“Het gaat erom dat je vooraf sturing geeft aan ontwerpers, opdrachtgevers en anderen die betrokken zijn in die vroege initiatieffase. Je hebt dan nog geen meetgegevens; die sturing gaat daarom via ‘het onderbuikgevoel’.” Bij materiaalgebonden emissies is duidelijk dat ze al direct meespelen aan de voorkant van het project, legt Wellink uit. “Zo heb je met reductie daarvan dus al meteen impact, als de rest van het gebouw nog niet energieneutraal is.”
“Zeker aan het begin van elk project moet die belangrijke vraag dus gesteld worden: Hoe kunnen we materiaalgebonden emissies reduceren? Want daar kun je nog beslissen om iets helemaal niet te realiseren. Misschien is dat wel de beste oplossing”, aldus Wellink.
Gebouw afpellen
“Ook kun je beslissen om op een andere manier te gaan bouwen en zo extra stappen te zetten. Om antwoord te krijgen op die vraag naar extra stappen op gebouwniveau, zijn we gaan kijken naar 24 cases. We hebben ze ‘afgepeld’ als een schil, op zoek naar de patronen in de processen”, aldus Wellink, die daarbij de ‘schillen’ van de Amerikaanse onderzoeker Brand aanhaalde, die elk beginnen met de letter S. “De Site gaat oneindig lang mee, met aan de andere kant Stuff die zich heel snel laat veranderen. Wanneer je initiatieven neemt om de CO2-reductie te bewerkstelligen, dan heb je in een constructie echt andere maatregelen te treffen als in de schil van het gebouw. De locatie is dan heel belangrijk; als je in een landelijk gebied gaat bouwen, is de impact zeven keer zo groot als in een dicht stedelijk gebied. Denk daar dus goed over na, als je met een locatie bezig bent.”
Slim of toch niet
“We zien ook dat de levensduur er heel erg toe doet. We kunnen een heel slim gebouw neerzetten, maar als ‘ie over dertig jaar – om wat voor reden dan ook – plaats moet maken voor iets anders, dan zijn we alsnog niet goed bezig. Dus kijk: hoe kunnen we echt de levensduur van een gebouw verlengen.”
“Ook is de afmeting en de meeteenheid een heel belangrijke. Die doet er echt wel toe. Je kan een heel zuinig gebouw neerzetten, maar dat leidt niet tot de gewenste resultaten als dat alsnog een heel groot gebouw is, met veel vierkante meters en heel weinig gebruikers.”
Constructie met impact
“Ik noemde net al het verschil tussen constructie en schil. Maar ook is er meubilair in een gebouw. Waar zitten nou eigenlijk ‘de grootste vissen’ qua emissies? Hergebruik van meubilair is ook ontzettend belangrijk. Maar we zien dat in de constructie de grootste impact te maken is. Als je in de constructie biobased, hernieuwbare materialen toepast, dan heb je daar ook de grootste CO2-reductie bereikt. Dat is een heel belangrijk inzicht.”
Meer leren? In de publicatie Carbon Based Design doet de Circulaire Bouweconomie aanbevelingen op elk niveau.
Wellink sprak op het DGBC-congres ‘Paris Proof Embodied Carbon’. Tijdens dit congres presenteerde DGBC een roadmap en een intentieverklaring, gericht op het terugdringen van materiaalgebonden emissies. Later dit jaar komt DGBC met verdiepingssessies, als vervolgstap.
Ondertekenen ook nu nog mogelijk
Bedrijven en organisaties die actief willen meedoen, kunnen nog steeds hun handtekening zetten onder de intentieverklaring. Om tot CO2-reductie te komen in de hele bouwkolom moeten er nog veel meer bedrijven en andere organisaties aanhaken. De verklaring blijft open voor nieuwe ondertekenaars, zodat wij als bouw- en vastgoedketen gezamenlijk aan de slag kunnen.
Onderdeel van Europese beweging
Deze intentieverklaring is onderdeel van een Europese beweging. DGBC werkt samen met 9 andere Green Building Councils in het Europese samenwerkingsverband #BuildingLife toe naar CO2-doelstellingen voor de bouwsector. Deze doelstellingen legt DGBC vast in commitments voor de markt, met als uiteindelijk doel deze ook op te nemen in beleid op nationaal en internationaal niveau.