Coalitie Duurzame Eindgebruikers Huisvesting
De nieuwe 'Coalitie Duurzame Eindgebruikers Huisvesting' moet ervoor zorgen dat collega’s elkaar leren kennen, samen bezig zijn met duurzaamheid en elkaar helpen. Zowel van Doorn als van Geenhuizen hebben geen moeite om te vertellen waarom de transitie in de bouw- en vastgoedsector zo ontzettend nodig is. En ze weten ook precies wat ervoor nodig is. Beiden zitten in de actiestand: er moet wat gebeuren. De bouw is als sector verantwoordelijk voor de hoogste CO2-uitstoot wereldwijd (39 procent), onderverdeeld in 28 procent operationele CO2 (verwarmen, koelen en verlichting) en 11 procent vanuit bouwmaterialen en onderhoud. En toch is Annemarie van Doorn niet negatief. “Laat ik dat vooropstellen. Kijk, ik ben al een hele tijd hiermee bezig, en heb twaalf jaar geleden het initiatief genomen om de Dutch Green Building Council op te zetten. Als ik dan terugkijk naar waar we vandaan komen, vind ik dat er al veel is gebeurd.”
Van Doorn denkt dan niet alleen aan de bouwwereld, maar ook aan de systemische veranderingen. Zo worden de geldstromen vanuit (vastgoed)beleggers en de banken nu duurzamer ingezet. En taxateurs laten nu duurzaamheid doorrekenen in waarderingen. “Langzaam gaan we de kant op dat duurzaamheid steeds normaler wordt, maar misschien is het woord langzaam tegelijkertijd nog wel het woord dat deze beweging typeert.” Ze kijkt naar Niels van Geenhuizen. “Want Niels, het zou toch moeten worden zoals dat voor roken geldt? Als je nu een sigaret opsteekt in een restaurant, wordt dat door iedereen gezien als schandalig. Zo zou dat ook moeten zijn voor als je niet op een duurzame wijze beweegt in de bouw- en vastgoedsector. Dat is de grote stap die gemaakt moet worden.”
Laaghangend fruit
Het gaat langzaam, maar er gebeurt dus wel veel, vindt Van Doorn. “De technische innovaties en het besef dat het anders moet zijn er. We moeten het nu nog doen.” Daarom hebben Van Doorn en Van Geenhuizen, namens Arcadis, DGBC, MVO Nederland en Change Inc., het initiatief genomen om een nieuwe coalitie op te tuigen: een coalitie van directeuren duurzame huisvesting voor eindgebruikers. De focus van deze coalitie ligt op de mensen en bedrijven die uiteindelijk wonen en werken in kantoren, laboratoria, logistieke hallen en fabrieken. De coalitie-leden bieden handvatten en voorbeelden aan elkaar, laten zien wat er nodig is en geven ook vooral informatie aan elkaar dat duurzaamheid echt niet idioot veel geld hoeft te kosten. Zeker niet als dit vroegtijdig wordt meegenomen in de planvorming.
Een belangrijke eerste stap is het delen van onderlinge kennis en ervaring. “Dit zeg ik vanuit mijn achtergrond als psycholoog: het is belangrijk om het laaghangende fruit te laten zien om daarmee anderen te inspireren. Daarom: deel hoe je kunt beginnen met de eerste simpele stappen om later grotere slagen te kunnen maken.”
Want er wordt vaak gedacht dat het complex is, en dat snapt Van Doorn ook wel, maar veel stappen zijn simpeler dan je denkt. “Natuurlijk is de bouw- en vastgoedsector complex. Je hebt te maken met veel verschillende spelers in de keten: vastgoedeigenaren, beleggers, adviseurs, facility-bedrijven, installateurs, bouwbedrijven. En vaak speelt – ook bij particuliere beleggers – de kortetermijnwinst een rol.”
Daarnaast is er volgens Van Geenhuizen een toename zichtbaar van maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel bij grote organisaties. “Dat zien we ook terug in burgers die mondiger worden en verantwoordelijkheid opeisen bij bedrijven en de overheid.” Voorbeelden zijn de Klimaatzaak van Urgenda, het Shell-arrest en de ontwikkelingen rondom Tata Steel.
Van Geenhuizen: “Maar ook ambtenaren die eisen beginnen te stellen aan hun pensioenfonds ABP. Er ontstaat een druk op bedrijven om alles wat in hun macht ligt te doen, om duurzamer te doen. Daarbij werd in het verleden met name naar de primaire processen gekeken, maar zien we nu ook de noodzaak ontstaan om actiever naar je gebouwen te kijken. Hoe vertaal je je eigen ‘corporate’ duurzaamheidsbeleid naar een Duurzaam Huisvestingsbeleid? Zodat je huisvesting geen CO2 meer uitstoot, maar misschien wel een bijdrage kan leveren aan het behalen van de duurzame doelen van je organisatie.”
Duurzame bouwstenen
Je kunt natuurlijk denken dat de overheid een rol moet spelen om verduurzaming in de sector te stimuleren, door subsidies of een aantrekkelijk belastingsysteem. Maar Van Geenhuizen vindt dat de oplossing uit zowel de overheid als uit de markt moet komen. “Ik ben een believer in de markttransitie”, verklaart hij. “Als wij als bedrijven met goede voorbeelden komen en die samenballen in nieuwe standaarden en beleid, dan ontstaat er versnelling.”
