Er is veel gebeurd in de vijf jaar sinds de oprichting van New Horizon, zo vertelt Erik Koremans, directeur Material Balance binnen het bedrijf. Petran van Heel, Sector Banker Bouw en Vastgoed bij ABN AMRO, en Erik kennen elkaar al een aantal jaren. Hun eerste ontmoeting was tijdens de bouw van Circl, het circulaire “clubhuis” van de bank aan de Amsterdamse Zuidas. Latere ontmoetingen waren ook in het kader van hun samenwerking in het Urban Mining Collective, een groep bedrijven die samen werken aan schaalvergroting voor circulaire producten.
Magazijnen, geen gebouwen
‘Het begon met één sloopproject en een circulaire ambitie’, vertelt Erik. ‘We wilden niet slopen, maar oogsten: wij zien geen gebouwen, maar magazijnen van producten en materialen. Die willen we voorzichtig ontmantelen.’ Petran vult aan: ‘Daarmee waren jullie pioniers. Jullie wilden niet alleen praten over circulariteit, maar ook dóen.’ Erik knikt: ‘Dat gaf in het begin natuurlijk heus wel wat frustratie. We zijn vijf jaar bezig geweest om dat ontmantelen te optimaliseren. En natuurlijk met heel veel andere dingen’, zegt hij lachend.
Positieve energie
‘Vanuit mijn perspectief zie ik bij jullie alleen maar positieve energie, geen frustratie. Als jullie een kans zien, dan grijpen jullie die’, geeft Petran aan. Erik bevestigt dat: ‘We hebben een enorme drive om dingen anders te doen. Parallel aan dat eerste sloopproject zijn we meteen partners gaan zoeken. Want voor de spullen die je na een sloop in handen hebt, heb je partners nodig om ze terug te brengen in nieuwbouwprojecten. Samen met die partners hebben we inmiddels 63 verschillende, gebruikte bouwmaterialen die we kunnen terugbrengen in de bouwstroom. En het aantal mogelijkheden groeit nog steeds.’
Producten met een verhaal
‘Moest je veel leuren met je sloopmateriaal?’, vraagt Petran. Volgens Erik viel dat wel mee: ‘De bewustwording dat processen anders moeten gaan lopen om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te halen, was er ook vijf jaar geleden wel bij veel partijen. We vinden genoeg passie en energie bij onze partners om mee te kunnen werken aan die verandering.’ Petran vertelt over de reacties op het paviljoen Circl, alsof het “niet af” zou zijn omdat er ruwe tweedehands kozijnen zijn gebruikt. ‘Ja, maar die kozijnen hebben wel de verlangde functionaliteit, de gebruikelijke garanties én een beter verhaal. Het is een kwestie van gewenning’, stelt Erik.
Opschalen met nieuwe partners
Slopen is demonteren geworden, de aantallen partners van New Horizon en te leveren hergebruikte producten groeien snel, de oprichting van het Urban Mining Collective was in 2017 een feit. Erik: ‘Bij de start hadden we 13 partijen, ABN AMRO hoort bij die voorlopers. We hebben ons gepresenteerd in het Peoples Pavillion tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven.. Ook een bijzonder paviljoen, gemaakt van geleende materialen van de betrokken partners: alle materialen gingen na die week weer terug naar de voorraad. Inmiddels hebben we 25 partijen, waaronder ook advocaten en instellingen zoals ABN AMRO.’ Petran grapt: ‘Advocaten en banken, dan wordt het serieus!’ ‘Het laag hangend fruit is gericht op productinnovatie. Om schaalvergroting te kunnen realiseren, moeten bepaalde systemen veranderen. Daar heb je kennispartners voor nodig’, legt Erik uit.
Milieuprestatie Gebouwen
Wat staat er voor de komende periode op stapel, wil Petran weten. ‘De groei zit er nog steeds in, we zijn nog maar net begonnen. We doen nu samen met het Nibe onderzoek naar wat de MPG (Milieuprestatie Gebouwen) kan betekenen voor onze processen,en producten. We onderscheiden daarbij drie verschillende typen circulaire materialen: de producten vanuit urban mining, biobased materialen en zogenoemde re-tech materialen. Die laatste categorie bestaat uit materialen met een hoge circulariteitsindex, lage grondstofkosten: producten die makkelijk opnieuw inzetbaar zijn, al dan niet in een andere functie.’ Petran merkt op dat de reductie van materialen een belangrijke eerste stap is bij projecten: ‘Tussen het eerste ontwerp van Circl en het ontwerp dat is gebouwd, zit een reductie van meer dan 2.000 ton. Daarmee hebben we het gewicht met eenderde verlaagd. Dat is een stevige verlaging van nieuwe grondstoffen en daarmee dus een reductie van de carbon footprint van Circl.’’
