Verwachtingsvol, vrolijk en strijdbaar stonden we daar op 17 augustus voor het gebouw van het Ministerie van Financiën. We zouden in het souterrain van de schatkistbewaarders afdalen om daar met Rob Jetten en Marnix van Rij te spreken over onze brandbrief aan het kabinet. DGBC onderschreef deze brief, net als circa 270 andere bedrijven en organisaties en zo’n 30.000 personen. De brandbrief gaat over de afbouw van ‘fossiele subsidies’, ofwel de afschaffing van alle vrijstellingen en andere belastingvoordelen rondom het gebruik van fossiele brandstoffen. Regelingen die precies averechts werken voor een duurzame wereld en daarom rap moeten verdwijnen. Maar vooral ook wilden we het hebben over de opbouw van een nieuwe economie, waarin circulaire principes en regeneratief bouwen volstrekt normaal zijn.
Ik mocht onderdeel zijn van de brede afvaardiging die erover in gesprek ging met Jetten en Van Rij. Bij het gesprek waren vertegenwoordigers aanwezig van ASN Bank, Branchevereniging Kringloop Nederland, DGBC (Dutch Green Building Council), DRIFT, FNV, Fossielvrij NL, Groene Zorg Alliantie, Greenchoice, Sprinklr, Tolhuistuin en WISE Nederland.
Omdat het overleg tijdens lunchtijd is hebben onze gastheren een lunch geregeld. Ze toonden hun goede wil met een vegan lunch. Zeer smakelijk, maar kennelijk was veganisme nogal een noviteit binnen de muren van dit departement: als ik het goed zag werd er zelfs enthousiast een fotootje van gemaakt. De introductie van een 100% vegan lunch binnen dit gebouw zou achteraf de meest concrete groene oogst van ons gesprek zijn.
We maakten een introductierondje waarin vanuit verschillende sectoren, bedrijven en expertises werd geïllustreerd hoe verschillende belastingkortingen in de praktijk de overgang naar een circulaire en rechtvaardige economie in de weg zitten. Voor de bouw- en vastgoedsector is het averechtse effect van de ‘fossiele subsidies’ evident: De CO2-uitstoot van deze sector is fenomenaal groot, zowel aan de voorkant van het bouwproces via de gebruikte materialen (materiaalgebonden emissies) en het bouwproces zelf, als via de CO2-uitstoot tijdens de gebruiksfase van gebouwen (operationele emissies). Veel bouwmaterialen gaan tijdens hun productieproces door een fossiel gestookte oven: cement, staal, aluminium, glas, baksteen, steenwol, you name it.
Hoe krom is het dat deze energie-intensieve, CO2-uitstotende producenten van bouwmaterialen van de overheid een steuntje in de rug krijgen in de vorm van een degressieve belasting op aardgas en elektriciteit? Afschaffing hiervan draagt bij aan een gelijk speelveld met de aanbieders van minder CO2-intensieve bouwmaterialen, of bouwmaterialen die zelfs CO2 vastleggen. Als we een circulaire, biobased bouweconomie willen bevorderen, dan moeten die fossiele voordelen er snel van af.
Dat geldt ook voor gebouweigenaren die bij een hoog energiegebruik een belastingkorting krijgen op dat hogere gebruik. Het bieden van duidelijkheid over nieuw beleid is een belangrijk punt voor de bouw- en vastgoedsector. Zoals alle gebouweigenaren serieus bezig zijn met routekaarten naar Paris Proof gebouwen, zo zou je van de overheid een heldere routekaart mogen verwachten naar een Paris Proof belastingstelsel en beleidskader. Als de markt duidelijkheid krijgt over wanneer wat te verwachten is, kan ze daar heel goed op anticiperen. Excel is wat dat betreft een wonderbaarlijk instrument.
Andere vertegenwoordigers van de coalitie kleuren de noodzaak van afschaffing van fossiele subsidies op hun manier in: een ambitieuzer ETS, klimaatrechtvaardigheid, geen dubbele BTW op kringloopspullen (ook relevant voor hergebruik van bouwmateriaal). We maakten allemaal ons punt, loud and clear.
Jetten en Van Rij reageren door te memoreren dat er wel degelijk iets is gebeurd, bijvoorbeeld voor de glastuinbouw gaat het belastingvoordeel op aardgas er in 2025 af. Het onderwerp stond bij de inmiddels demissionaire bewindslieden wel degelijk hoog op de agenda. Afschaffing van deze regelingen bleek een heikel dossier, zoveel is wel duidelijk. Want er zijn internationale afspraken. Afwegingen rond economie en arbeidsmarkt. En er wordt flink gelobbyd door partijen die iets te verliezen hebben. Binnen het ministerie lijkt er veel oog en oor te zijn voor het wel en wee van de oude economie, waarbij termen vallen als ‘realistisch tijdpad’ en ‘zachte landing’. We hebben in reactie op deze weinig hoopgevende schets hartstochtelijk gepleit voor een verlegging van de focus naar de nieuwe economie die je wilt opbouwen, met een duidelijke visie, een heldere koers en een helder tijdpad. Dat opbouwplan voor een nieuwe economie is er nog niet.
Het afbouwplan is er ook nog niet. Wat er nu wel ligt is de toezegging dat er in september met de miljoenennota een overzicht zal worden gepresenteerd van alle regelingen die fossiel gebruik bevorderen, met hun budgettaire impact eraan gekoppeld. De feiten liggen dan (eindelijk) op tafel. We kunnen dus straks met de rekenmachine op tafel het gesprek voeren over de extra inkomsten die te verwachten zijn vanuit het schrappen van fossiele subsidies. En hoe die vervolgens kunnen worden ingezet voor de economie die je wel wilt te bevorderen. Dat is mooie input voor de verkiezingsdebatten en de daaropvolgende coalitiebesprekingen.
Na Prinsjesdag wordt het gesprek met de coalitie stop fossiele subsidies vervolgd, waarbij het overzicht van maatregelen concreet wordt besproken. Vanuit deze coalitie zullen we daarbij de ‘upside’ van de afschaffing van deze regelingen nader kunnen inkleuren: Want zonder fossiele subsidies gaat de wereld er een stuk mooier uitzien.
Ondertussen is het zaak om vanuit de samenleving duidelijke signalen te blijven afgeven over de noodzaak van stopzetting van fossiele subsidies. Dat kan bijvoorbeeld door de brandbrief aan het kabinet vanuit je organisatie mee te ondertekenen. Ik kijk uit naar het vervolggesprek, maar zie vooralsnog geen aanleiding om 9 september A12 uit mijn agenda te schrappen.