Dit jaar stond DGBC op het Paris Proof Plein, een speciaal themaplein ingericht door PROVADA, samen met een aantal andere organisaties. Iedere dag organiseerde DGBC een rondetafel rondom de stappen naar Paris Proof in samenwerking met verschillende partners. Over routekaarten en het inzichtelijk maken van je werkelijk energiegebruik. Over financiering en de samenwerking tussen huurder en verhuurder bij verduurzaming. En energiebesparing in de praktijk en netcongestie.
Mooij over deze sessies: “Uit de verschillende rondetafels merk ik dat het nog altijd draait om de dialoog aangaan. Nog lang niet alles is vastgelegd in wetten of kaders en er is nog geen eenduidige oplossing voor iedereen, maar er is ondertussen genoeg mogelijk. Zolang je maar met elkaar het gesprek aangaat. De markt en overheid zijn allebei welwillend als het gaat om verduurzaming, huurders en verhuurders vinden elkaar ook steeds meer en zolang je je inleeft in elkaars situatie biedt dat perspectief.”
Openbaarheid en beschikbaarheid
Dat neemt niet weg dat voor een versnelling van de verduurzaming van de gehele gebouwde omgeving, er een aantal barrières weggenomen moet worden. Zo kwam op alledrie de dagen de behoefte aan openbaarheid en beschikbaarheid van energiedata naar voren, merkt Mooij op. “Ook blijft de roep bestaan om regelgeving en rapportages af te stemmen, zodat de tijd en het geld in de daadwerkelijk verduurzaming kunnen gaan. Ook is er een roep om duidelijkheid over regelgeving zoals de eindnorm, zoals DGBC deze met Paris Proof gesteld heeft. Als die stip op de horizon er is kunnen partijen aan de slag.”
Hij noemt nog een specifiek voorbeeld over taxaties: “De investeringen in duurzaamheid zijn niet altijd één op één terug te zien in een toename in de waarde. Dat levert risico’s op voor pensioenfondsen, want zij moeten ook hun rendement halen en verantwoorden waar ze in investeren.”
Kantelpunt
Paris Proof was ook elders op de beursvloer te vinden, zag Ludden. “Op veel stands zag ik de Paris Proof bordjes staan, waarmee standhouders aangeven dat ze het Paris Proof Commitment hebben getekend.” Ondertekenaars committeren zich om tegen 2040 het energiegebruik in de gebouwde omgeving met twee derde te verlagen en daarmee ook de daarbij horende CO2-emissies terug te brengen. Ludden: “Je merkt dat we een kantelpunt aan het bereiken zijn. Paris Proof is niet meer de uitzondering maar de standaard aan het worden. Hopelijk zien we komende jaren bij alle stands zo’n bordje staan.”
94 voorbeelden
Er zijn ondertussen al een groot aantal voorbeelden van waar het verduurzamen en Paris Proof maken van vastgoed succesvol is. “We hebben deze PROVADA maar liefst 17 nieuwe ondertekenaars van het Paris Proof Commitment verwelkomt, dus dat zijn nu 94 partijen waar we veel van kunnen leren,” aldus Ludden. “We zien ook dat de partijen die zich aansluiten veel diverser worden. Zo heeft de eerste bouwer, Hercuton, zich aangesloten en ook twee modulaire bouwers hebben getekend. Hun opgave ligt in het terugdringen van de materiaalgebonden emissies. De Paris Proof-keten breidt zich steeds meer uit en gaat de breedte in.”
Kennisuitwisseling
Mooij vat het als volgt samen: “Het draait er nu om, laat zien wat wel kan. Wacht niet op wet- en regelgeving, maar deel de voorbeelden van partijen die wel goed werken. Die kennisuitwisseling is van belang en het is mooi dat we met onze rondetafels hieraan konden bijdragen.”