De nieuwe goudmijn
Een andere onderzoeksrichting heeft te maken met de waardering van vastgoed, vertelt Erik: ‘Wearthy is een project met onze partner JLL, waarbij we voor gebouwen een oogstkaart maken van producten die een waarde vertegenwoordigen. Nu hebben materialen in gebouwen een negatieve restwaarde vanwege sloopkosten. Wij willen die min naar een plus brengen.’ Petran vindt het een zeer interessante ontwikkeling: ‘Ik sta te popelen om dat toe te passen, ook vanuit een financieringsperspectief. Daarmee is elk gebouw een markt voor nieuwe grondstoffen. Met ongeveer tien miljoen gebouwen in Nederland heb je het dan niet alleen over een urban mine, maar ook over een goudmijn.’
Urban Mining Scan
De Urban Mining Scan - waarmee de potentie van een gebouw inzichtelijk wordt gemaakt - is ook in ontwikkeling. Veel scans kunnen nu al globaal worden gemaakt op basis van big data: ‘Hiermee kan de urban mining potentie van een vastgoedportefeuille of een wijk worden bepaald’, stelt Erik. ‘Maar onze oogstmeesters zijn nog steeds nodig om gebouwen tot op het detail te analyseren.’ Petran merkt op dat de circulaire economie ook nieuwe beroepen en woorden met zich meebrengt: ‘De oogstmeester - het oog van de meester . Een donorgebouw: dat kan toch elk gebouw zijn?’ Erik beaamt dat: ‘Het voorspelbaar volume van bouwproducten is heel belangrijk. We roepen dan ook iedereen op om gebouwen aan te melden als donorgebouw, ook al zijn er geen sloopplannen op de korte termijn.’
Circular Design Collective en Oogstkaart.nl
Tijdens de aankomende Dutch Design Week in oktober zal het Urban Mining Collective een nieuw initiatief presenteren: het Circular Design Collective. ‘Het grootste circulaire architectenbureau van Nederland’, stelt Erik tevreden. Jan Jongert van Superuse Studios, die in de vorige sessie van ABN AMRO aan tafel zat, is één van de deelnemers. ‘Voor opdrachtgevers en architecten is circulair ontwerpen echt een proces van omdenken’, stelt Petran. ‘Met de data die vanuit de oogstkaarten en donorgebouwen van het UMC komen, kan een architect anticiperen op de materialen die over een zekere termijn ter beschikking komen.’ Erik knikt: ‘We hebben nu ook al een website, oogstkaart.nl, waar specials direct verkrijgbaar zijn. Denk aan glas-in-lood, trappen, een pui of een keuken. Daar kunnen ontwerpers nu al mee aan de slag.’
Fast forward?
Het is duidelijk dat er in de komende vijf jaar nog veel nieuwe initiatieven, partners en collectieven en (technologische en proces-) innovaties zullen volgen, mede geïnitieerd door New Horizon en het Urban Mining Collective. Het streven is naar een volledig circulaire materialenstroom in gebouwen. ‘We zitten nu op ongeveer 40%, als mogelijk aandeel van circulaire producten’, stelt Erik. Hij ziet veel kansen voor mainstream circulaire producten als beton, baksteen en bitumen. ‘Met circulair beton heb je een reductie van 60% van de footprint ten opzichte van regulier beton’, zo stelt hij. Petran besluit de sessie met de opsomming van de ontwikkeling die slechts in vijf jaar is gemaakt en vraagt om een “fast forward” naar 2025. ‘Een Circular Investors Collective?’, nodigt Erik uit. Ook dat gaat met hoge waarschijnlijkheid “gewoon” gebeuren. Eén ding is duidelijk: de circulaire bouweconomie is vooral dóen. Samen, doen!