“In het algemeen heb ik duurzaamheid afgelopen jaren zien veranderen van iets wat naast organisaties staat in wat bedrijven doen.” Een andere grote verandering die hij ziet is de verschuiving van kwalitatieve naar kwantitatieve duurzaamheidsdoelen. “Als je jaarverslagen uit 2008 terugleest kom je maar een paar pagina’s over duurzaamheid tegen. Dat waren beleidsachtige teksten die stelden dat je ook moet kijken naar afvalscheiding, bijvoorbeeld. Nu is dat wel anders. We maken uitgebreide materialenanalyses en alle duurzaamheidsrapportages en doelstellingen zijn kwantitatief.”
Meetbaar maken
Bedrijven lijken soms wel een wedstrijdje doelstellingen te spelen, volgens Van der Meulen. "Op social media word je om je oren geslagen met de meest schitterende en ambitieuze doelstellingen; veel meer dan met prestaties en inspanningen, helaas. Het gaat niet om een groen imago creëren, we moeten projecten met aantoonbaar duurzame prestaties neerzetten.” Daarin ziet hij een belangrijke rol voor DGBC. “DGBC maakt duurzaamheid meetbaar in toepasbare systemen en methodieken. Neem Whole Life Carbon of BREEAM-NL. Bij de oprichting stond het keurmerk nog in de kinderschoenen, inmiddels kun je geen gebouw meer opleveren zonder minimaal een BREEAM-NL Good of Excellent score.”
EU Taxonomie
Regelgeving gaat ook steeds meer die kant op, ziet Van der Meulen. “Aankomende richtlijnen, zoals de CSRD en de EU Taxonomie, dwingen ons om uitgebreid te rapporteren over meetbare duurzaamheidsprestaties. Dat is goed, maar soms ook verwarrend. Er staan dingen in die minder goed bij de bouw passen en afleiden van waar we echt het verschil kunnen maken.”
Bij de interpretatie van de EU Taxonomie speelt DGBC een belangrijke rol, vindt hij. “De EU Taxonomie is gericht op bedrijven die iets repetitief maken, waar bijvoorbeeld heel vaak dezelfde fiets van de band rolt. Wij doen 25.000 unieke projecten per jaar. Als je al die projecten individueel moet toetsen op de indicatoren ben je meer bezig met het aantonen van duurzaamheid dan gebouwen daadwerkelijk verduurzamen. Daarom is de handreiking van DGBC zo belangrijk, het gaat over de bedoeling van het systeem en zorgt dat wet- en regelgeving aansluit bij de bouwrealiteit. DGBC snapt de sector en kijkt wat er uit de brei van internationale duurzaamheidswetten en -regels past in de Nederlandse bouwrealiteit en komt vervolgens met praktische handleidingen en oplossingen. Het is een onafhankelijke organisatie en dat moet ook; zij is het geweten en gaat de schijn van belangenverstrengeling tegen; zorgt dat het klopt. Als je het alleen aan de industrie overlaat krijg je op z’n best het beeld dat de slager zijn eigen vlees keurt.”
“We moeten juist een eerlijk speelveld creëren”, benadrukt Van der Meulen. “Overheden moeten alle bedrijven dwingen duurzamer te bouwen. DGBC speelt een belangrijke rol in hoe dat eruit moet zien. De lobby bij opdrachtgevers kan nog wel wat steviger en regelgevers mogen ons serieuzer nemen. Belangrijk is daarbij om dicht bij de praktijk te blijven. Er zijn ook bouwbedrijven nodig om samen dingen op de agenda te zetten. Kennis bundelen en samen zorgen dat richtlijnen en instrumenten snel worden gepubliceerd en toepasbaar zijn, dat is jullie kracht en uitdaging. Creëer systemen die een positieve invloed hebben op duurzaamheid in de gebouwde omgeving.”
Emissievrij in 2030
Zelf bouwt VolkerWessels aan een emissievrij 2030. Van der Meulen licht toe: “Duurzaamheid is een containerbegrip met heel veel sub-onderwerpen. We richten ons bewust op CO2-reductie en een positieve bijdrage aan de natuur, want daarop hebben we de meeste invloed door materiaalgebruik, transport en de gebouwen die we neerzetten/projecten die we realiseren. Emissievrij bouwen, de gevolgen van klimaatverandering verminderen en de biodiversiteit vergroten gaan hand in hand. We bouwen duizenden woningen per jaar en hoe we de omgeving vergroenen heeft veel invloed, net als de energie die deze woningen gebruiken. CO2-reductie was in de beginjaren al heel belangrijk, het ging al snel over uitstoot en het broeikaseffect. Op weg naar een emissievrij 2030 monitoren we elke drie maanden onze CO2-voetafdruk. Daarnaast kijken we natuurlijk naar andere onderwerpen, zoals circulair bouwen, gezondheid, stikstof en social return.”
Kennis over al die onderwerpen moet op de juiste plek in de organisatie terechtkomen, daar zorgt Van der Meulen voor met het interne kenniscentrum duurzaamheid. “Het is een uitdaging om in een groot concern als VolkerWessels te weten wie welke kennis en oplossingen heeft. Dan kijken we in het ene project bijvoorbeeld naar een huis op waterstof, terwijl we daar ergens anders in de organisatie al ervaring mee hebben. Met het kenniscentrum brengen we mensen, ervaringen en oplossingen bij elkaar. De rol van het kenniscentrum wil ik vergroten om duurzaamheid in meer projecten en aanbestedingen te verankeren”, legt hij uit.
Opdrachtgevers overtuigen
Door de jaren heen is VolkerWessels ook steeds meer een kennispartner geworden voor andere partijen in de keten. “We hebben een belangrijke, agenderende rol”, stelt Van der Meulen. “In zekere zin zijn we een doorgeefluik, met aan de ene kant klanten aan wie we duurzame projecten tegen een goede prijs en met hoge kwaliteit willen leveren. Aan de andere kant leggen we vragen en ontwikkelingen voor aan leveranciers: wat speelt er bij gebruikers? Hoe belangrijk vinden zij circulaire materialen? Om ervoor te zorgen dat opdrachtgevers en leveranciers daadwerkelijk voor duurzame oplossingen en circulaire materialen kiezen, moeten we al vroeg in het proces de kosten en meerwaarde laten zien. We moeten vertellen wat er mogelijk is en ons als kennispartner profileren.”
DGBC kan ook helpen om opdrachtgevers te overtuigen van duurzame keuzes, denkt Van der Meulen. “Jullie zoeken aansluiting met andere ontwikkelingen in de markt en zorgen dat niet iedereen het wiel opnieuw hoeft uit te vinden, dat is heel belangrijk. Zorg dat jullie geen wetenschappelijke club, maar een praktische organisatie zijn.”
Reeks DGBC founding partners
DIt artikel is een aflevering in de serie interviews met de organisaties die vanaf de start bij DGBC betrokken waren, de zogeheten founding partners. DGBC bestaat dit jaar vijftien jaar en met de betrokken organisaties van toen, die na vijftien jaar nog steeds partner zijn, kijken we terug op de oprichting, naar de ontwikkelingen die zijn doorgemaakt en werpen we een blik op de toekomst.