Deze wetgeving gaat, net zoals DGBC voorstelt, uit van normering op werkelijke waarden. Sinds 2011 maakt New York op een speciale website het energie- en waterverbruik en de CO2-emissie van gebouwen openbaar. Ook wordt het verbruik afgezet tegen de rest van de sector. Commerciële en woongebouwen groter dan 50.000 sq ft (4645 m2) en publieke gebouwen groter dan 10.000 sq ft (bijna 1.000 m2) moeten hun jaarverbruik rapporteren.
Schermafbeelding van de website die New York gebruikt.
Boete voor overschrijden grenswaarden
Deze rapportages zijn de basis geweest om de doelen voor 2030 te bepalen. Verschillende gebouwtypen krijgen eigen grenswaarden. Wanneer gebouwen in 2030 nog boven deze grenswaarde uitkomen, moet er een boete betaald worden van 268 dollar per ton CO2, wat kan oplopen tot miljoenen dollars per jaar. Monumenten en sociale woningbouw zijn uitgezonderd. Voor deze gebouwen wordt een vaste lijst kosteneffectieve maatregelen voorgeschreven.
Overeenkomsten en verschillen met Paris Proof
De werkwijze van New York is een mooi voorbeeld van wat de DGBC in het Deltaplan Duurzame Renovatie voorstelt: normeren op werkelijke verbruik en transparantie van het energieverbruik. Verschillen zijn er ook. De normering in New York voor 2030 gaat uit van de CO2-emissie. Binnen het Deltaplan zijn energieverbruik en de CO2-inhoud van de energiedrager juist gescheiden. Daarmee wordt voorkomen dat gebouwen CO2 reduceren door duurzame energie in te kopen, waardoor het energiebesparingspotentieel niet benut wordt. Omdat duurzame energie in Nederland schaars is, vindt de DGBC dat besparen voorop moet staan. Overigens stelt New York ook grenzen aan de mogelijkheid om duurzame energie in te kopen.