Protocol materiaalgebonden emissies verbeterd 

In november 2021 is het protocol gelanceerd van Paris Proof materiaalgebonden emissies (verder aangeduid met PPm). Dit heeft al snel een plek gekregen in de markt: in projecten, in tenders en in rekeninstrumenten. DGBC heeft onlangs het protocol geüpdatet en is nu op zoek naar doorgerekende projecten.

Wat is er veranderd? De gevalideerde MPG-rekeninstrumenten namen tot en met augustus 2022 de impact van de vervangingen (B4) mee in module A. Dit is rechtgezet. Nu nemen de rekeninstrumenten de materiaalgebonden emissies van vervangingen mee in module B4, waar ze horen. Omdat het protocol voorschrijft dat module B buiten de scope valt, is de gebouwlevensduur niet meer relevant. Deze wijzigingen zijn doorgevoerd in het Paris Proof materiaalgebonden emissies Protocol versie 1.1 en de bijbehorende Achtergrondrapportage versie 1.1.  

CO2-reductie op korte termijn 

Het vernieuwde protocol is te gebruiken naast de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG). De MPG en de PPm-indicator richten zich op verschillende doelen, maar zijn wel beide zinvol. De kracht van de MPG is dat de milieu-impact van de hele levensduur meegenomen wordt. Ontwerpbeslissingen zijn bepalend voor de impact in de toekomst; denk daarbij aan onderhoud, hergebruik of adaptief vermogen.  

Deze integrale kijk op materiaalgebruik is ook de korte termijn relevant. Het klimaatprobleem is acuut, de CO2-emissies moeten per direct omlaag. Internationaal (in Parijs) is afgesproken om in 2050 klimaatneutraal te zijn.  

Het PPm-Protocol richt zich daarom op de materiaalgebonden CO2-emmissie door de productie van bouwmaterialen en het bouwproces. Een pluspunt is dat dezelfde milieuprestatieberekening beide resultaten biedt. 

Module B 

Met het PPm-Protocol kijken we alleen naar het CO2-equivalent per m2 van module A, berekend volgens de MPG-rekenregels en de onderliggende database. Als we alle materiaalgebonden emissies van een gebouw tot 2050 mee willen nemen, zouden we wellicht ook de materiaalgebonden emissies van vervangingen en onderhoud voor de komende 28 jaar (van 2022 tot 2050) moeten meenemen, module B.  

Een knelpunt hierbij is dat bijvoorbeeld productvervangingen (B4) verondersteld wordt dat dit met de producten van nu gebeurt, terwijl de verwachting is dat de impact door innovatie snel omlaag zal gaan. Dit levert een overschatting op, die waarschijnlijk groter is dan de onderschatting door het weglaten van module B. De scope is daarom beperkt tot module A, waarbij de werkelijke processen, en daarmee CO2-emissie, in beeld zijn. 

Jouw project 

Heb je projecten doorgerekend met het PPm protocol? Dan stellen we het enorm op prijs als je jouw uitkomsten met ons zou willen delen. Dit kan ook anoniem door onderstaand Excel in te vullen en op te sturen naar Laetitia Nossek via l.nossek@dgbc.nl

 

Download Excel voor doorgerekende projecten

 

SDG's

Logo voor Industrie, innovatie en infrastructuurIndustrie, innovatie en infrastructuur | Logo voor Duurzame steden en gemeenschappenDuurzame steden en gemeenschappen | Logo voor KlimaatactieKlimaatactie

Gerelateerd

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Bestaande woningen

DGBC, Platform31 en Platform Woonopgave onderzoeken duurzame en rechtvaardige oplossingen voor woonopgave