Hier gaan we voor is het motto van de Dutch Green Building Week 2022 en ook van het DGBC-festival. Dagvoorzitter Harm Edens vroeg als eerste DGBC-voorzitter Rutger Schuur waar hij voor gaat: een duurzaam gebouwde omgeving, al is de definitie daarvan wel wat opgerekt, want nu gaat het volgens Schuur ook om een sociaal duurzame omgeving. “Dat is kijken naar de rol die een gebouw kan hebben in de omgeving. Bijvoorbeeld de combinatie van een kleuterschool met ouderenhuisvesting draagt aantoonbaar bij aan woongeluk.”
‘Neem verantwoordelijkheid’
DGBC-directeur Annemarie van Doorn denkt dat gevoel en intentie bepalen waar we met zijn allen naartoe gaan. Daarom wil zij met elkaar verbinding zoeken en een positief gevoel neerzetten. “Steeds meer mensen en organisaties zien ook de sociale kant van verduurzamen en ik hoop echt dat we met zijn allen de verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor milieu en de mensen om ons heen.”
Van Doorn vertelde daarna over het Paris Proof Commitment en riep nogmaals op vooral te ondertekenen als je dat niet hebt gedaan. Veel partijen, waaronder de gemeente Rotterdam, hebben inmiddels het Paris Proof Commitment ondertekend en verbinden zich daarmee aan de doelstelling om het energiegebruik in de gebouwde omgeving met twee derde te verlagen. En daarmee ook de daarbij horende CO₂-emissies terug te brengen. Zij eindigde met de oproep om toch vooral te tekenen: “We moeten nu handelen, dus onderteken alsjeblieft. Alles ligt klaar om aan de slag te gaan.” In de zaal zaten al een paar partijen die de intentie hebben op korte termijn te tekenen.
Snelkookpansessies
Dirk Brantjes (Arcadis) en Jeroen Schorning (INNAX) blikten terug op de zogeheten ‘snelkookpansessie’ die in de ochtend voor het DGBC-festival is gehouden met een aantal jonge mensen die de Paris Proof Programmaraad vertegenwoordigden. Tijdens deze sessie gingen deelnemers volgens de ontwerpdenken-methode aan de slag om zeer snel verder te komen met een vraag of een probleem. Het is een doelgerichte en effectieve manier om in korte tijd ideeën te verzamelen en inzicht te krijgen.
Hun vraag aan de zaal: wie wordt beoordeeld op duurzaamheidsprestaties? Dat waren er niet veel. Hun oplossing: Neem duurzame KPI’s op in de beoordelingsgesprekken. Ze riepen de zaal op vooral ook aan toekomstige generaties te denken: “Begin morgenochtend met het aanpassen van de prestatie indicatoren en ga over tot actie. Dat zorgt voor een betere leefomgeving, dus begin er vandaag mee.”
Forse opgave
Selina Roskam van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK): “De opgave is fors. We willen 2,5 miljoen woningen verduurzamen en huizen met een slecht label snel aanpakken. Er moet een tandje bij. Wetgeving is voor achterblijvers, zoals de energiebesparingsplicht, het is laaghangend fruit, dus waarom zou je geen maatregelen nemen?” Roskam wil ervoor pleiten om vooral bedrijven te helpen die al verduurzamingsmaatregelen hebben genomen. “Als je alles hebt laten liggen, moet je op de blaren zitten. We moeten er met zijn allen tegenaan.”
Teun Bokhoven, voorzitter van de Voortgangsoverleg Klimaattafel Gebouwde Omgeving: “We zijn nu in de fase dat we aan de gang moeten met duurzaamheid.” Hij denkt dat al veel mensen in de actiestand staan, maar riep de zaal toch op om mee te doen. “Zorg dat je zo snel mogelijk in de actiemodus komt, dat is goed voor jezelf en voor het onroerend goed.”
‘Laten we wat gaan doen’
Hans Stegeman stapt het podium op met een duidelijke boodschap: “Ik heb geen tijd meer voor gelul. We zitten hier met zijn allen, maar laten we wat gaan doen”, hield hij de zaal voor. De econoom en hoofdstrateeg bij Triodos Investment Management hield een TEDtalk. Hij vindt dat we beperkt denken over ons economisch systeem. “KPIs? Het is onze persoonlijke drijfveer om er wat van te maken. Dat zit in hoe alles samenhangt. We willen oplossingen alleen maar zoeken in het systeem. We nemen een klein stukje en zeggen dat we goed bezig zijn, Je moet zicht op het grotere plaatje houden.” Er zijn volgens hem genoeg ideeën om te kijken hoe we dingen beter kunnen maken en geld kunnen verdienen.
