Nederland een beetje groener maken is onderdeel van PPREF. Daarom adviseert de organisatie ook bij het verduurzamen van vastgoed. Nijland kan bij daarbij putten uit zijn jarenlange ervaring in zowel de financiële als de vastgoedsector. Zo bekleedde hij diverse functies bij ING Real Estate, Deloitte en Cushman & Wakefield. Medio 2023 gooide hij het roer om: het was tijd voor een eigen bedrijf en PPREF zag het levenslicht.
Passende financiering
Nijland spreekt bevlogen over de ambities van de jonge organisatie. “In essentie ben ik een reguliere debt advisor. Ik help bij financiering die past bij de actuele behoefte, maar ook voor de strategische outlook en toekomstige plannen.” Hij wil partijen daarbij niet per se naar duurzame financiering leiden. “Dat is meer een gevolg. Het doel is om met de financiering niet achter de feiten aan te lopen. Bedrijven moeten strategisch fit zijn. Duurzaamheid is daar een onderdeel van en veel bedrijven zijn zoekende. Ik help bij het vinden van de juiste antwoorden.”
Paris Proof
Dat Nijland al direct bij de oprichting van zijn bedrijf de samenwerking met DGBC zoekt, is volgens hem niet meer dan logisch. “Er zijn veel vragen rondom verduurzaming van vastgoed. Maar de Paris Proof-methodiek is verreweg het meest concreet en meetbaar.” Daarnaast was hij al bekend met DGBC gedurende eerdere stadia van zijn carrière. “Cushman & Wakefield en ING Real Estate werkten ook al met hen samen. Het mooie aan een stichting als DGBC is dat het gelijkgestemde partijen met elkaar weet te verbinden.”
Dubbele koers varen
Met al die gelijkgestemde partijen is een duurzaam gebouwde omgeving alleen nog niet vanzelfsprekend. DGBC mag wat hem betreft dan ook een dubbele koers varen: een voor de koplopers, met veel oog voor innovatie en technologie en een eenvoudige benadering voor de partijen die nog flinke stappen moeten maken. “Dan kun je impact maken. En dus moet je bepaalde zaken ook gewoon simpel en behapbaar houden. Paris Proof helpt daarbij. Het doel is duidelijk en het energiegebruik moet omlaag.”
Stip op de horizon
De komende jaren is er mede door dat gegeven veel werk te verzetten voor PPREF. “Mijn stip op de horizon staat op pakweg 2026 of 2027”, vervolgt Nijland. “Regelgevers en institutionele partijen zullen boter bij de vis doen en het speelveld serieuzer maken. Ik bereid mijn opdrachtgevers voor op dat moment. En dat moment gaat komen. Niet-duurzame gebouwen zullen minder of niet rendabel worden.”
Er bestaat volgens hem ook een aannemelijke kans dat bedrijven met een niet duurzame portefeuille belast gaan worden, bijvoorbeeld via ETS-2, wat nu al gebeurt binnen andere sectoren. “Het gevolg is dat de perceptie van ontwikkelaars en beleggers zal veranderen” legt Nijland uit. “Voorheen was de vraag vaak ‘verdien ik mijn duurzame investering wel terug?’, die vraag zal veranderen naar ‘wat gaat het mij kosten als ik de investering niet doe?’. Financiering is nu eenmaal een belangrijke component binnen vastgoed.”
Maar er komt volgens hem nog meer bij kijken. En de noodzakelijke veranderingen kunnen niet van vandaag op morgen worden doorgevoerd. “Je moet echt je strategie aanpassen met het oog op een duurzame toekomst. Dat betekent dat je op tijd moet beginnen en binnen de organisatie de neuzen dezelfde kant op moet krijgen.” Het zijn ook die elementen waarbij PPREF haar klanten kan helpen en ontzorgen. “We helpen bedrijven om hun stakeholders mee te nemen in het verhaal en andersom. Het verhaal moet ook passen bij wat de stakeholders in de toekomst willen zien.”
‘Laat je deskundig adviseren’
Tot slot heeft hij in aanloop naar 2027 nog een waardevol advies voor partijen in de gebouwde omgeving. “Laat je adviseren door kundige partijen. Echte verduurzaming kost tijd en je hoeft het wiel niet altijd zelf opnieuw uit te vinden. We laten ons nog te vaak leiden door de waan van de dag en zaken als rapportages. Maar dat is geen verduurzaming. Die mindset moet anders. Met de juiste adviseurs aan je zijde, kun je kleine, gerichte stappen zetten, die waardevoller zijn dan een rigoureuze koerswijziging. Ik laat liever 99 bedrijven waardevolle stapjes zetten, dan één bedrijf een hele grote.”
