Waarom?
De economische principes rondom circulariteit voeren in de huidige transitie veelal nog de ondertoon. Het gaat vooral om de techniek en het proces, terwijl de financiën daarin slechts een resultaat zijn van eerdere keuzes. Om een doorbraak te bereiken op weg naar een circulaire economie is een duidelijke richting nodig hoe de huidige economische systemen worden doorbroken. Over het algemeen zijn financiële afwegingen namelijk doorslaggevend bij beslissingen ten aanzien van beleidvorming, ontwikkeling, ontwerp, realisatie en (door)exploitatie. Dit geldt voor zowel de bouw- als maakindustrie.
Om de transitie van de circulaire economie in de bouw- en maakindustrie aan te jagen is het van belang om de financiële restwaarde genormeerd te laten bepalen. Betrouwbare data en informatie over de financiële restwaarde kan nagenoeg de gehele (bouw)kolom meer zekerheid bieden om huidige businessmodellen te veranderen, nieuwe service- en verdienmodellen op te zetten of zelfs partijen te stimuleren om andere posities in de keten in te nemen. Het inzichtelijk maken van financiële restwaarde heeft daarmee een positief effect op het haalbaar maken van circulaire business cases en stimuleert op deze manier een circulaire bouw- en maakindustrie.
Download het rapport |
Hoe?
Het doel van het onderzoek was het ontwikkelen van een door de markt en overheid gedragen centrale bepalingsmethode voor financiële restwaarde van industrieel vervaardigde producten. “Wij zien het belang van het normeren van financiële restwaarde en hebben daarom besloten om de kar op dit onderwerp te trekken. Hierbij hebben wij er bewust voor gekozen om het rekenmodel toepasbaar te maken voor ook niet-metaalhoudende bouwproducten en kapitaalgoederen” stellen de opdrachtgevers Metaalunie, FME en het Ministerie van economische Zaken en Klimaat.
Het resultaat van het onderzoek is enerzijds inzicht in bestaande methoden en tools voor (rest)waardebepaling en randvoorwaarden voor de dynamiek tussen vraag en aanbod. Anderzijds is er een rekenmodel ontwikkeld waarin op productniveau de hergebruikwaarde en op materiaalniveau de recyclingswaarde wordt berekend. Aan de hand van dit rekenmodel zijn de rekenregels getoetst aan de hand van negen casussen. De achterliggende informatie komt hierbij uit deskresearch, interviews en enquêtes.
Jim Teunizen, partner bij Alba Concepts geeft aan “Het rekenmodel geeft een betrouwbare indicatie van de financiële restwaarde en is geverifieerd en gevalideerd met casuïstiek.” Jip van Grinsven, consultant bij Alba Concepts vult aan “Het uiteindelijke doel van het rekenmodel is dat de theoretisch financiële restwaarde van producten uiteindelijk moet worden vervangen door de reële marktwaarde. Hier moeten echter concrete transacties aan ten grondslag te liggen. Het bepalen van de theoretische financiële restwaarde kan ervoor zorgen dat er meer transactiedata komt en dat de markt daarmee versneld kan overstappen naar restwaarde bepaald op basis van marktwaarde”.Maar hoe nu verder? Zowel Jim als Jip zien hierin een belangrijke rol voor de banken weggelegd. “Wij vragen aan de Nederlandse Vereniging van Banken, de Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank om deze methodiek te adopteren en daarmee de weg naar een circulaire economie aan te jagen!”
Vervolgstappen
De Koninklijke Metaalunie, FME en het Ministerie van Economische Zaken zien het rapport en het rekenmodel als een eerste stap. Wij moeten met zijn allen de volgende stap zetten naar het normeren van financiële restwaarde. Dit betekent dat de komende periode in het teken staat van het vergroten van de betrouwbaarheid van het rekenmodel door het uitvoeren van meer casussen verspreid over verschillende productcategorieën. Hiermee creëren wij meer data, een hogere betrouwbaarheid en daarmee meer draagvlak bij partijen die met financiële restwaarde kunnen en willen rekenen in projecten of de eigen bedrijfsvoering.
Het rapport is te vinden via www.metaalunie.nl. Meer weten? Op donderdagmiddag 8 en 15 september organiseren de Koninklijke Metaalunie, FME en het ministerie van Economische Zaken informatiebijeenkomsten over het rekenmodel.