Maar de duurzame bouwexpert van Arcadis wil ook dat duurzaamheid een vast onderdeel wordt van het normale werken. En dat ziet hij nog niet genoeg. Van Geenhuizen vertelt hoe hij op bezoek was bij een klant, waar hij een duurzame toelichting kreeg vanuit de productielijn. De trotse duurzaamheidsmanager aldaar vertelde gepassioneerd over hoe elk stukje staal dat ‘van de lopende band viel’, weer opnieuw het maakproces inging.
“Maar toen stonden we buiten het gebouw, dat wel 400 meter breed was, enkele tientallen meters hoog en bijna 2 kilometer lang. Hele traditionele gevels en daken, zonder enige vorm van duurzaamheid!” Toen Van Geenhuizen daar wat van zei, kreeg hij het antwoord dat het zo snel mogelijk gebouwd moest worden en dat ze kozen voor wat ze gewend waren te doen in andere projecten.
Dat is een voorbeeld van een gemiste kans, vindt hij. “Want als je het gebouw gaat zien als integraal onderdeel van het productieproces, waarbij het gebouw energie kan leveren aan het productieproces door zonnepanelen in de gevels te integreren, de daken vol te leggen met zonnepanelen, water te oogsten of zelfs olifantengras (dat CO2 opslaat terwijl het groeit, red.) te telen op het dak, dan ga je de bouw van zo’n pand heel anders benaderen. En als je het gebouw ook nog zo ontwikkelt dat je in de komende jaren eenvoudig aanpassingen kunt doen als je productieproces daarom vraagt, dan ben je super flexibel, voorkom je afval en ben je goedkoper uit. Dat is duurzaam! Dan verandert er echt wat.”
Kennis wat de klok slaat
Wat volgens Van Geenhuizen mist om deze organisaties de juiste duurzame stappen te laten zetten, is kennis. “De huisvestings- of vastgoedmanagers bij dit soort organisaties zijn vaak nog onbewust onbekwaam: ze zijn er gewoonweg niet voldoende mee bezig. Want hoe vaak zet je een nieuw pand neer? Als dat eens per drie tot zes jaar is, dan loop je met je opgedane kennis eigenlijk altijd achter. Het zou daarom zoveel tijd schelen als vastgoedmanagers konden meekijken met elkaar.”
Van Geenhuizen verduidelijkt: “Binnen de organisatie ben je als duurzaamheidsmanager ook vaak een lone wolf, dat zie je ook bij de eindgebruikers. Ze werken vaak in relatief kleine afdelingen en hebben intern nauwelijks sparringpartners. Ook zijn ze vaak onder de financieel directeur georganiseerd waardoor kostenbesparingen op de korte termijn overheersen.”
De coalitie moet ervoor zorgen dat deze collega’s elkaar leren kennen, samen bezig zijn met duurzaamheid en elkaar helpen. “Zo ontwikkelen mensen zich van onbewust onbekwaam naar bewust onbekwaam, en uiteindelijk kunnen ze dan de transitie maken naar bewust bekwaam. Als deze organisaties de bouw- en vastgoedsector op eenzelfde consistente manier gaat bevragen, zowel in huurcontracten als in bouwprojecten, gaat de bouwsector vanzelf ook leveren en dus veranderen.”
Wat hem daarom zo’n grote kans lijkt, is om met deze coalitie Coalitie Duurzame Eindgebruikers Huisvesting kennis te delen. Om te laten zien dat duurzaamheid niet alleen goed is voor het klimaat maar ook bijdraagt aan de productiviteit van je medewerkers. Van Geenhuizen: “Het gaat er ook om dat bedrijven goede medewerkers behouden of aantrekken. Goede mensen willen juist ergens werken omdat het bedrijf zo duurzaam is en een prettige werkplek biedt. Dan wordt het een heel ander onderdeel van je strategie in plaats van dat duurzaamheid een kostenfactor is: het voegt waarde toe.”
Daarom dus, dat Van Doorn en Van Geenhuizen de coalitie starten. Van Doorn: “Er zijn al veel andere coalities en samenwerkingen. Wat dit anders maakt, is ons belangrijkste doel: het verduurzamen van gebouwen moet ook een missie worden van de eindgebruikers. De ambitie is dat eindgebruikers van vastgoed daarom duurzame eisen stellen aan de bouw- en vastgoedsector. Deze bottom up-aanpak helpt in de versnelling die nodig is.”
Onderwerp op het pluche
De initiatiefnemers hebben nog een ander streven. Duurzaamheid moet niet alleen van beneden naar boven, maar ook van boven naar beneden een weg vinden: het moet een vast agendapunt worden in de boardrooms. Volgens van Doorn en van Geenhuizen moet duurzaamheid in de huisvesting van organisaties in de nabije toekomst dus niet meer iets zijn van alleen facilitair managers of vastgoed managers. Alle plannen moeten bijdragen aan de algehele duurzaamheidsambities van het bedrijf. En daarbij, zegt Van Geenhuizen, is hij overtuigd dat de verandering niet alleen vanuit de bouwsector moet komen. “Ik heb collega’s die zeggen, de klant van mij vraagt er helemaal niet om? Maar die klant is onbewust onbekwaam, en weet helemaal niet wat hij moet vragen. Ga daarover het gesprek aan!”
Kortom: de eindgebruikers van gebouwen kunnen een slag slaan. En als zij een gezamenlijke duurzame taal spreken, als ze weten wat het inhoudt om te verduurzamen en wat de voordelen zijn voor hun gehele bedrijf, als ze begrijpen hoe de veranderingen systemisch kunnen worden ingezet, dan versnel je samen de transitie in en van de bouwsector. Want zoals Van Doorn goed samenvat: “De transitie doe je het liefst met degene waar je het over hebt. Je gaat het niet bedenken voor de ander, maar met elkaar.”