Hoe verduurzaam je een monumentaal onderwijspand? Waarbij je de historische karakteristieken respecteert, en tegelijkertijd het gebouw volgens de laatste technieken renoveert én daarbij ook nog eens vergroot. Dat was de grote uitdaging voor het gebouw van de Reinwardt Academie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Rienks Bouwmanagement begeleidde de renovatie die leidde tot een BREEAM-NL duurzaamheidsscore ‘Very Good’. “Een unieke score voor een uniek gebouw. Reinwardt Academie is het eerste hoger onderwijsgebouw met een BREEAM-NL oplevercertificaat.”
Uitdagende opdracht
De opdracht voor Rienks Bouwmanagement was uitdagend. De restauratie van het gemeentelijk monument moest worden gecombineerd met een zorgvuldig aansluitende nieuwe uitbreiding, en met het volledig vernieuwen van de installatietechniek. Het ontwerp van het plan is tot stand gekomen in een samenwerking tussen de restauratiearchitect (Verlaan & Bouwstra architecten) en de nieuwbouw-/interventie architect (Marx & Steketee Architecten). Gezocht werd naar een ontwerp waarbij de historische en nieuwe ruimten naast elkaar zouden kunnen bestaan, in open verbindingen, zonder harde contrasten. Loek Coerver van Rienks vertelt: “Het doel was ook om te komen tot een gezond en praktisch bruikbaar gebouw waar op een plezierige wijze in gewerkt en verbleven kan worden. Daarbij werd een duurzaamheidsambitie nagestreefd van BREEAM-NL Good tot Very Good. Zeker voor een gebouw met een monumentale status een ambitieus streven.”
Een gezond gebouw: kosten en baten
Coerver vertelt over de duurzaamheidsambitie: “Natuurlijk zijn materiaalgebruik en energiebesparing belangrijk. Maar gezonde gebouwen leveren uiteindelijk meer op. We hebben de opdrachtgever ervan kunnen overtuigen dat de focus moest komen te liggen op de eindgebruiker van het gebouw; de studenten.” Aan Rienks Bouwmanagement was het de taak om de consequenties van keuzes in duurzaamheid voor zowel het duurzaamheidsniveau als de financiën in een vroeg stadium van het project voor de opdrachtgever inzichtelijk te maken. Coerver: “We hebben de gemaakte keuzes verwerkt in het Programma van Eisen, vervolgens gebruikt bij de selectie van ontwerpende en uitvoerende partijen en daarna ook daadwerkelijk gerealiseerd in het bouwteam.”
Materiaalgebruik en energiebesparing
Bij de renovatie zijn de draagconstructie, gevel, binnenwanden en het dak van het gebouw behouden gebleven en slechts plaatselijk aangepast. Bestaande bouwmaterialen zijn hergebruikt. Daardoor is de milieu-impact zeer laag. Ook zijn waterbesparende maatregelen genomen zoals waterbesparende spoeling van de toiletten en regenwatergebruik voor de tuin. Het watergebruik wordt gemonitord en gemanaged om verspilling van schoon leidingwater te voorkomen. Alle maatregelen om het energieverbruik te verminderen hebben geresulteerd in een Energie Prestatie Coëfficiënt van 0,98. Dat komt overeen met een energielabel van A++.
Gezond binnenklimaat en comfort
Op technisch gebied voldoet het gebouw aan de hoogste eisen voor gezonde lucht en brandveiligheid. De luchtbehandeling is gebaseerd op het energiezuinige warmte-terugwin principe. De installatie hiervoor is geïntegreerd in een deel van de nieuwe opbouw. De scheidingen tussen de brandcompartimenten zijn maximaal transparant uitgevoerd en volgen de structuur van het gebouw.
Voor het interieur is een open en communicatieve sfeer ontstaan. De overdekte binnenhoven functioneren als ontmoetingsruimten op de begane grond, en op verdiepingen zijn zicht-assen ontstaan, waardoor het gebouw altijd in dienst staat van de gebruikers. De achtertuin van het pand maakt deel uit van een stedelijk binnenterrein.
Verrommeling tegengaan
Naast materiaalgebruik, energiebesparing, een gezond binnenklimaat en comfort is ook goed gekeken naar hoe het gebouw gebruiksvriendelijker kon worden gemaakt. In de 125 jaren dat het gebouw heeft dienstgedaan als onderwijsgebouw is de verrommeling flink toegeslagen. Met de restauratie lag er dé kans hier wat aan te doen. Coerver: “Na de renovatie bleek het gebouw ruimer en lichter te zijn dan gedacht werd.” De beide, voorheen dichtgebouwde binnenhoven zijn opengemaakt, en zijn afgedekt door het lichte zaagtand-dak. Dit zorgde voor extra daglicht in het gebouw. En ook van de buitenzijde kreeg het pand een veel lichter karakter. “Het is boeiend om te zien dat de structuur van een onderwijsgebouw uit 1897 robuust genoeg is om hergebruikt te kunnen worden in de 21e eeuw”, aldus Coerver.
Flexibel
Het verbouwtraject vroeg uiteraard ook wat van de flexibiliteit van de projectbetrokkenen. Vooral toen in de uitvoeringsfase werd besloten een andere faculteit in het gebouw te huisvesten: de Reinwardt Academie. Deze gebruiker wenste meer overlegruimten, stiltewerkplekken, onderwijsruimten, een grotere collegezaal en een ruimte voor symposia. Naast de Reinwardt Academie hebben ook de afdelingen ICT en Huisvesting & Facilitair Beheer een plaats gevonden in het gebouw. Coerver: “Voor deze veranderingen is klimaatinstallatie geoptimaliseerd om de hogere bezetting mogelijk te maken.” Op piekmomenten wordt de maximum capaciteit van het gebouw gevraagd, terwijl het merendeel van het jaar de bezetting laag is. Het aanpasbaar zijn van de klimaatinstallatie aan de werkelijke bezetting draagt bij aan een duurzaam en gewenst binnenklimaat. En dus aan een gezond gebouw.
Loek Coerver van Rienks Bouwmanagement besluit: “We hebben gemerkt dat ook een karakteristiek monumentaal gebouw als het Hortusplantsoen 1-3 relatief eenvoudig is aan te passen aan de nieuwe eisen van de gebruiker. Bovendien hebben we een mooie BREEAM-NL duurzaamheidsscore behaald: ‘Very Good’ behaald. Voor een dergelijk historisch gebouw is dat een ongekend goede score.”