Als deze tijd iets laat zien is dat we weinig efficiënt zijn. Echte veerkracht ontbreekt. "We moeten van reductionistisch naar holistisch denken. Uiteindelijk gaat het om brede waardecreatie. Alles hangt samen: financieel, sociaal en milieu. We moeten met zijn allen iets doen", zegt Stegeman. Geld is volgens hem nooit het probleem, de intentie wel. “We kunnen het financieringsgat van grijs naar groen dichten. Daarvoor moeten de risico’s worden ingeprijsd. Dan is er een overheid nodig die dat geloofwaardig kan maken en we moeten versnellen door waardegerichte keuzes te maken. Die keuzes kun je zelf maken.”
Duurzame Ontwikkelingsdoelen
Daarna was het podium voor sociaal geograaf Floor Milikowski, Rotterdamse wethouder Chantal Zeegers (Klimaat, Bouwen en Wonen), Patrick Joosen van BPD en Iris van de Beek van Being. Zij spraken met Edens over Duurzaam Ontwikkelingsdoel 11 Duurzame steden en gemeenschappen, waarvoor DGBC de nationale alliantiecoördinator is. “In de duurste buurten worden de mooiste speeltuinen aangelegd en in de arme de minste.” Milikowski roemde theater Zuidplein omdat die echt iets wil betekenen en de buurt vooruit wil helpen. Een vitale samenleving levert meer geld op dan een scheve ongelijke samenleving. Zeegers vertelt dat de gemeente Rotterdam bij nieuwe projecten niet alleen de kosten van woningbouw meeneemt, maar ook die van openbare ruimte en grond. We rekenen met het hele plaatje. Van de Beek werkt met people planet en profitstrategie: “We willen onszelf blijven verbeteren, maar wel rendabel blijven.”
Patrick Joosen van BPD: “Elk project heeft een eigen oplossing. Geef bestaande bewoners ook een plek. Hoe weet je wat een gebied nodig heeft? Je verdiept je in de buurt, de trots van de buurt en behoefte van toekomstige gebruikers. De wijk in en het gesprek aangaan.” Hij pleitte ook voor nazorg, naar de buurt blijven luisteren en investeren. Zeegers lanceerde na het gesprek de Quickscan Duurzaamheid voor bouwprojecten in Rotterdam. “We hebben veel ambities en beleidsplannen. Nu ís het een kwestie van doen.” De Quickscan is een hulpmiddel waar je online in vier korte stappen informatie over jouw gebiedsontwikkeling invult, zoals de locatie, het type gebouw en de functie. Op basis hiervan maakt het hulpmiddel een analyse hoe je je project verder kunt verduurzamen.
Daarna was het tijd voor de subsessies.
Sociale koppelkansen in de huisvestingsector
De sessie duurzaam en betaalbaar wonen stond in het teken van sociale huisvesting, lokale initiatieven en het combineren van groene duurzaamheid met sociale koppelkansen. Namens de DGBC deelden Estéban van Zeijl en Thomas Heye hoe sociale duurzaamheid binnen BREEAM-NL steeds meer een plek krijgt en opduikt in thema’s als de energietransitie en klimaatadaptatie. Zo staat voor begin volgend jaar de publicatie van de nieuwe beoordelingsrichtlijn voor Nieuwbouw Woningen op de planning. Met deze richtlijn wil DGBC onder meer een sociale integrale aanpak stimuleren - door projecten te belonen die op een creatieve en slimme manier meerdere sociale uitdagingen weten aan te pakken via het gebouw en/of in de buurt.
Hierop voortbordurend, sprak Laura Schefold over de Torteltuin - een wooncoöperatie die door haar en 25 andere ambitieuze jongvolwassenen is opgericht in Amsterdam. In een stad waar betaalbaar wonen onder druk staat en de belegger beslist waar en hoe duur een woning wordt gebouwd, kozen de initiatiefnemers er juist bewust voor om de kracht van de gemeenschap centraal te zetten en sociale én groene duurzaamheid boven geld te prefereren in het woningbouwproject.
