Utrecht wil tot 2030 namelijk doorgroeien tot een stad van meer dan 400 duizend inwoners, dat zijn er ruim 60 duizend meer dan er nu wonen. Dat betekent dat er duizenden huizen gebouwd worden en juist dat biedt volgens Oude Lohuis een kans om de stad te verduurzamen: “De uitdaging is om te bouwen, te groeien en de ruimte te bieden om mensen in een mooie stad te laten wonen. Als ze in de stad gaan wonen, hoeven we niet weer een stuk groen op te offeren voor rijtjeswoningen. En de uitdaging is om die bebouwing zo te ontwikkelen dat ze heel weinig energie nodig hebben, goed geïsoleerd zijn en geen fossiel gas meer nodig hebben.”
Ambitieuzere doelen
Dat lukt al goed in de stad. Ondanks dat het inwonersaantal de afgelopen tien jaar met 15% is gegroeid, wist de gemeente en haar inwoners het energieverbruik in die periode met 6% terug te brengen. Oude Lohuis is nog niet tevreden en stelt nog ambitieuzere doelen. Als programmadirecteur energie heeft hij een duidelijk beeld hoe nieuwe bebouwing eruit moet zien, dat is afgevinkt. Wel heeft hij ook nog een aantal vraagstukken voor zich liggen: “De vraag naar energie moet echt minimaal zijn. Schaars beschikbare oppervlak moet maximaal benut worden om energie op te wekken. Dat betekent compacte, kwalitatief goede bouw. We gaan van het gas af. En we moeten besluiten nemen hoe we energie naar die bebouwing toebrengen: warmtenet of elektrisch.”
Moeilijker dan nieuwbouw
Waar nieuwbouw kansen biedt voor de verduurzaming van de stad, is renovatie een groter vraagstuk. “Van de huidige gebouwen in Utrecht, staat in 2050 nog 60-80%. Dus als we ooit iets in Utrecht Parijs Proof willen, dan moeten we de bestaande bouw gaan veranderen en aanpakken. Dat is moeilijker dan nieuwbouw. Het is vaak ook duurder. We werken hard aan manieren om slim, industrieel en goedkoop te verbouwen.”