Dat is in grote lijnen het idee achter het spaarconstruct. Huurder en eigenaar werken samen aan de verduurzaming en sparen allebei mee. De eigenaar richt een stichting op die het gespaarde geld beheert en vormt zelf het bestuur. “De eigenaar stelt een verduurzamingsplan tot 2050 op in overleg met de huurder. Met het gebouwgebonden plan en de spaarpot maak je verduurzaming betaalbaar en overzichtelijk”, lichtte Watson toe.
De constructie is gebaseerd op het vehikel van de Vereniging van Eigenaren. Bij het spaarfonds kijken de initiatiefnemers nog naar financieringsvormen om de verduurzaming naar voren te halen, want zo stijgt de waarde van het pand ook eerder.
Versnellen als doel
Ton van Balen en Michiel van Hecke van Dudok Bouw en Vastgoedrecht zijn vanaf het begin betrokken bij het spaarconstruct. “Het doel was het versnellen van de verduurzaming met een reservefonds per gebouw. Het sluit aan bij bestaande regelgeving en komende Europese regels”, lichtte Van Balen toe. De ondergrens is gesteld op gebouwen vanaf 250 m2. Voor eigenaren van kleinere panden is het lastiger een stichting op te richten. Het instrument sluit bovendien goed aan op het renovatiepaspoort dat vanaf 1 januari 2026 verplicht is vanuit Europa.
Van Hecke: “We wilden iets maken waar iedereen baat bij heeft.” Bovendien kent het systeem een controle van de accountant op de jaarrekening van de stichting, van de notaris bij de overdracht van het gebouw met plan en spaarpot en van de overheid als handhaver van de regels. “De financiële lasten zijn tot een minimum beperkt, omdat er modelakten bij komen, de stichting bewaarder is van het geld en de administratie is opgenomen in de boekhouding van de eigenaar.”
Overheid
Daarnaast is er gekeken hoe de overheid kan bijdragen. Daarvoor is een fiscale stimulans bedacht. Voor commercieel vastgoed kan dat via uitsluiting van de afwaardering- en afschrijving beperking op het verduurzamingsgeld. Bij maatschappelijk vastgoed kan dat via een nultarief voor de omzetbelasting. Door deze stimulans verbetert de financierbaarheid.
Rob Klinkert van PwC vertelde over de praktische uitwerking aan de hand van de praktijk. Zijn bedrijf huurt verschillende panden. “Wij hebben als huurder belang bij een fijn comfortabel pand dat zuinig is, met het oog op de energierekening. De eigenaar denkt ofwel als belegger op de korte termijn of kijkt naar de lange termijn. Toen wij rond gingen vragen, vielen eigenaren stil bij de vraag hoe ze Paris Proof gingen halen.” 98 procent van het publiek van het webinar geeft dan ook aan dat het spaarconstruct bijdraagt aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving.
Maatwerk
Volgens Klinkert wezen de eerste gesprekken met eigenaren al uit dat voor elk pand maatwerk nodig was. “Het leidde tot een gezamenlijke verkenning naar wie wat gaat doen en dat komt in de afspraken te staan. Het spaarconstruct werkt daarmee ook goed voor eigenaren die nog niet zo ver zijn met verduurzaming.” Paul Nelisse van Colliers is al lang bezig om het effect van verduurzaming inzichtelijk te maken. “Het voordeel hiervan is dat het sparen de verduurzaming zeker maakt.”
Er kwamen veel vragen en opmerkingen binnen tijdens het webinar. Zo kwam iemand met de suggestie om aan te sluiten bij Bespaargarant. Watson kon daarop melden dat de eerste gesprekken al zijn gevoerd. Iemand vroeg of bij grote vastgoedportefeuilles de voordelen er nog wel zijn. Dat bevestigde Klinkert. Er komen standaarden om het spaarconstruct ook voor grote portefeuilles aantrekkelijk te maken.
Deze en meer vragen komen ook aan bod tijdens het Paris Proof Congres op dinsdag 29 november waar het spaarconstruct een van de onderwerpen is. Er is nog plek, dus meld je aan.