Energiearmoede
Energiearmoede is weer in opkomst en daarom heeft het kabinet met de energiebedrijven een maximumprijs afgesproken. Belangrijker is een versnelling in verduurzaming, juist bij de mensen en organisaties die het moeilijk hebben. Joram Nauta van TNO: “De kosten van niets doen zijn groter dan als je iets doet aan verduurzaming.” Niina Pussinen van ABN AMRO verwijst naar de Fixbrigade die mensen met weinig geld helpt om verduurzamingsmaatregelen te nemen. “Deze mensen kunnen we niet vanuit onze gewone dienstverlening helpen.”
Angela Verbrugge van Croonwolter&dros: “We nemen voor corporaties maatregelen in luchtbehandeling en met duurzame energie en kijken bewuster met klanten hoe energierekening omlaag kan. Bijvoorbeeld door de thermostaat lager te zetten.” Pussinen noemde nog een simpeler maatregel: “Het helpt met je vriendenkring te bespreken hoe zij de rekening omlaag brengen, zo leer je van elkaar.” Thomas Leenders van Signify wees erop dat veel mensen de regelingen voor verduurzaming: “Voor de aanpak van energiearmoede is 3 miljoen euro Rijksgeld beschikbaar, maar mensen gebruiken de vouchers niet. Gemeenten hebben 1,5 miljoen euro op de plank liggen: niemand komt het halen.” Nauta vindt dat er een einde moet komen aan het vergoeden van hoge energiekosten: “Als we blijven compenseren, komen we niet verder. Mensen moeten de transitie maken.”
Uit de zaal klonk bezorgd dat de energie opraakt. Eefje Stutvoet van DGBC: “Misschien moeten we een energiebudget invoeren en een huishoudens wel, maar lichtreclame geen toegang tot stroom geven.” Ivy de Bruijn van SDG Nederland bracht nog een positieve noot: “De innovatie gaat ook op dit vlak door. Er zijn mensen bezig met het energie halen uit water.”
In vijf stappen naar Whole Life Carbon aanpak
Laetitia Nossek, projectmanager Circulariteit van DGBC, en de BuildingLife ambassadeurs zetten de deelnemers van de sessie over Whole Life Carbon in de actiestand met de belangrijkste stappen naar een Whole Life Carbon aanpak. Nossek: “De aanpak voor materiaalgebonden en operationele emissies is afhankelijk van de opgave. Voor de bestaande bouw komt nog steeds 71 procent van de emissies voort uit operationeel energieverbruik. Maar bij nieuwbouw is een steeds grotere nadruk op materialen en processen noodzakelijk”. De doelstelling voor materiaalgebonden emissies heeft DGBC in samenwerking met NIBE gevat in een Carbonbudget met verschillende scenario’s voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. Thomas Wellink, lid van het Transitieteam circulaire bouweconomie, benadrukt de noodzaak van het carbonbudget. “Wil je sturen op klimaatverandering dan moet je hier mee verder gaan, aandacht voor energie is niet langer voldoende. De totale milieuschade moet omlaag.”
Norbert Schotte, Alba Concepts, riep de deelnemers op om dit in de praktijk de brengen en met de eigen organisatie en invloed aan de slag te gaan. Triodos doet dit onder andere met de verstrekking van de biobased-hypotheek. “Dit moet voor iedereen toegankelijk zijn” stelt Dirk Bugter. Hij vertelt hoe de verschuiving van energie naar materiaal voor Triodos is verlopen. “De huidige omstandigheden zijn altijd imperfect. Maar met de juiste intentie, ketenpartners en een gezond bedrijf zijn er voldoende mogelijkheden om aan de slag te gaan”, stelt hij.
In twee groepen gingen de deelnemers in gesprek over de te nemen stappen naar een Whole Life Carbon aanpak. Nossek: “Er kan vaak meer dan je denkt, als je maar de juiste eisen stelt. Met een heldere ambitie kun je veel invloed uitoefenen vanuit je rol.” Patrick de Baat en Esther Gerritsen gaan in gesprek met beleggers en investeerders. Thomas Wellink en Verena Vermeulen hebben een groep ontwerpers en ontwikkelaars aan tafel. De opgehaalde informatie verwerken zij en publicaties hierover zijn binnenkort beschikbaar.
EU Taxonomie: wat betekent het voor bouw en vastgoed?
