende credits; deelonderwerpen die punten opleveren. Samen vormt dat de BREEAM-NL score. De ene credit is ‘voordeliger’ te verdienen dan de ander. En alle credits dragen bij aan de duurzaamheid van een gebouw.
Management
De credit MAN 12 gaat over de levenscycluskostenanalyse. In het kort komt dit neer op het volgende: men berekent vooraf wat de meest voordelige ontwerpoplossingen zijn vanuit de invalshoek van de gehele levensduur van het gebouw. Bij het kiezen van de voordeligste oplossingen kunnen de toekomstige besparingen groot zijn, terwijl de kosten voor de berekeningen relatief zeer beperkt zijn, stelt Coerver. “Deze credit ishet laaghangend fruit in optima forma en zou eigenlijk standaard in elk project toegepast moeten worden.”
Energie
Ook met de credit over energiebesparing (ENE 1) zijn punten te verdienen. Dit gaat over CO2 emissiereductie. “Van de te behalen 15 punten zijn de eerste 5 punten vrij eenvoudig te realiseren. Zeker als het gaat om een nieuwbouwproject”, vertelt Coerver. “De meerkosten zijn te overzien en bovendien zijn deze kosten gedurende de exploitatie terug te verdienen. De extra kosten voor het verzamelen van de bewijslast vallen mee. Dit komt omdat er gebruik kan worden gemaakt van de EPC berekeningen. En die moeten toch gemaakt worden.”
Transport
Op het gebied van transport kunnen eveneens BREEAM-NL punten worden gescoord.. “Zeker wanneer al in een zeer vroeg stadium met BREEAM-NL wordt begonnen”, weet Coerver. “Dan heb je nog invloed op de locatiekeuze. Een bouwplan in een verstedelijkt gebied levert veel ‘transportpunten’ op. Dat is ook logisch, vaak zijn openbaar vervoer en publieke voorzieningen om de hoek. En juist op deze gebieden kunnen punten worden gescoord. In veel gevallen is het ook redelijk eenvoudig en voordelig om de bewijslast voor deze credits rond te krijgen.” Een speciale duurzaamheidsmaatregel is het parkeerbeleid. Dit is credit TRA 5. Hier zijn juist punten te realiseren wanneer minder parkeerplaatsen gerealiseerd worden. Loek Coerver hierover: “Dit betekent dus eerder lagere dan hogere investeringskosten.”
Water
De eisen die gesteld worden in de categorie Water zijn voor het overgrote deel ook zeker met beperkte financiële middelen te realiseren. Het gaat daarbij om het toepassen van sanitair met minder waterverbruik, het op meerdere punten bemeteren van het waterverbruik, en het opnemen van een lekdetectiesysteem op de hoofdaansluiting. Dat geldt zowel voor nieuwbouw- als renovatieprojecten.
Materialen
De milieubelasting van materialen (MAT) is een belangrijk onderdeel van BREEAM-NL. “Met name bij het renoveren van een bestaand pand zijn de punten relatief eenvoudig en voordelig te realiseren”, vertelt de BREEAM-NL Expert. “Dit komt omdat de bouwmaterialen vaak al aanwezig zijn. Ze hoeven dus niet meegerekend te worden. Dat heeft een gunstige invloed op de score bij MAT 1.”
Landgebruik en Ecologie
Door al bij aanvang van een project met BREEAM-NL aan de slag te gaan, kan invloed worden uitgeoefend op de categorie Landgebruik en Ecologie. BREEAM-NL wil namelijk landelijke gebieden ontzien en geeft punten wanneer gebouwd wordt in verstedelijkt gebied. Wanneer ook nog eens een bestaand gebouw hergebruikt wordt of nieuwbouw wordt gerealiseerd op een bestaande locatie, dan levert dat ook punten voor LE1 (hergebruik van land).
Vervuiling
Op het gebied van Vervuiling zijn punten te scoren door vooral maatregelen niet te nemen. Bijvoorbeeld als er geen koeling wordt gerealiseerd in het gebouw, dan zijn de punten voor de credits POL 1 (lage bijdrage koudemiddelen broeikaseffect) en POL 2 (voorkomen lekkages koudemiddelen) automatisch gerealiseerd. Ook het niet aanbrengen van buitenverlichting levert een punt op, net als het realiseren van een gebouw zonder dat er in een straal van 800 meter andere gebouwen te vinden zijn.
De kosten van BREEAM-NL
De BREEAM-NL methodiek omvat duurzaamheidsmaatregelen bovenop het bouwbesluit. Loek Coerver berekent: “Wanneer je goed en op tijd nadenkt over deze ‘eenvoudig’ te realiseren BREEAM-NL punten, kan een 1 of 2 sterren BREEAN-NL Nieuwbouw certificaat behaald worden tegen meerkosten van 3% respectievelijk 5%. Voor 3 sterren gaat het om een extra investering van 8%. Voor 4 sterren moet dieper in de buidel worden getast: 14%. Voor een 5 sterren BREEAM-NL certificaat zijn de eisen zo hoog, dat dit om een meerinvestering vraagt van in ieder geval 35%.”
Aantal sterren |
| Investering laaghangend fruit | |
Basis |
| zonder ster | 100% |
BREEAM-NL* |
| 1 ster | 103% |
BREEAM-NL** |
| 2 sterren | 105% |
BREEAM-NL*** |
| 3 sterren | 108% |
BREEAM-NL**** |
| 4 sterren | 114% |
BREEAM-NL***** |
| 5 sterren | 135% |
Figuur 1: Meerkosten na toepassen laaghangend fruit |
Volgens Coerver omvat de genoemde extra investering alle te maken extra kosten zoals de bouwkosten, de kosten voor het ontwerpteam, de kosten voor de BREEAM-NL Expert en Assessor en de kosten voor de DGBC. Uitgangspunt in alle gevallen is dat de BREEAM-NL eisen al vanaf het begin van het project worden meegenomen.
BREEAM-NL: begin op tijd!
Het is raadzaam om specifieke maatregelen die leiden tot de gewenste sterren, in het technisch PvE te benoemen. Al in dit allereerste stadium kan samen met de kostenadviseur/BREEAM-NL Expert worden bepaald welke maatregelen verduurzaming stimuleren en ook qua kosten interessant zijn. Coerver vertelt: “Daarbij komt de eerste aandacht te liggen op het laaghangend fruit. De kostenadviseur zal deze maatregelen afprijzen en als geoormerkt budget, taakstellend meegeven aan het ontwerpteam. Hiermee wordt voorkomen dat deze duurzaamheidsbudgetten voor andere ontwerpoplossingen gebruikt worden. Duurzaamheidsambities van het project worden zo beter geborgd. Deze werkwijze is van extra belang wanneer gestreefd wordt naar een hoog ambitieniveau. Alleen op deze wijze kan het ontwerpteam optimaal opereren om de hoge score te realiseren.”
De Dutch Green Building Council is blij met de doorrekening van Rienks Bouwmanagement. Maarten Dansen, operationeel manager van de Dutch Green Building Council laat weten: “Het is goed om al in een vroeg stadium met BREEAM-NL te beginnen. Door in eerste instantie te gaan voor het laaghangend fruit kies je voor verduurzaming én voor de financiële baten.”
Ing. L. Coerver (Loek) is kostenadviseur bij Rienks Bouwmanagement. Hij is zowel BREEAM-NL Expert als Assessor. Op 25 september 2014 spreekt Loek Coerver tijdens Dutch Green Building Week in Amsterdam over het toepassen van laaghangend fruit bij de eerste BREEAM-NL gecertificeerde Hogeschool van Nederland, de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK).