Hoe Van Acht in 9 maanden een BREEAM-NL Outstanding distributiecentrum bouwde

Voor de bouwhekken stond het vol met toeschouwers: allerlei professionals waren benieuwd hoe Van Acht Koel- & Vriesopslag het nieuwe pand in Veghel op duurzame wijze bouwde. Het distributiecentrum haalde een BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie Outstanding certificaat met een score van 91,46%. De opdrachtgever, projectleider, duurzaamheidsadviseur en BREEAM-NL Expert vertellen hoe die hoge ambitie is gerealiseerd.

We spreken met directeur Paul van Acht (Van Acht Logistics | Koel- & Vriesopslag), projectleider Bart Besemer (Aan de Stegge Twello), duurzaamheidsadviseur Thijs Spit en BREEAM-NL Expert Tom Linneman (Linneman Bouw en Advies).  

Van het gas af in jaren ‘90 

In 2030 bestaat Van Acht Koel- & Vriesopslag 100 jaar. Het familiebedrijf heeft altijd de toegevoegde waarde voor de lange termijn voor ogen en was al vroeg bezig met duurzaamheid. Van Acht vertelt: “Duurzaam bouwen is bij mij met de paplepel ingegoten. Sinds 1992 zijn we al van het gas af. In 2000 bouwden we bijvoorbeeld een pand boven de norm van nu, vergelijkbaar met energielabel A++.

BREEAM-NL Outstanding 

Met diezelfde duurzame blik op de toekomst stelde Van Acht hoge ambities voor de uitbreiding in Veghel. Ondanks de beperkte beschikbaarheid van vakmensen en schaarste aan bouwmaterialen is het gebouw in 9 maanden neergezet en is de beoogde BREEAM-NL kwalificatie gehaald.  

Linneman: “De opdrachtgever was vastberaden om BREEAM-NL Outstanding te halen. Een 5,5 of met de hakken over de sloot was er niet bij, want die ambitie is met een ruime score gerealiseerd. De betrokken partijen spreken ondertussen ook een aardig woordje BREEAM-NL.”  

En dat terwijl het de eerste keer was dat Van Acht in aanraking kwam met BREEAM-NL. “We dachten dat veel dingen die we al doen ook onderdeel zouden zijn van BREEAM-NL. Met de certificering willen we bewijzen dat het gebouw duurzaam is, in plaats van het alleen te roepen. We hebben gekeken naar de ‘total cost of ownership’. Als eigenaar en gebruiker willen we ervoor zorgen dat het gebouw over de hele levensduur een prettige omgeving blijft en lage gebruikskosten heeft. Alle ideeën en doelen hebben we in hoofdlijnen uitgewerkt op een bierviltje. En daar zijn we nooit op teruggekomen.” 

Pionieren 

Van Acht werkte voor het eerst met BREEAM-NL voor dit project, maar voor de adviseurs en BREEAM-NL Expert was het ook het eerste project dat zij volgens de nieuwe beoordelingsrichtlijn wilden certificeren. Spit licht toe: “Toen we begonnen aan dit project was de richtlijn uit 2020 gloednieuw. Van veel credits en punten was ons nog niet helemaal duidelijk wat dit in de praktijk betekent. Wat de juiste manier is om een berekening op te stellen, bijvoorbeeld.” Als BREEAM-NL Expert moest Linneman veel afstemmen met DGBC. “Het was soms best zoeken: klopt het wel dat we dit zo lezen? Maar het is goed dat de richtlijn weer werd aangescherpt. De eisen waren zwaarder, maar niet per se moeilijker om te halen. Samen vonden we overal wel een oplossing voor.” 

Van Acht noemt een voorbeeld: “We kochten installaties waarvan we hoopten dat ze zouden bijdragen aan een hogere score, maar het was nog afwachten of dit daadwerkelijk punten zou opleveren. Dat moet je durven. Je moet samen pionieren.” Besemer knikt instemmend: “Dit is het nieuwe bouwen. Niet bestekmatig, maar samen risico’s aangaan.”  

