Column

Er was applaus en toen moest hij het podium op. De meneer van het pensioenfonds kreeg een heus duurzaamheidscertificaat uitgereikt. Zijn pensioenfonds was met het predicaat ‘Redelijk’ het meest duurzaam bezig van alle pensioenfondsen in Nederland. En nu ging hij op de foto, met zijn prijs. Wederom werd er geklapt.

De organisatie die deze prijs een podium gaf, had meer dan 100 pensioenfondsen in Nederland aangeschreven met de vraag om inzicht te geven in hun duurzaamheidsbeleid. Op dat verzoek reageerden zes fondsen. Die werden beoordeeld. Goed idee! Alleen de uitkomst was minder positief. De beste scoorde ‘Redelijk’, de rest was ‘Matig’ of ‘Slecht’. Er moet nog flink wat gebeuren in de pensioenfondsenwereld, qua duurzaamheid, luidde de conclusie van de organisatie.

Met het certificaat wilde de initiatiefnemers natuurlijk een effect sorteren. De koploper staat in het zonnetje. Daardoor denkt de rest: dat wil ik ook. En die gaan dan harder lopen. Dat het zo werkt, ziet niet alleen de organisatie van deze pensioenprijs, maar een steeds maar groeiend aantal bedrijven en instellingen. Sinds duurzaamheid ook marketing is, is het aantal awards exponentieel gestegen.

Neem alleen al de bouw- en vastgoedsector. Daar feliciteren we elkaar jaarlijks met onder andere de Duurzaam Bouwen Award, de Duurzame Vastgoed 50, de Innovatie Award, de Gouden Kikker, de Winning Workplace Award en de Duurzame Beheerder Award en ga zo maar door. Ook Dutch Green Building Council riep een award in het leven. Wij reiken ieder jaar Green Leader Award uit aan de duurzame leider uit de bouw- en vastgoedsector.

En er is niks mis met het benoemen en belonen van koplopers. Dat moet zeker blijven gebeuren. Maar in het groeien van het aantal awards schuilt ook een risico, het gevaar van duurzame-prijzen-inflatie. Helemaal als we op een punt belanden dat we middelmatige prestaties een podium bieden…

Gelukkig zien we op de persfoto’s het ongemak in de ogen van de winnaar na het behalen van het bedenkelijke resultaat. Waarschijnlijk vindt hij het predicaat ‘Redelijk’ ook niet de bekroning op het werk van zijn pensioenfonds. Net zo min als al die andere duurzame award-winnaars dat vinden van hun prestatie, hoe verdienstelijk ook. Iedereen realiseert zich: we zijn er nog lang niet. De finish is niet eens in zicht. Pas als we de eindstreep hebben gehaald, verdienen we écht een podium. Het draait dus niet om het pensioenfondsencertificaat, de Duurzaam Bouwen Award, de Duurzame Vastgoed 50 of welke prijs dan ook. Uiteindelijk gaat het maar om één prijs, en dat is ‘Parijs’.