Het Deltaplan moet ervoor zorgen dat er tot 2050 minstens 15 duizend gebouwen per jaar duurzaam worden gerenoveerd. DGBC wil daarvoor afspraken maken met allerlei partijen uit de markt, zoals gebouweigenaren, ontwikkelaars, bouwers en andere partijen uit de bouw- en vastgoedsector. Volgens woordvoerder Matthijs Timmers zullen er afspraken worden gemaakt per sector, zoals de kantorenmarkt, zorg, cultuur en onderwijs (red. bijv, kantoren, woningen, retail, logistiek. “We zijn nog in een vroege fase: eerst moet er draagvlak worden gecreeerd en moet precies in kaart worden gebracht wat ervoor nodig is om dit te bereiken.”

Noodzaak

Volgens Timmers probeert DGBC te leren van de opstartproblemen bij de Stroomversnelling. Bij dat ambitieuze initiatief om bestaande woningen energieneutraal te maken, gaat het niet zo hard als gedacht. “Maar het is noodzakelijk om dit toch te doen en ambitieus in te zetten. We gaan de klimaatdoelen niet halen met de huidige vijfduizend gebouwen die nu jaarlijks worden gerenoveerd. Het moet beter, sneller en in grotere aantallen.”

Ambities

De  bekendmaking van Van Doorn was een mooie afsluiter van een Ecobouw-dag die in het teken stond van ambities. Wat opviel was de enorme diversiteit aan duurzame oplossingen die inmiddels als gemeengoed zijn geworden in de bouw. Maar de ontwikkeling van nieuwe technieken gaat in hoog tempo door. In twintig verschillende kennissessies kwam nieuwe technologie aan bod, maar werd ook duidelijk dat voor duurzame oplossingen ook een andere bouwmentaliteit en nieuwe manier van samenwerken noodzakelijk zijn. Maar wat uit veel presentaties duidelijk werd: duurzaam bouwen is inmiddels een economisch haalbaar en soms zeer winstgevend model.  

Maar er was ook kritiek op de huidige stand van zaken. En die spitste zich vooral toe op de huidige omgang met materialen. Dat bleek ook uit het betoog van de keynote speaker van de dag, de Deense architect Kasper Guldager Jensen. Hij houdt zich met zijn bureau’s 3XN en GXN vooral bezig met het toepassen van nieuwe materialen en het hergebruik van bestaande. Maar hoe duurzaam we ook willen zijn, met het “bouwen voor hergebruik” schiet het nog niet op. “Het is ongelooflijk dat we precies weten wat we aan de voorkant in een gebouw stoppen, maar hoe weinig we weten als we het weer gaan afbreken. De manier waarop we slopen is ronduit stupide te noemen. We gooien enorm veel waarde gewoon weg.”

Materialenbeurzen

Hij pleit ervoor om voor de bouw goed in kaart te brengen welke materialen erin zitten en wat ervan kan worden hergebruikt. “Op die manier kan je gebouwen ook zien als materialenbeurzen, waarin waardevolle grondstoffen zitten de opnieuw verhandeld kunnen worden. Dat moet ook wel, want met de huidige groei van de wereldbevolking worden materialen die nu nog goedkoop zijn straks schaars en duur. We moeten het eigenlijk helemaal niet hebben over duurzaamheid, maar over de businessmodellen van de toekomst.”

Bron: Cobouw.nl