Vroeg betrokken 

Het team ging voor ieder punt dat ook maar enigszins haalbaar was. En dan helpt het volgens Linneman dat de BREEAM-NL Expert en Assessor in een vroeg stadium werden betrokken. “Als je in een latere fase aanhaakt liggen bepaalde zaken al vast. Denk aan punten voor de veiligheid van voetgangers en fietsers. Er is dan al een situatie in het gebied. Die verander je niet zomaar meer. Als je die punten niet haalt, is Outstanding een no-go. Haal je het wel, dan pik je laaghangend fruit mee. Gelukkig waren we bij dit project vanaf het begin betrokken om een zo hoog mogelijke score te kunnen halen.” 

Van ambitie naar praktijk 

Van Acht kreeg te horen dat ze punten voor landgebruik zouden laten liggen door het hergebruik van een greenfield locatie. “Daarom waren we extra gemotiveerd om op andere vlakken goed te scoren. Bijvoorbeeld op het gebied van biodiversiteit. Het is relatief makkelijk om ecologische voorzieningen voor diverse diersoorten rond het terrein te plaatsen.” 

Hoe hoog de ambitie ook was, sommige punten bleken in de praktijk niet haalbaar. Linneman licht toe: “We zochten naar installaties met een GWP-waarde (Global Warming Potential, red.) van nul. Maar er waren geen machines met de juiste capaciteit en die waarde. Je kon er veel punten mee halen, maar het was voor ons nog niet te realiseren.” 

Grootste uitdaging: materialen en installaties 

Andere credits waren een uitdaging, maar die ging het team samen aan. Van Acht: “De norm loopt voor op de markt. Die is nog niet zo ver in de ontwikkeling van duurzamere producten. De grootste uitdaging was dan ook om de juiste materialen en installaties te vinden.” Spit vertelt dat er daarom al vroeg BENG- en materiaalberekeningen zijn gemaakt. “We wilden direct onderzoeken wat er nodig is om een bepaalde score te halen. Voor de credit gezonde bouwproducten, bijvoorbeeld. Veel producten staan nog niet in de database. In plaatmateriaal zit meestal nog lijm en formaldehyde. Geen enkel plaatmateriaal bleek geschikt om aan de eisen voor dit gebouw te voldoen. Je kunt aan de voorkant wel iets duurzaams adviseren, maar het materiaal moet wel verkrijgbaar zijn.” 

Toch kreeg het team het voor elkaar om een lage MKI-score (Milieukosten Indicator) te halen. Spit: “In totaal hebben we alle punten behaald bij de materiaalberekening. Dat is echt uniek. We konden de juiste duurzame materialen toepassen door veel verschillende MPG-berekeningen te maken tijdens het proces.” Uiteindelijk zijn er onder andere Cradle-2-Cradle gevelpanelen en groen beton toegepast. “Dat waren belangrijke pijlers om de milieu-impact flink te verminderen ten opzichte van de eis”, stelt Linneman. 

Afval scheiden en verminderen was eenvoudiger, volgens Besemer. “Dat zit al verweven in ons inkoop- en bouwproces. Het is voor ons nog een kleine stap om dat mee te nemen, ongeacht of het wordt gevraagd. We streven als bedrijf ook naar hoge duurzaamheidsdoelen.”  

Samenwerking bepalend voor succes 

Volgens Besemer valt of staat het succes van dit project dan ook met het hele proces. “We kwamen vaak bij elkaar om te kijken waar we staan, afwegingen te bespreken en keuzes te maken. Dat is voor ons heel belangrijk.” Hij benadrukt dat de goede samenwerking met het hele team cruciaal is om een ambitie als BREEAM-NL Outstanding te halen. “Zo zie je het niet vaak. Doe mij nog maar 10 van die projecten!” 

Gerelateerd

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Bestaande woningen

DGBC, Platform31 en Platform Woonopgave onderzoeken duurzame en rechtvaardige oplossingen voor woonopgave