Edith Maingay (DGBC): “De EU Taxonomie biedt een uniforme taal voor duurzaamheid, voorkomt ‘greenwashing’ en maakt inzichtelijk in hoeverre investeringen bijdragen aan het behalen van de zes gestelde klimaatdoelen. Twee van die doelen zijn sinds dit jaar van toepassing: mitigatie en adaptatie van klimaatverandering. De rest is naar verwachting tot begin 2023 in consultatie. In hoofdstuk zeven van de EU Taxonomie staan duurzaamheidscriteria voor bouw en vastgoed. Om de gevolgen inzichtelijk te maken, werkt DGBC aan een Nederlandse interpretatie van de Europese wetgeving en een handreiking voor de markt. Daarnaast kijken we hoe BREEAM-NL een antwoord kan bieden op de taxonomie.”
C2N zocht ook uit hoe je voldoet aan de taxonomie als je met BREEAM-NL werkt. Max Hoog licht toe: “We maakten een koppeling tussen BREEAM-NL credits en criteria uit de taxonomie. Die vergelijking pasten we toe op de ontwikkeling van een distributiecentrum met kantoorgedeelte. Daaruit bleek dat de taxonomie niet strenger is dan BREEAM-NL Very Good of Excellent ambitie.” Stephan de Bie (Vesteda) vertelt hoe zij de taxonomie in de praktijk brengen: “Per gebouw kiezen we één klimaatdoel en daarover rapporteren we vanuit de Green Bond. 41 procent van onze portefeuille voldoet nu aan de taxonomie.” Heijmans rapporteerde voor het eerst over de taxonomie en adviseert op tijd te beginnen en de duurzaamheidseisen in ontwerpen en financiële administratie aan elkaar te koppelen.
Ruben Zonnevijlle (DGBC) blikt vooruit naar klimaatdoel 4 uit de taxonomie, dat gaat over de transitie naar een circulaire economie. “Er zijn conceptcriteria opgesteld voor nieuwbouw en renovatie. Die criteria gaan bijvoorbeeld over het beperken van bouw- en sloopafval, een verplichte levenscyclusanalyse, toepassing van circulaire ontwerpprincipes en circulair materiaalgebruik. Voor renovatie zijn er extra eisen. Samen met andere Green Building Councils toetsten we hoe meetbaar de criteria zijn aan de hand van dertig voorbeeldprojecten. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat er nog vraagtekens zijn over de manier van rapporteren. De uitkomsten vertalen we in een advies aan Brussel.”
Rapporteren voor Paris Proof Commitment
“Niet lullen maar poetsen”, zo begon Ties Ludden namens DGBC de sessie over rapporteren voor het Paris Proof Commitment. Hij kaartte hiermee de urgentie aan om actief met het Commitment aan de slag te gaan aan. In de sessie legt hij uit hoe de verschillende ondertekenaars hebben gerapporteerd over hun voortgang. Hierbij komen meerdere uitdagingen aan bod, die voor iedere sector weer verschillen. Waar de uitdaging voor de belegger zit in de omvang van zijn portefeuilles, zit deze voor een adviseur vooral in zijn dienstverlenende rol. Tijdens de sessie ontstond in de zaal een dialoog over verschillende rapportagevormen rond duurzaamheid. GRESB, CREMM en ESG verschillen van de Paris Proof rapportage en deze kunnen beter op elkaar aansluiten. In de zaal is meer behoefte aan praktische oplossingen dan aan ‘afvinklijstjes’.
Slimmer, sneller en circulair bouwen
“We moeten anders, slimmer en sneller bouwen, en het zou zonde zijn om dat niet meteen circulair te doen”, zegt Jacco Verstraeten Jochemsen van Circle Economy. Het Circularity Gap Report toont aan dat de Nederlandse bouw voor acht procent circulair is en waar kansen liggen. “Zeven procent van de woningbouwopgave kunnen we binnen de bestaande bouw realiseren. Slimme ontwerpen volgens biomimicry principes besparen ook een hoop materiaal. Voor hergebruikte en biobased materialen is de grootste rol weggelegd”, licht Verstraeten Jochemsen toe. AM onderzoekt welke houtbouwconcepten kunnen uitbreiden, te beginnen met het meest voorkomende woningtype: een volledig houten eengezinswoning. “Technisch gaat het snel, bij opschalen zit de grootste uitdaging in ketensamenwerking”, stelt Maarten Markus, projectmanager duurzaamheid bij AM.
