'De gebouwde omgeving is één van de twee belangrijkste dossiers'

“De overheid moet niet zeggen: ‘en nu moet je verduurzamen’, maar moet laten zien wat het mogelijke eindresultaat is van die verduurzaming. Dan heb je het over waarden als leefcomfort, gezondheid, warmte en schoonheid.” Aan het woord is Hans Mommaas, directeur van het Plan- bureau voor de Leefomgeving. “Het belang ligt bij de gebouwde omgeving, we moeten 6,5 miljoen woningen toekomstbestendig maken.”

Het is opvallend hoeveel oog Mommaas heeft voor de gebouwde omgeving. Het is namelijk de kleinste van de vijf doelgroepen die in het Klimaatakkoord voorkomen: elektriciteit is de grootste met een mogelijke besparing van 20,2 megaton CO2. De besparingsopgave voor de andere sectoren is aanzienlijk lager: industrie (14,3 megaton), mobiliteit (7,3 megaton), landbouw en landgebruik (3,5 megaton) en helemaal onderaan de gebouwde omgeving met een besparingsopdracht van 3,4 megaton CO2.

Energietransitie raakt iedereen

“Ik kan mij voorstellen dat de indruk ontstaat dat de gebouwde omgeving ondergesneeuwd raakt. De opgave is groot en de bebouwing lijkt maar een relatief kleinere bijdrage te leveren.” Dat beeld is onterecht volgens Mommaas. Hij ziet daar juist veel mogelijkheden, omdat het iedereen raakt: “In Nederland staan ruim 7,5 miljoen huizen. De energietransitie raakt iedereen in Nederland. Het gaat om het alledaagse woon en leefcomfort. Daarmee is de gebouwde omgeving één van de twee belangrijkste dossiers.”

Wooncomfort en schoonheid

Het in beweging krijgen van de ‘markt’ en de taak die Mommaas voor de markt ziet weggelegd heeft twee sporen. “Allereerst moet de focus van lasten naar lusten. We moeten inzichtelijk maken wat de energietransitie voor mensen oplevert, in plaats van een drempel opwerpen. Denk aan leef- en wooncomfort, gezondheid, warmte en schoonheid! En de markt moet met techniek de mensen voorbij de onzekerheid nemen.” DGBC en de participanten van DGBC moeten dus inzichtelijk maken hoe de mega-opgave hanteerbaar is te maken, is Mommaas van mening. Een belangrijke rol daarin ligt volgens hem bij de overheid.

Kabinet bepaalt speelveld

“Wij hebben nu het Ontwerp Klimaatakkoord doorgerekend. Het kabinet zal aan de hand van die berekeningen een beleid uitstippelen. Dan krijgen we antwoord op de vraag: ‘wat is het speelveld?’ Dat beleid moet voor iedereen duidelijk maken wat er wordt verwacht en welke stappen er genomen moeten worden.” Parallel loopt de ontwikkeling van de regionale energiestrategieën (RES) om op regionaal niveau een duidelijk beeld van de energiestromen te schetsen en de ruimtelijke inpassing daarvan. Mommaas verwacht daar veel van en volgt met zijn organisatie die aanpak: “Wij als PBL zijn ook bezig om inzichtelijk te maken hoe de gebouwde omgeving ervoor staat. Een soort nulmeting. Op wijk- en buurtniveau. Zodat per wijk of zelf per gebouw duidelijk is wat er mogelijk is.”

Massa’s

Een belangrijke vraag is de warmtevoorziening. Nederland moet van het gas af. Dus stellen Nederlanders zich de vraag wat de toekomstige warmtebronnen zijn. Mommaas heeft die vraag ook. “Maar ik vraag mij vooral af hoe we die warmte in de gebouwen gaan krijgen?” Het is een vraagstuk waar opnieuw de regionale energiestrategie om de hoek komt kijken. Daar wordt op microniveau het landelijke vraagstuk uitgewerkt. Hoe komt energie op de plek waar het nodig is? De markt heeft de sleutel in handen, is de PBL-directeur van mening: “Institutionele beleggers, woningcorporaties, bouwontwikkelaars, noem maar op. Dat zijn de partijen die in massa denken. En dat hebben we nu nodig. Als we miljoenen woningen moeten verduurzamen, dan mogen we wel opschieten. Dat zijn nu ruim 200 duizend huizen per jaar en als we wachten, wordt de opdracht alleen maar groter. Als die institutionele organisaties aan de slag gaan, het instrumentarium maken en laten zien wat ze kunnen doen, dan zal dat doordruppelen naar beneden en het mkb hopelijk meenemen.”

Positief polderen

Om die situatie te bereiken moet vooral de overheid het voortouw nemen, is de directeur van het Planbureau
van mening. “Het komende jaar is cruciaal”, is hij stellig. “Voorgaande jaren waren ook wel cruciaal, maar nu echt. Want met het Klimaatakkoord ligt er straks een plan. Maar de politiek is erg bezig met provinciale statenverkiezingen, die verkiezingen speelden nu een te grote rol.” Toch verwacht Mommaas geen gekke acties vanuit Den Haag: “Links en rechts onderschrijven de Parijse klimaatdoelstellingen, daar ligt het probleem niet. En we gaan weer polderen. Dat heeft vaak een negatieve klank, maar niets is minder waar. Dankzij het polderen kunnen we juist iedereen verenigen en de sterke punten samenvoegen.”

 

Over Hans Mommaas

Hans Mommaas is sinds 1 november 2015 directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Naast zijn functie als directeur PBL is hij parttime Hoogleraar Regional Sustainability Governance aan het Tilburg Institute for Law and Regional Governance (TiREG) van Tilburg University. Het PBL is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyse op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het PBL verricht verkenningen, analyses en evaluaties voor en na politiek-bestuurlijke afwegingen. Het planbureau verricht onderzoek zowel gevraagd als ongevraagd.

 

Dit artikel is afkomstig uit het DGBC-Bidbook. DGBC wil met het DGBC-Bidbook aan Nederland laten zien waar de stichting voor staat en wat het gezamenlijk met haar participanten voor kennis en expertise in huis heeft. Deze participanten vertegenwoordigen de gehele bouwketen, van beleggers, financiers, eindgebruikers, adviesbureaus tot vastgoedbeheerders, installatiebedrijven, bouwers en architecten. 

Gerelateerd

EDGE Coolsingel Rotterdam

Edge keert terug naar Rotterdam met duurzame innovatie: EDGE Coolsingel

Overstroomde weg met auto's deels onder water

Nieuw trainingstraject biedt inzicht in klimaatrisico’s bestaand vastgoed

Toegankelijke menukaart voor integrale CO₂-aanpak bij energie-renovaties

Toegankelijke menukaart voor integrale CO₂-aanpak bij energie-renovaties