DGBC: verduurzamingsbeleid kan scherper met werkelijk energiegebruik

Minister Hugo de Jonge heeft dinsdag 18 oktober een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de voortgang van de verduurzaming van bestaande utiliteitsbouw en de plannen voor normering. “DGBC is blij met de strengere handhaving op energielabel C voor kantoren. Met meenemen van het werkelijk energiegebruik kan dat nog efficiënter", stelt DGBC-directeur Annemarie van Doorn. 

De Jonge gaat in zijn brief onder meer in op de handhaving van het per 1 januari verplichte energielabel C voor kantoren. “De tussenstand van 1 oktober 2022 leert dat nog steeds slechts vijftig procent daaraan voldoet. De minister wil meer gaan handhaven en een planning opvragen om wel tot label C te komen. Dat blijft een tijdsintensieve operatie. Hier biedt inzicht in het werkelijk energiegebruik uitkomst", aldus Van Doorn. Zo kunnen handhavers met energiedata zich eerst richten op de extreme verbruikers: de gebouwen zonder of met een slecht energielabel. 

Versnellen 

Dutch Green Building Council wil met het Paris Proof programma de CO2-reductie in de bestaande utiliteitsbouw drastisch verminderen. Werk- en expertgroepen denken mee over de mogelijkheden om te versnellen. Inmiddels hebben ruim zeventig partijen het Paris Proof Commitment getekend. Het werkelijk energiegebruik staat daarbij centraal. 

“Versnelling is dringend nodig, om te voorkomen dat de aarde meer dan 1,5 graden opwarmt, zoals uit een recente analyse bleek", stelt Martin Mooij, programmamanager van het Deltaplan Duurzame Renovatie. "Het aangeven van een eindbeeld en het sturen op energiebeparing en CO2-reductie op portefeuille niveau zijn zaken die DGBC steeds bepleit heeft om deze versnelling tot stand te brengen".

Paris Proof 

Met Paris Proof heeft DGBC vijf jaar terug een doel gesteld waar vastgoedeigenaren, huurders en gebruikers naartoe kunnen werken. Gemiddeld genomen betekent Paris Proof dat gebouwen twee derde van hun energiegebruik moeten besparen. Vanuit het Klimaatakkoord is deze oproep onderkend en is onderzoek gedaan naar wat de eindnorm moet zijn. Maar het werkelijk vaststellen van een vaste norm voor 2050 bleek niet mogelijk. Dat komt onder meer omdat er nog eisen komen voor de bepaling en harmonisatie van energielabels. Onderhandelingen daarover lopen momenteel in Brussel. Daarnaast geldt deze zogeheten Eindnorm pas vanaf 2050.  

Renovatiestandaard 

Daarom komt de minister nu met een Renovatiestandaard: het advies om bij renovatie het gebouw naar energielabel A++ of A+++ te brengen. Hiermee komen gebouwen op BENG-niveau dat ook geldt voor de huidige nieuwbouw en voor veel gebouwfuncties ligt dat weer dicht bij het Paris Proof niveau. Om eigenaren toch zekerheid te bieden, is gesteld dat gebouwen die nu voldoen aan de Renovatiestandaard en van het gas af zijn, 'klaar' zijn.  

De introductie van de Renovatiestandaard moet volgens de brief van De Jonge een stimulans zijn om het doel van zestig procent minder CO2-uitstoot van 2030 uit het regeerakkoord te behalen. Een kwart van de gebouwen moet in 2030 aan deze Renovatiestandaard voldoen. “De label C verplichting laat zien dat een verplichting niet vanzelf tot voldoende actie leidt. Meer duidelijkheid en consequent handhaving en stimulering zullen nodig zijn", vindt Van Doorn.   

Portefeuille aanpak 

Grote eigenaren en gebruikers stellen routekaarten op voor het verbeteren van de hele vastgoedportefeuille. Ook dat is een verplichting vanuit het Klimaatakkoord. Deze routekaarten sturen al wel op het totale energiegebruik en CO2-reductie, zoals DGBC bepleit. “We denken dat we juist met afspraken en handhaving op portefeuilleniveau vooruitgang kunnen boeken en dat deze aanpak voor veel eigenaren - meer dan de 100 die nu genoemd worden - interessant is. De WEii-klassen, de categorieën van de Werkelijke Energie intensiteit indicator, zouden in deze aanpak de doelen moeten worden: klasse Zuinig in 2025, Zeer Zuinig in 2030 en dan uiteindelijk Paris Proof in 2040. Klasse Zeer Zuinig in 2030 betekent dat het –60 procent CO2-doel ook echt wordt gehaald", aldus de programmamanager van het Deltaplan Duurzame Renovatie.  

“Aandeelhouders volgen institutionele beleggers al nauwlettend als het gaat om het behalen van werkelijke prestaties op energiebesparing en CO2-reductie met de CRREM pathways. Deze aanpak is goed op te schalen naar andere sectoren. Tenslotte mag er meer nadruk komen op het werkelijk energiegebruik door een goed en transparant datastelsel met benchmarks", besluit Mooij. 

Op het Paris Proof Congres van 29 november zullen BZK en DGBC verder ingaan op de Renovatiestandaard in relatie tot het Paris Proof doel, hoe op portefeuille niveau op het werkelijk energiegebruik te sturen en waar de verschillen liggen met de CRREM methode.

SDG's

Logo voor Duurzame steden en gemeenschappenDuurzame steden en gemeenschappen

Gerelateerd

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Bestaande woningen

DGBC, Platform31 en Platform Woonopgave onderzoeken duurzame en rechtvaardige oplossingen voor woonopgave