Circulair renoveren
Bij nieuwbouw is veel aandacht voor duurzaam energie- en materiaalgebruik. Maar wat doen we om bestaande gebouwen en woningen te verduurzamen? En kan dat ook circulair? Die vragen stonden centraal tijdens de aflevering van talkshow Green Building Talks over Circulair Renoveren. Uit de gesprekken met experts bleek dat meer kennis en wetgeving kan helpen. Er is aandacht nodig voor de hele levenscyclus om de kringloop te sluiten, denk aan circulair onderhoud. De kringloopgedachte is ook toepasbaar op het sociale aspect van circulair renoveren. Zeker bij woningen is van het belang om oog te hebben voor mensen in de wijk. “Er zou een soort ‘scharrel ambtenaar’ moeten komen, iemand die echt in gesprek gaat met de bewoners”, oppert Jan Kadijk, manager Kennis & Innovatie bij DGBC.
Benieuwd welke ideeën, vraagstukken en voorbeelden nog meer aan bod kwamen? Kijk de aflevering hieronder terug.
Aanpasbaarheid
Niet alleen duurzaamheidsmaatregelen helpen om een gebouw toekomstbestendig te maken, ook een flexibel ontwerp is essentieel. Zonnevijlle geeft een voorbeeld: “Kijk naar oude bedrijventerreinen, dat zijn de nieuwe circulaire hubs in steden.” Als een pand geschikt is voor ander gebruik, neemt de toekomstwaarde toe. Tijdens de Week van de Circulaire Economie presenteerde DGBC-partner Brink de Flexibiliteitsscan. Dit instrument helpt om een beeld te krijgen van hoe het gebouw in gebruik is en blijft. Daarbij spelen aanpasbaarheid, materiaalgebruik, energiegebruik en financiële waardevastheid een rol.
Circulaire installaties
Op gebouwniveau loont het om vaker te kiezen voor transformatie of renovatie in plaats van te slopen en iets nieuws neer te zetten. “Denk ook goed na over wat je in een gebouw stopt en wanneer”, adviseert Zonnevijlle in een recent interview met Bouwaktua. Hoogwaardig hergebruik van elementen en materialen is essentieel. Dat geldt zeker voor installaties, nu blijkt dat de ecologische voetafdruk daarvan groter is dan data uit de Nationale Milieudatabase (NMD) eerder aantoonden. Momenteel actualiseert NMD de milieudata van installaties en constateert daarbij dat de milieukostenindicator (MKI) van een aantal producten stijgt. De nieuwe categorie 3 productkaarten van bijvoorbeeld warmtepompen hebben een groter aandeel in de milieuprestatieberekening. Daarom komt NMD met een tijdelijke verrekenfactor. “Ook al is de verrekenfactor tijdelijk, de nieuwe waarheid is dat de ecologische voetafdruk van installaties groter is dan we eerder dachten”, zegt Zonnevijlle. “Daarom kijken we samen met Techniek Nederland en TVVL hoe we circulaire installaties onder de aandacht kunnen brengen en onderzoeken op dit gebied aan elkaar kunnen verbinden.”
Criteria EU Taxonomie
Onderzoek van de Duitse Green Building Council (DGNB) toont of de vastgoedsector klaar is voor de circulaire criteria in de EU Taxonomie. DGBC en andere organisaties werkten mee en toetsten hoe meetbaar en toepasbaar deze criteria zijn aan de hand van voorbeeldprojecten. “Nederland is al best ver, bovenwettelijke kaders en methodieken als BREEAM-NL, GPR Gebouw en Het Nieuwe Normaal gaan daarbij helpen”, stelt Zonnevijlle. De resultaten en aanbevelingen aan de Europese Commissie worden gepresenteerd tijdens een online evenement op 22 februari