Hiermee gaat een langgekoesterde wens van marktpartijen in vervulling. Het Paris Proof doel voor grondgebonden woningen is lager, omdat hier meer opwekking op de woning mogelijk is. Daarnaast is er een correctie voor kleine woningen onder de 75 m2. De bewoners mogen 0,6 kWh/m2 meer gebruiken per elke vierkante meter onder die 75 m2, met een maximum van 15 kWh/m2 en liggen dan nog op koers voor Paris Proof.
De WEii score van een gebouw wordt berekend op basis van het werkelijke, gemeten, energiegebruik en het gebruiksoppervlak van het gebouw. De eenheid van WEii is kWh per jaar, per m². Voor het ontwikkelen van het WEii Woningen Protocol is voortgeborduurd op de bestaande WEii voor utiliteitsgebouwen. Daarbij is voor het bepalen van de Paris Proof doelen, zoals CO2-neutraal bouwen in 2050, rekening gehouden met de haalbaarheid.
Uitgangspunten WEii Woningen
WEii voor woningen is gericht op bestaande woningen en woongebouwen. Bij de ontwikkeling van WEii Woningen is continu gekeken naar de uitgangspunten van WEii. Meten staat daarbij centraal, de methode moet daarnaast voor iedereen uitlegbaar zijn en het gebouw staat centraal. De WEii valt onder de invloedsfeer van de gebouweigenaar en gebruiker en is ook een belangrijke stimulans om energie te besparen.
Zeer Onzuinig tot en met Werkelijk EnergieNeutraal Gebouw
Voor het bepalen van de WEii-klassen is gebruikgemaakt van energiegebruiksdata per m2, waaraan klassen zijn gekoppeld van Zeer Onzuinig tot en met Zeer Zuinig, Paris Proof en WENG. Voor Paris Proof geldt dat het energiegebruik met een derde vermindert ten opzichte van het huidig gemiddelde en Werkelijk energie neutraal (WENG) staat gelijk aan 0 kWh/m2.
De energiezuinigheid van de volgende woningtypen kan met WEii worden beoordeeld:
-
Grondgebonden woning
-
Appartement
-
Woongebouw
Paris Proof
Het gemiddelde energiegebruik was in 2020 1336 m3 aardgas en 2760 kWh elektriciteit met een gemiddelde woninggrootte van 120 m2. Volgens de simpele berekening zou dit een gemiddeld gebruik van 132 kWh/m2 opleveren.
Voor de ontwikkeling van WEii Woningen is er onderzoek gedaan naar hoe de methode zich verhoudt tot het energielabel, de door BZK gepubliceerde Standaard en Streefwaarden voor woningisolatie en CRREM. Met de aanstaande update van CRREM is deze dichtbij de WEii klassen en daarmee het Paris Proof pad voor woningen gekomen.
"Als de gemeten WEii-scores bij groene energielabels worden doorvertaald naar warmtepompen en stadsverwarming, dan liggen de gemiddelde gemeten waarden nog steeds boven de voorgestelde Paris Proof grenswaarde", aldus Martin Mooij, programmamanager Paris Proof bij Dutch Green Building Council (DGBC).
Woningen die zodanige isolatie krijgen dat ze voldoen aan de standaard voor woningisolatie, aangesloten zijn op stadsverwarming of een warmtepomp hebben, zouden met toevoeging van zonnepanelen theoretisch gezien iets onder de voorgestelde Paris Proof grenswaarden komen. Dat wil alleen niet zeggen dat dit werkelijk gemeten ook zo is.
Sturen op werkelijk energieverbruik
Om tot Paris Proof te komen heeft Mooij alvast het volgende advies: "Breng de woning naar de Standaard, haal de woning van het aardgas af, voeg zonnepanelen toe en monitor en stuur op het werkelijk energiegebruik."
Over WEii
Met de WEii wordt een gebouw beoordeeld op wat er op de energiemeter staat en niet wat het in theorie aan energie zou kunnen gebruiken. DGBC en TVVL maakten deze vorig jaar beschikbaar en met de ervaringen tot nu toe zijn het protocol en de rekentool verder verbeterd.
Zie het WEii Woningen protocol of lees het achtergrondartikel voor meer informatie over het Woningen protocol. Voor vragen kun je terecht bij de WEii helpdesk.