Het Framework for Climate Adaptive Buildings (FCAB) is een breed gedragen methodiek om de fysieke klimaatrisico’s voor een vastgoedportefeuille inzichtelijk te maken. De methodiek maakt zo veel mogelijk gebruik van uitstekende openbaar beschikbare databronnen zoals de Klimaateffectatlas, gebaseerd op de uitkomsten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) die elke 6 jaar worden vernieuwd, en biedt daarmee ook kansen voor consumenten. Op dit moment is de eerste versie van de methodiek gepubliceerd en lopen er nog enkele pilots met partners om de publicaties te verbeteren.
‘Eenduidig, begrijpelijk en betrouwbaar’
De AFM pleitte eerder deze week voor één taal waarmee alle betrokkenen kunnen werken. De gegevens die hierbij worden gebruikt, moeten ‘eenduidig, begrijpelijk en betrouwbaar zijn’ om uiteindelijke consumenten te beschermen tegen financiële problemen voortkomend uit klimaatrisico’s.
Jan Kadijk, Manager Kennis en Innovatie bij DGBC geeft een toelichting op de eenduidige taal die al is ontwikkeld: “Bijzonder aan de methodiek is dat niet alleen naar de locatie wordt gekeken maar ook naar gebouwspecifieke kenmerken. Dat maakt de analyse voor een deel iets ingewikkelder, maar er ontstaat een betere inschatting van de risico’s."
Deze ‘rode vlaggen’ die uit de analyse komen zijn een indicatie dat een verder grondig onderzoek op dat specifieke risico nuttig is. Uiteindelijk leidt dit tot een klimaatactieplan waarmee de belangrijkste risico’s op gebouwniveau kunnen worden gemitigeerd.
Sinds 2021 aan de slag
Er worden al meerdere klimaatrisico-scans aangeboden door de markt maar de methodiek daarachter is niet altijd transparant. Daardoor is het lastig om resultaten onderling te vergelijken. Ook is vaak niet helder wat je kunt doen aan de geconstateerde risico’s. DGBC signaleerde deze uitdagingen in 2021, toen is zij samen met ruim 30 marktpartners aan de slag gegaan om het Framework te ontwikkelen.
Van gebouw naar gebied
Het Framework van DGBC en partners wordt nu al opgepakt door partijen met een vastgoedportfolio zoals vastgoedbeleggers en woningbouwcorporaties. “Diverse adviespartijen zijn nu druk bezig om de methodiek onder de motorkap van hun klimaatrisico-tooling in te bouwen. Zij bedienen nu nog vooral professionele vastgoedpartijen, maar te verwachten valt dat er ook voor eigenaren van woningen tools en portals komen waarmee zij de klimaatrisico’s op gebouwniveau nauwkeuriger in beeld kunnen krijgen.”
Klimaatrisico's en kosten
Kadijk verwacht dat de methodiek ook de samenwerking rond oplossingen zal bevorderen. Partijen kunnen op basis van de methodiek uit het Framework allemaal op dezelfde manier uitrekenen hoe groot hun probleem is met bijvoorbeeld hittestress of wateroverlast en dit in gezamenlijkheid oplossen met gebiedsmaatregelen in plaats van gebouwmaatregelen.
“Dus niet een extra airco op een gebouw schroeven, maar samen het pleintje vergroenen en daarmee het gebied verkoelen. Dat is uiteraard ook veel beter voor de energievraag van die gebouwen,” aldus Kadijk. “Voor woningkopers betekent het dat ze nog voor de aankoop inzicht krijgen in klimaatrisico’s en mogelijke kosten die daar bij horen. Dat kun je dan meenemen in je biedingsproces.”
Klimaatadaptieve gebouwde omgeving stap dichterbij
Tot besluit: “Een laagdrempelig aanbod voor consumenten die slechts een enkele woning willen doorlichten is een nuttige toepassing van het Framework. De markt zal daar ongetwijfeld proposities voor gaan formuleren. Ondertussen blijven er nieuwe databronnen, klimaatscenario's en inzichten over de effectiviteit van maatregelen verschijnen. DGBC blijft daarom de methodiek doorontwikkelen en onderhouden, mede op basis van ervaringen in de praktijk. Kortom, er ligt een goede basis, laten we daar samen op blijven voortbouwen, en die klimaatadaptieve gebouwde omgeving een stap dichterbij brengen.”