Hoe ben je zo’n tien jaar geleden eigenlijk bij DGBC terecht gekomen?
“Mijn afstudeerscriptie heeft daar een grote rol in gespeeld. Ik deed onderzoek naar alternatieve verwarmingsmogelijkheden voor het gebied Almere Hout Noord. Ik had tijdens mijn verdediging op alles een antwoord, totdat ik de vraag kreeg ‘waarom in die gebiedsontwikkeling LEED en BREEAM geen rol hadden gespeeld’. Beide keurmerken zeiden mij destijds niets en dat zat me niet lekker. Toen ik vervolgens bij Deerns aan de slag ging, kwam vanuit DGBC de vraag of zij iemand in de gelederen hadden die serieus aan de slag wilde met de BREEAM-NL helpdesk. Daar ben ik volledig voor gegaan; zo kon ik alsnog in de materie duiken waar ik tijdens mijn afstuderen geen weet van had.”
BREEAM-NL en Van Noort bleken een goede match. Uiteindelijk ben je ook nog eens vier jaar lang het hoofd van BREEAM-NL. Op welke resultaten ben je het meest trots?
“Op persoonlijk vlak ben ik het meest trots dat ik de beoordelingsrichtlijn Nieuwbouw en Renovatie 2014 heb mogen schrijven. Toen ik anderhalf jaar bij DGBC werkte, zei toenmalig directeur Stefan van Uffelen tegen me: ‘Als je het allemaal zo goed weet, schrijf ‘m dan maar.’ Dat heb ik vervolgens met veel vallen en opstaan gedaan, maar het is me gelukt. Daarnaast ben ik vooral trots op de ontwikkeling van BREEAM-NL door de jaren heen. Dat we inmiddels meer dan 20 miljoen vierkante meter hebben gecertificeerd is echt een knappe prestatie. De versnelling is gaande en de grote getallen komen ook steeds sneller. Daarnaast ben ik blij met de stappen die BREEAM-NL In-Use de afgelopen jaren heeft gezet. Steeds meer grote partijen omarmen ook de portfolio-aanpak. Het is mooi om te zien dat de tijd en energie die ik met het team in BREEAM heb gestoken zich nu ook uitbetaalt: het is echt goed in markt gezet.”
Geen succes, zonder leermomenten. Wat waren die van jou?
“Soms denk je: het moet zo, ik schrijf het wel even op. Maar een beoordelingsrichtlijn kan door verschillende mensen, verschillend worden geïnterpreteerd. Draagkracht creëren en de markt er tijdig bij betrekken is echt essentieel. Dat heb ik de afgelopen jaren echt wel geleerd. Daarnaast vind ik het erg belangrijk om het menselijk contact te behouden. Dat is iets dat ik er ook bij mijn komende werkgever Sweco in wil houden. Bel iemand op en vraag hoe het gaat. Die persoonlijke aandacht is zo belangrijk.”
Wie waren de afgelopen jaren belangrijke inspiratiebronnen voor jou?
“Ik heb veel geleerd tijdens het begeleiden van de Adviesgroep Nieuwbouw en Renovatie en met name van Jan-Maarten Elias. Hoe hij zorgde voor een gezamenlijke visie vond ik erg inspirerend. Tegelijkertijd creëerde hij ook een cultuur waarin iedereen zich veilig voelde om zich uit te spreken. Daarnaast wil ik ook Jaap van Rhijn noemen, voor mij ook een enorme inspirator en iemand die de neuzen snel dezelfde kant op krijgt. Toen hij voorzitter was van de Werkgroep Kantoren, was ik er secretaris. Op een late donderdagmiddag heb ik samen met hem op de achterkant van een bierviltje de welbekende 50kWh per m² voor kantoren uitgerekend. De volgende dag was ik eigenlijk vrij, maar heb ik toch de notitie verder uitgewerkt. Van Rhijn heeft dit getal vervolgens overal als het evangelie verkondigd, hij is een ideale ambassadeur. Tot op de dag van vandaag werken we met dat getal voor kantoren binnen de Paris Proof methode en ook daar ben ik stiekem best trots op. En als ik toch nog iemand mag toevoegen: DGBC-directeur Annemarie van Doorn. Dankzij de vrijheid en het vertrouwen dat zij mij gaf heb ik mij in de afgelopen jaren kunnen ontwikkelen tot wie ik nu ben. Daar ben ik haar erg dankbaar voor.”
Heb je tot slot nog inspirerende woorden voor het BREEAM-team bij DGBC?
“We zijn enorm goed bezig. En dat meen ik echt. Alle tools om BREEAM te laten vliegen zijn er. De belangrijkste uitdaging is het verduurzamen van de bestaande voorraad. Daar ligt de focus al op en daar zal de focus ook op blijven. Maar wat ik het team vooral wil meegeven: doe het met plezier. Bij DGBC werk je aan een mooie missie, met heel veel vrijheden. Geniet ervan!”
