Gezonde gebouwen zorgen voor hoge arbeidsproductiviteit. Een mooie stelling, maar het ligt veel complexer, stelde Wim Pullen van het Center for People and Buildings tijdens het DGBC Seminar ‘Gezondheid in Gebouwen in 2025’ dat afgelopen week plaatsvond in het HagaZiekenhuis in Den Haag. “Het is ingewikkeld causaliteit tussen gezondheidsmaatregelen in gebouwen en arbeidsproductiviteit aan te tonen, er zijn hooguit correlaties. Focus daarom op cognitieve fitness.”
Complexiteit
Wim Pullen benadrukt de complexiteit van de materie door de wijzen op verschillende factoren die van invloed zijn op de gezondheid en productiviteit van medewerkers. Het allerbelangrijkste zijn de individuele eigenschappen van de mens. Hoe staat die individuele mens ten opzichte van al die verschillende omgevingsfactoren? En dan, hoe ziet het werken in de toekomst eruit? “Dat blijft gissen”, aldus Pullen. Volgens Pullen is één ding zeker: “Niemand zal gelijk krijgen, ook ik niet.”
Druk op mens neemt toe
Het is daarom belangrijk om niet te focussen op arbeidsproductiviteit, maar op de cognitieve functies. Hij verwacht dat in de toekomst nog meer dan nu een beroep gedaan wordt op de cognitieve functies van mensen. “Er wordt meer gevraagd van ons vermogen om te combineren, te socialiseren, te herinneren enzovoorts. En het komt onder druk te staan.”
Cognitieve fitness
Die ontwikkeling is vandaag de dag al gaande, gezien de toename van work-life-balance vraagstukken en burn-out klachten. Pullen: “We moeten het daarom niet hebben over arbeidsproductiviteit, maar over de conditie die nodig is voor cognitieve prestaties. Die conditie moet omhoog, cognitieve fitness dus.”
Maatregelen
Er zijn verschillende maatregelen in de kantooromgeving die effect hebben op de cognitieve prestaties van medewerkers. Van positieve invloed is bijvoorbeeld een goed ontbijt. Ook lichaamsbeweging helpt, net als mentale oefening of een slaapje tussendoor. Negatieve invloed op de cognitieve prestaties hebben bijvoorbeeld slecht licht, te veel lawaai of een verkeerde temperatuur.
Binnenmilieu is een moeilijk onderwerp
Maatregelen in het binnenmilieu zijn ook nodig, maar dit is volgens Wim Pullen een moeilijk vraagstuk. Uit een groot Europees onderzoek blijkt dat 13% van de kantoormedewerkers het binnenmilieu onplezierig vindt en wijt dit aan onder andere droge lucht en temperatuurschommelingen. Uit een ander onderzoek blijkt dat 34% last heeft van droge ogen. Een volgende publicatie toont aan dat de lay-out van een gebouw en differentiatie van werkplekken als belangrijk wordt ervaren. “Het verbeteren van het binnenmilieu verdient absoluut aandacht. Overschat daarbij het stimuleren van sociale activiteiten op kantoor niet. Al ‘die fancy kantoren en malle meubels’ zijn niet altijd goed voor bijvoorbeeld concentratie of privacy”, concludeert Pullen.
Veranderingen gaan langzaam
Pullen besluit: “Er is veel gepubliceerd over gezondheid op de werkplek, concentreer je op de feiten. En gelukkig verandert de manier waarop de mens werkt verandert niet disruptief, maar langzaam. We hebben dan ook voldoende tijd om te werken aan een gezonde bedrijfsvoering.”
Bekijk de presentatie van Wim Pullen op de terugblikpagina. Daar zijn ook de foto's, andere presentaties en evaluatiecijfers van het seminar te vinden.