In het bouwbesluit wordt de milieu impact van energie en materialen apart van elkaar beoordeeld. Hoewel dit twee gescheiden onderwerpen lijken zijn deze alleen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bijvoorbeeld als een gebouw meer wordt geïsoleerd, neemt het energiegebruik af, maar wordt er meer materiaal toegepast. Een ander voorbeeld zijn zonnepanelen. Door deze op een gebouw toe te passen neemt de milieu-impact van de materialen van het gebouw toe, maar zal de energievraag van het gebouw afnemen. De milieu-impact die wordt veroorzaakt door het energiegebruik in de gebruiksfase zal dan veel lager zijn.
Integrale milieu-impact
Op dit moment worden deze twee typen milieu-impact in het bouwbesluit los van elkaar gewaardeerd. Terwijl het theoretisch mogelijk is om dit gezamenlijk te beschouwen. Stichting NMD, de organisatie die bepaalt hoe de milieu-impact van de materialen moet worden vastgesteld, heeft het project energiedragers geïnitieerd. In dit project worden de milieu-impact profielen van elektriciteit, gas en stadswarmte bepaald. Na dit project zal het voor projecten mogelijk zijn om de integrale milieu-impact (materiaal+ energie) te bepalen.
Goede ontwikkeling
DGBC juicht deze ontwikkeling erg toe. Voor het milieu maakt het niet uit of de impact wordt veroorzaakt door materiaal- of energiegebruik, het gaat erom dat we de milieuschade zo veel mogelijk beperken. Vanuit DGBC onderzoeken we momenteel op welke wijze we de totale CO2-emissies (energie en materialen) van een gebouw kunnen vaststellen, middels het project Building Life.