“We moeten ons heruitvinden in de retail- en kantorenmarkt”, zegt Bouwfonds Investment Management-CEO en DGBC voorzitter Jaap Gillis. “Innovatie- en communicatiemogelijkheden zijn er genoeg. De sector moet nu woorden in daden omzetten en vooral internationale allure krijgen.”
De toegenomen voorraad leegstaande en onbruikbare panden krijgt steeds vaker een nieuwe bestemming. Transformatie met functievernieuwing of duurzame sloop met levensloopbestendige nieuwbouw zijn 2 veelgehoorde oplossingen. “Voeg daar een verdere toepassing van de circulaire economie aan toe. Op dit onderwerp focussen we ons de afgelopen tijd binnen Rabo Vastgoedgroep”, aldus Gillis.
Materiaalgebruik en –uitstoot
Naast materiaalgebruik in (her)ontwikkelingen is er volgens Gillis werk aan de winkel om het bouwproces te verduurzamen. “Er zijn tegenwoordig voldoende tools en mogelijkheden om tijdens het bouwen materiaalgebruik en materiaaluitstoot te monitoren. Pak je dit goed aan, dan kom je al snel tot nieuwe inzichten en maak je een goede volgende stap op weg naar een betere gebouwenvoorraad.” Ook in de woningmarkt is deze focus gewenst. “Ik vraag me bijvoorbeeld af of nul-op-de-meterwoningen nog wel zo duurzaam zijn als je uitgaat van materialenuitstoot. Ook daar is het tijd voor een extra doorvertaling.”
30% besparing
Gillis twijfelt geen seconde of dergelijk duurzaam vastgoed rendeert. “Vanzelfsprekend, als je het over duurzame nieuwbouw hebt kun je doorgaans rekenen op 30 procent besparing. De triggers zijn er en de voorraad is er ook. We hebben echt een gigantische opgave van 7 miljoen woningen en zo’n € 4 miljard aan extra investeringen in ziekenhuizen, scholen en energiebesparing.”
De uitdagingen voor de bouw- en vastgoedsector zijn talloos, onder meer op sociaal vlak. “Ik blijf het raar vinden dat zo veel mensen thuis zitten, terwijl we een opgave voor ons hebben die juist goed moet zijn voor de werkgelegenheid en voor het milieu. In dat opzicht mis ik ook de regie. Zorg dat de thuiszitters uit hun isolement komen en weer aan het werk komen door nationale programma’s van schoolverduurzaming, verbetering van zorgvastgoed en andersoortige initiatieven. Er is genoeg te doen aan de bestaande voorraad. Kort geleden deed Bouwend Nederland een oproep om de nationale regie op te pakken.”
Standaardisering niet altijd als optie
Ook de groeiende focus op industrieel bouwen die de afgelopen jaren is te proeven, kent Gillis. Hij prijst het innovatievermogen van de sector, maar stelt tegelijkertijd de beperkingen voor van het fabrieksbouwen. “Het nadeel is dat niet elk bestemmingsplan gelijk is. Dat maakt standaardisering niet altijd een optie. Dat is een van de redenen dat industrieel bouwen nog niet is doorgebroken in de kantorenmarkt, want het ontbreekt daarvoor aan flexibele modules en aanpassingsvermogen. Wellicht wordt 3D Printing de oplossing, als je de beoogde flexibiliteit hiermee bereikt. Hoe dan ook zie ik de voordelen van industrieel bouwen: je krijgt een veel betere organisatie in logistiek en processing. En dat is dan weer de reden voor de populariteit van deze aanpak in de woningbouw.”
Te weinig nieuwe vormen van hernieuwbare energie
Ook de urgentie van verduurzaming is volgens Gillis goed te voelen. Eerder vertelde Andy van den Dobbelsteen tijdens Building Holland al over de relatief hoge CO2-uitstoot van Nederland ten opzichte van andere Europese landen. Gillis stemt in: “We lopen achter in het terugdringen van onze uitstoot. Een van de oorzaken is dat we te weinig nieuwe vormen van hernieuwbare energie hebben bedacht. Zoek buiten de landsgrenzen voor inspiratie en innoveer ook op dit vlak.”
Op zoek naar koplopers
Onafhankelijk van het type bouwproces en uitdagingen op het gebied van nieuwe duurzame energie zoekt de sector naar koplopers die het voortouw nemen, zoals innovatiegerichte leiders als Dutch Green Building Council, Bouwend Nederland, overheidsorganen en Platform Duurzame Huisvesting. Voor onze Business Unit Commercieel Vastgoed fungeert het Platform Duurzame Huisvesting bijvoorbeeld als interessante kennisbank, onder andere voor het opstellen van Green Lease-overeenkomsten met huurders en duurzame prestatiecontracten met property managers. Maar naast voorgenoemde partijen moeten ook de directeur generaal van het ministerie en de gewone burger zich realiseren dat duurzaamheid een absolute noodzaak is.”
Belangrijk is om zelf het voortouw te nemen. “Zo nemen we jaarlijks deel aan de Global Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB), inmiddels met 8 van onze fondsen, waarmee duurzaamheidsprestaties van circa 200 objecten worden gemeten. Deelnemen aan de benchmark stelt ons in staat om steeds beter inzicht te krijgen in hoe we onze portefeuille verder kunnen verduurzamen. Afgelopen jaar hebben we van 90% van de aan GRESB deelnemende objecten energie- en/of waterconsumptiegegevens verzameld. Door jaarlijks steeds meer fondsen te laten participeren en de data coverage per fonds nog verder te vergroten proberen we volledig inzicht te krijgen in de duurzaamheidsprestaties van onze portefeuilles”, vertelt Gillis.
Marketingrol
"Gedrag verander je door dit vaak, heel vaak, te roepen. Er is dus een duidelijke marketingrol, ook naar burgers toe. Deze marketing komt natuurlijk van leiders en media af, maar vooral de daden tellen. Zorg dus voor een internationale allure voor onze innovatieve bouwsector. Word een internationaal knooppunt.”
Bron: Duurzaam Gebouwd