Leontien de Waal (ABN AMRO) beaamt: “Onze intenties en persoonlijk leiderschap zijn het belangrijkst op weg naar een circulaire bouweconomie. We moeten het samen doen en in de gebruiksfase genoegen nemen met minder. De R-ladder lag ten grondslag aan de bouw van CIRCL. De liften huren we bijvoorbeeld van de leverancier en daarvoor is een aantal liftbewegingen afgesproken. Dat vergt een hogere investering, maar zorgt voor lagere onderhoudskosten.” Charlot Boonekamp (ASSA ABLOY) denkt dat in onderhoud grote winst te behalen is. “We onderhouden onze deuren zodat er zo min mogelijk defecten ontstaan. Als automaten toch toe zijn aan vervanging, herstellen we de oude elementen in ons refurbishment centrum en maken we de automaten geschikt voor hergebruik.”
Esther Looman (Kuijpers) ziet vooral kansen in minder materiaalgebruik: “We willen energieneutrale en comfortabele gebouwen realiseren, maar ook bovenin de R-ladder zitten en zo min mogelijk materiaal naar binnen sjouwen. Dan ontwerpen we niet meer voor de warmste of koudste dag van het jaar, maar kunnen we wel met minder installaties uit de voeten.” Linus Klaassen (Deerns) werkt ook aan slimme en circulaire installaties: “In het project ‘Kantoor voor afval’ hebben we alleen hergebruikte producten uit een donorgebouw toegepast. Naast circulariteit moeten we rekening houden met allerlei andere factoren. Het systeem moet voldoen aan de installatie layout van een gebouw, eisen voor comfort en energieprestatie, en het moet er mooi en netjes uitzien.”
Quickscan Duurzaamheid Rotterdam
“’Kun je dit instrument niet even voor heel Nederland ontwikkelen?’ vroegen de gebruikers al in de testfase” meldden Karmijn van den Berg en Guido Slokkers enthousiast, als vertegenwoordigers van de gemeente Rotterdam. Voor ruimtelijke ontwikkelingen in heel hun stad tot op detailniveau ontwikkelden ze de Quickscan Duurzaamheid die eerder op de dag al door de wethouder was gelanceerd.
De Quickscan is een digitaal hulpmiddel voor iedereen die in de Maasstad een gebied wil (her)ontwikkelen. Je kunt daarin je plannen automatisch laten vergelijken met alle Rotterdamse duurzaamheidsambities, precies voor het gebied dat je op het oog hebt. Door het zelf in te tekenen op een interactieve kaart, krijg je snel in beeld waarmee je daar te maken gaat krijgen en waar nog aandacht nodig is.
Andere grote gemeenten weten er al wel van, maar ‘heel Nederland’ is nog een maatje te groot. “Wel geeft zo’n vraag weer dat gebruikers de Quickscan meteen heel interessant vinden”, aldus Slokkers. “Want het is laagdrempelig, geeft veel inzicht – en het kan als vliegwiel fungeren voor duurzame gebiedsontwikkeling op veel meer plekken” voorziet Van den Berg. De Quickscan bepaalt niet of je een vergunning gaat krijgen. “Uiteindelijk bepalen college en raad wat er gebouwd mag worden”, zeiden Van den Berg en Slokkers.
Risicodialoog klimaatadaptatie
Jan Kadijk van DGBC ging in gesprek met Tim Vermeend (Creatief directeur bij Urban Climate Architects) en Erwin Wessels (Chief Investment Officer bij Altera Vastgoed) over het thema hittestress in gebouwen en hoe het van belang is dat hiervoor aanpassingen komen niet alleen aan gebouwen, maar ook aan de rest van de gebouwde omgeving.
Het tweede gesprek ging over hoe ‘water- en bodem’ de nieuwe sturingsfilosofie kunnen zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen. Pieter den Besten (Programmamanager DPRA bij Ministerie Infrastructuur en Waterstaat), Sophie Kraaijveld (Sector Banker Real Estate bij ING) en Bas Rutten (Managing director Commercial Real Estate bij ABN AMRO) gingen daarover in gesprek. Den Besten vertelde hoe water en bodem een sturend principe zijn in het nieuwe rijksbeleid Het afwentelen van negatieve externe effecten in tijd en ruimte, maar ook van privaat naar publiek kan in de toekomst niet meer. Bij bouwen in lage gebieden is dan bijvoorbeeld een percentage oppervlak verplicht vrij voor lokale waterberging.
Hoe versnel je verduurzaming?
Eefje Stutvoet, projectmanager Paris Proof bij DGBC: “We kunnen genoeg besparen door te kijken wat we gebruiken en de verspilling eruit halen.” Joop van der Voort van INNAX: “Bewustzijn en aan de slag gaan, ik trek mijn zoon onder de douche uit.” Niels van Geenhuizen: “Bewustwording is een hele belangrijke. Maar laat de handhavers maar komen en kijken of installaties goed zijn ingeregeld.” Volgens hem ligt ook een deel bij de beheerder: “We hebben geen contract met de gebouwbeheerder. Die stelt de installatie in en wordt betaald op basis van de omzet. Hoe meer energie hij mij levert, hij krijgt er vijf procent over.”
Lastig is wel dat een deel van de gebouweigenaren in China wonen, stelt hij. Bernardo Korenberg van Bouwinvest ziet in de retailmarkt dat daar veel kortlopende huurcontracten zijn die verduurzaming belemmeren. “Wij bieden een cascoplus huurcontract, waarbij wij de verduurzaming aanpakken.” Volgens Stutvoet is het belangrijk dat alle partijen eerlijk zijn over hun werkelijke energieverbruik. “Dan kun je als consument zien welke winkel meer energie gebruikt, maar kun je ook als eigenaar uitzoeken waarom de ene winkel meer energie gebruikt dan een ander.” Zij kreeg wel bijval en Korenberg oppert gebruikscijfers op de gevel van het winkelpand. Geenhuizen wil nog een stap verder gaan: “Stel voor ieder pand een Paris Proof plan verplicht en neem dat op in het kadaster. Korenberg is het daarmee eens: “Dan stimuleer je ook de innovatie.” Van der Voort: “We moeten geen groei nastreven maar continuïteit, dan voorkomen we dat onze kinderen het straks slechter hebben dan wij.”
DGBC-galadiner
Dagvoorzitter Werner Schouten, directeur van de Impact Economy Foundation en DGBC-directeur Annemarie van Doorn heetten alle gasten welkom tijdens het DGBC-galadiner. Nadieh Wesseling van de Chair Young Businessclub opende de avond met een pleidooi voor de eiwittransitie. "30 procent van de voetafdruk van bedrijven op de Amsterdamse Zuidas komt van dierlijke eiwitten”, hield ze de zaal vol. Zij pleitte voor een overgang naar plantaardige vetten.
Na de eerste gang sprak Schouten met nationale SDG-coördinator Sandra Pellegrom. "SDG's zijn een raamwerk en komen samen bij het individu. De bouw kan een grote bijdrage leven aan een deel ervan, zoals duurzaam bouwen, natuur en water. We moeten uit de oude systemen komen en doen. We moeten van eigenlijk af en we moeten durven doen wat nodig is voor een echt toekomstbestendige wereld.
Stefan Hikspoors vertelde over de Fixbrigade en wat zij doen om mensen te helpen hun huis te verduurzamen. "Er is heel veel te doen. We kunnen middelen en materialen gebruiken en goed gereedschap en mensen." Christa Beaufort van ABN AMRO had voor de zaal de mededeling dat de locatie van het DGBC-galadiner, Circl in Amsterdam, eindig is. Maar het pand wordt wel circulair ontmanteld. Haar boodschap voor de toekomst: “Laten we de handen van elkaar vastpakken en doorlopen, zodat we niet in het moeras zakken. Laten we zorgen dat we met elkaar het sociale aspect niet uit het oog verliezen.
Struikrover Iris Blom vertelde over het leeghalen van tuinen van slooppanden leeghalen en de planten hergebruiken. "Planten zijn er en hergebruiken we de biodiversiteit gebruiken we en de sociale cohesie brengen we." De missie is struikroven als vast onderdeel van elke ruimtelijke ontwikkeling en een roverstuin in iedere stad. Danny Riekerk van het Leger des Heils riep daarna in het kader van warme kamers de zaal op ‘hart en gebouw open te stellen’.
Scheidend bestuurslid Bram Adema hoopt dat DGBC blijft groeien. DGBC-voorzitter Rutger Schuur bedankte hem voor de inzet: “Wat we gaan missen is je grote denken.”
Dit verslag wordt nog aangevuld met de verslagen van de andere subsessies van het DGBC-festival.
En zoals Harm Edens in een andere rol zou zeggen: gelukkig hebben we de foto’s nog. Bekijk het fotoalbum van het DGBC-festival 2022. Foto's van het DGBC-galadiner volgen eind oktober.